Aflevering 23

zelfstandigen, ziekenfonds

verhoging

De Wet IB 2001 en de Invoeringswet IB 2001 zijn op 30 mei jl. geplaatst in het Staatsblad. Zoals aangekondigd is de Wet IB 2001 opnieuw genummerd. Daarbij is een nummering gehanteerd waarbij de artikelen worden aangeduid door het hoofdstuknummer gevolgd door het artikelnummer binnen dat hoofdstuk. Bijvoorbeeld artikel 3.121, wil zeggen het 121e artikel uit hoofdstuk 3. De nummering zoals gehanteerd in het oorspronkelijke wetsvoorstel, waarbij uit de nummering zowel hoofdstuk, afdeling als paragraaf bleken (voorbeeld 3.2.2.53) is dus vervallen. In de nummering van de Invoeringswet IB 2001 is geen wijziging meer aangebracht. De beide wetten zoals opgenomen in het Staatsblad treft u als brondocumenten aan op onze internetsite. Tevens kunt u daarbij als brondocumenten aantreffen de Handelingen Eerste Kamer met betrekking tot de plenaire behandeling van de wetsvoorstellen op 8 en 9 mei jl. In NTFR 2000/692 hebben wij de plenaire behandeling in de Eerste Kamer al voor u samengevat en becommentarieerd.

In dit besluit, een wijziging van het besluit van 12 maart 198, nr.287-2663, wordt de taak, werkwijze en samenstelling van de CCB weergegeven. Het besluit wordt onder andere aangepast in verband met de gewijzigde samenstelling van de CCB en het onderbrengen van de CCB bij de Belastingdienst/Centrum voor Proces- en Productontwikkeling. Daarbij wordt opgemerkt dat het departement actief bij de CCB wordt betrokken in verband met de politieke en beleidsmatige aspecten van de werkzaamheden.

De staatssecretarissen van Financiën en van VWS hebben een overzicht opgesteld van onderwerpen die de fiscale behandeling van sportorganisaties raken. Een dergelijk overzicht was aangekondigd bij de behandeling van het Belastingplan 2000. Het overzicht geeft ook invulling aan een eerder aangekondigde inventarisatie naar knelpunten bij de belastingheffing van verenigingen en stichtingen. Over dit onderwerp is door beide ministeries overleg gevoerd met NOC*NSF.

De heffings- en invorderingsrente zijn met ingang van 1 juli 2000 vastgesteld op 4%. In het tweede kwartaal bedroeg deze rente 3,25%.

bijzondere omstandigheid, herinvesteringsreserve

jaarwinst, pensioen

beginnend ondernemerschap, staking, winst uit onderneming

bron van inkomen, onderneming

kansspelautomaat, tellerbesluit, tellerstanden

afname FOR, overtollige liquiditeit

staking, waarde, waardedrukkende factor, woning, zelfbewoning

verzekeringsplicht

gebruikelijk loon

anoniementarief, brutering, zwart loon

De staatssecretaris van Financiën heeft op 25 mei 2000 het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 aangepast Het betreffen aanpassingen in verband met de heffing van loonbelasting van beroepsporters. Met het onderhavige besluit wordt de arbeidsverhouding van een sporter, die bij wijze van beroep een tak van sport beoefent, aangemerkt als een fictieve dienstbetrekking. Daarnaast voorziet dit besluit in het van toepassing laten zijn van de zogenoemde loonverdelingsverklaring op de sporters die in teamverband sport beoefenen. Ten slotte worden wijzigingen aangebracht met betrekking tot de kostenvergoeding, tarief en aftrekbare kosten voor de in Nederland wonende sporter die ingevolge een overeenkomst van korte duur hier te lande als beroep een tak van sport beoefent.

De staatssecretaris van Financiën heeft op 24 mei 2000 de Uitvoeringsregeling loonbelasting 1990 en de Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990 aangepast. Het betreffen aanpassingen in verband met de heffing van loonbelasting van beroepsporters.

Het Tweede Kamerlid De Vries (VVD) heeft een aantal vragen gesteld aan de staatssecretaris van Financiën over knelpunten in de huidige fiscale wet- en regelgeving ter zake van zogenoemde universal life/unit linked levensverzekeringsproducten. Mevrouw De Vries wil onder meer weten hoe de staatssecretaris denkt over het standpunt dat de Belastingdienst heeft ingenomen ter zake van een pensioenproduct op universal life basis waarvan de termijnen worden uitgedrukt in de tegenwaarde van een aantal beleggingseenheden. Ook wil zij nadere informatie over de wijze van bekendmaking van dat standpunt. Daarnaast vraagt zij waarom standpunten van de Belastingdienst (Kennisgroep verzekeringsproducten) over de technische uitwerkingen van de wijze waarop lijfrentetermijnen in eenheden vorm kunnen worden gegeven, al meer dan een jaar op zich laten wachten.

Het Tweede Kamerlid De Vries (VVD) heeft aan de staatssecretaris van Financiën vragen gesteld over premiestaffels voor beschikbare premieregelingen. Zij wil onder andere weten of beoordelingen van premiestaffels voor een pensioenregeling op basis van een beschikbare premie door de Belastingdienst worden aangehouden in afwachting van nog te publiceren algemene staffels en, zo ja, wanneer die algemene staffels dan verwacht kunnen worden. Ook stelt zij enkele vragen over de uitgangspunten die door de Belastingdienst worden gehanteerd bij de vaststelling van een beschikbare premie.

serviceflat, waarde

risicoverzekering

herziening, keuzevermogen, vermogensetikettering

aanpassing prijs, onzakelijk

onzakelijk, prijs, prijsverlaging

levensonderhoud, rechtsstrijd

drank, sporters, voedsel

levensonderhoud, politiek vluchteling, vliegticket

adoptie, bevalling, buitengewone lasten, nursery/kindertehuis

Deelnemingsvrijstelling, foutenleer

bezitseis

Kamerlid De Vries heeft de Staatssecretaris van Financiën gevraagd of hij bereid is de regeling van de deelnemingsvrijstelling aan te passen, zoals in de literatuur wordt voorgesteld. In twee arresten heeft de Hoge Raad bepaald dat bij de aan- en verkoop van een deelneming met een earn-outregeling (waarbij de definitieve aan- of verkoopprijs van de deelneming afhankelijk is van toekomstige winsten) een schatting van de totale aan- of verkoopprijs moet worden gemaakt. Eventuele afwijkingen van deze schatting vallen niet onder de deelnemingsvrijstelling.

gelijkheidsbeginsel, gemeenschappelijke huishouding, hardheidsclausule, vertrouwensbeginsel

aanduiding belastingplichtige, inrichting aanslagbiljet

inbreng, waarde

landerijen, naburigheid, overdrachtbelasting

economische eigendom, schriftelijke overeenkomst

De vaste commissie voor Financiën heeft op 25 mei 2000 haar verslag vastgesteld met betrekking tot het wetsvoorstel tot Wijziging van de wet op belastingen van rechtsverkeer en de natuurschoonwet 1928. Daarmee acht zij – onder voorbehoud van een voldoende beantwoording door de regering van de vragen en opmerkingen in dit verslag – de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid. Deze vragen betreffen onder meer het begrip fictieve onroerende zaken en de terugwerkende kracht tot 29 september 1999.

EU, uitwisseling informatie

premievaststellingstermijn, verzekeringsplicht

ambtelijk verzuim, navordering

vereiste aangifte

bewijslast belanghebbende

negatief ondernemingsvermogen

navordering

spoedeisend belang

aanslag, belastbaar inkomen, negatieve voorlopige aanslag, voorlopige voorziening

belang, rechtsmiddel

De staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer een evaluatierapport aangeboden van de Wet bestuurlijke boeten. Deze wet is in werking getreden in 1998. Om een dergelijke evaluatie is destijds bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer door het Kamerlid De Vries gevraagd. Op 26 mei jl. werden door haar vragen gesteld over de stand van zaken hieromtrent. De evaluatie is uitgevoerd door de Belastingdienst. Omdat de evaluatie nog slechts beperkte informatie heeft opgeleverd stelt de staatssecretaris voor om over drie jaar met een vervolgevaluatie te komen.

onrechtmatige rechtspraak, voorkomingsbreuk

Ter financiering van de schade van de aardbevingen in Turkije in het najaar van 1999 heeft dit land twee eenmalige belastingen geïntroduceerd. Als eerste een eenmalige belasting van 5% over de inkomsten, winsten en opbrengsten die in 1998 in Turkije onderworpen waren aan inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. De tweede heffing betreft een eenmalige additionele bronbelasting met een tarief van 4% – 19% op interest. De bronbelasting wordt geheven over na 1 januari 2000 ontvangen interest uit staatsobligaties die voor 1 december 1999 zijn uitgegeven. Medegedeeld wordt dat op deze heffingen het belastingverdrag met Turkije van toepassing is. Dit heeft onder meer tot gevolg dat de totale bronbelasting op interest het verdragspercentage van 10% niet mag overschijden.

aftrek voorbelasting, belaste verhuur

verbouwing school, vervaardiging goed

ondernemer, verhuur onroerende zaak

zegels/waardebonnen

invoer, voorwaardelijke vrijstelling

berekening winstmarge

omkering bewijslast, verwerpen administratie

derdelandengoed, scheepsregister, schip

optie belaste verhuur, terugwerkende kracht, verhuurconstructie, verzorgingstehuis

liefdadigheid, menslievend, schenking, standbeeld

Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) verstrekt onder voorwaarden f 10 per hectare bos aan boseigenaren ter bevordering van samenwerking tussen de boseigenaren met betrekking tot het beheer. Met de f 10 moet de rentabiliteit worden bevorderd door gemeenschappelijke activiteiten, zoals aankopen van plantmateriaal, verkopen van hout en feitelijke boswerkzaamheden. De staatssecretaris constateert dat er geen sprake is van een rechtstreeks verband en dus geen onderworpenheid aan BTW-heffing.

Op grond van post b-14, onderdeel d, van Tabel I behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968, wordt het verlenen van toegang tot voorstellingen van poppenspelers c.q. poppentheaters ook belast met 6% BTW.

douane-expediteur, toegelaten geadresseerde

Douanevrijstelling boedelverhuizing (artikel 3,a, Verordening 918/83) geldt ook indien persoonlijke goederen ten minste zes maanden voor de datum van verhuizing naar Nederland, in 'het derde land van herkomst' in bezit en gebruik zijn geweest. Dus ook bij vijf maanden verblijf in derde land en aansluitend drie maanden vakantie in ander derde land.

bedrijfsactiviteiten, handelaarskenteken

voorwaardelijke vrijstelling

kenbaarheid, parkeerbelasting

ombouwverklaring

ombouw

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd ten aanzien van de bijzondere fiscale positie van vuilniswagens, zoals deze met name is geregeld in de Wet op de motorrijtuigenbelasting en de Wet belasting zware motorrijtuigen.

De forfaits die gelden om in car instrumenten buiten de heffing van BPM te laten (tussen f 100 en f 700) zijn bedragen exclusief BTW en worden volledig in mindering gebracht op de netto catalogusprijs.

baatbelasting, bekostigingsbesluit

koopprijs woning

gedoogbeleid, permanente bewoning, recreatiebungalow

recreatiebungalow, volgtijdig gebruik