Ga verder naar content
NDFR

Aflevering 9

Gepubliceerd op 27 februari 2003

NTFR 2003/407 - Antwoorden op kamervragen over verzending belastingdiskettes

Aflevering 9, gepubliceerd op 27-02-2003
De staatssecretaris heeft kamervragen beantwoord over de belastingdiskette. Uit de antwoorden blijkt dat in 2002 ruim 5 miljoen diskettes zijn verzonden. De kosten daarvoor bedragen € 2,8 miljoen. Van de aangiftediskettes die zijn verzonden bij de aangiftecampagne IB 2001 is ongeveer 50% niet gebruikt. Ongebruikte diskettes worden over het algemeen niet teruggezonden. Defecte diskettes worden vernietigd en daarna gerecycled. Herbruikbare diskettes worden gewist en opnieuw ingezet. Ongeveer één op de vier diskettes kan worden hergebruikt. De Belastingdienst streeft naar een zo hoog mogelijk aantal elektronisch ingediende aangiften en in bijzonder aangiften die zijn gedaan op een gedownload aangifteformulier wegens de besparingen die met deze wijze van indiening kunnen worden bereikt. De Belastingdienst heeft er dan ook bewust voor gekozen de diskette aan alle belastingplichtigen toe te zenden teneinde de drempel zo laag mogelijk te maken. Deze werkwijze heeft ertoe geleid dat het aantal belastingplichtigen dat van de diskette gebruik maakt, is gestegen van circa 1 mln in 2001 tot bijna 2,4 mln in 2002. De meerkosten van het extra toezenden wegen volgens de staatssecretaris op tegen toekomstige besparingen die bereikt worden doordat belastingplichtigen elektronisch aangifte gaan doen. Verder wordt onderzocht hoe het downloaden van de belastingformulieren bevorderd kan worden. Het aantal diskettes dat volgend jaar verstuurd zal worden, is afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek. Het te downloaden aangifteprogramma is te beschouwen als een elektronisch formulier dat overigens ook elektronisch kan worden teruggezonden. Terugzenden via e-mail is niet efficiënt omdat deze formulieren dan allemaal handmatig vertoetst moeten worden. Voor de kleinere formulierenstromen worden reeds formulieren op de website van de Belastingdienst aangeboden. Terugzending zal voorlopig nog via de post moeten vanwege de in veel gevallen noodzakelijke handtekening.

NTFR 2003/409 - Vraag en antwoordbesluit over 'oud regime' fiscale eenheid

Aflevering 9, gepubliceerd op 27-02-2003
De staatssecretaris publiceert een aantal vragen en antwoorden over de oude fiscale eenheidregeling. Op verzoek van belastingplichtige kan een bestaande fiscale eenheid nog gedurende twee jaar opteren voor de toepassing van het tot 1 januari 2003 geldende 'oude' regime en de krachtens het 'oude' regime gestelde standaardvoorwaarden. Het nieuwe vraag-en-antwoordbesluit is van belang voor belastingplichtigen die een beroep gaan doen op deze regeling. Daarnaast is het besluit van belang voor boekjaren waarop de oude regeling van toepassing is. De vragen in het besluit zien zowel op de oude wettekst (zoals die luidde tot 1 januari 2003) als op de krachtens die wettekst gestelde (standaard)voorwaarden. Het grootste deel van de vragen gaat over de sanctiebepaling zoals die was opgenomen in de zestiende standaardvoorwaarde.

NTFR 2003/410 - Concernfinancieringsregime is verboden staatssteun

Aflevering 9, gepubliceerd op 27-02-2003
Door middel van een persbericht heeft de Europese Commissie haar oordeel openbaar gemaakt over onder meer het Nederlandse concernfinancieringsregime (art.15b Wet VPB 1969). De Commissie oordeelde dat deze belastingvoordelen volgens de staatssteunregels van de EU niet gerechtvaardigd waren en dat deze bovendien zonder de verplichte voorafgaande aanmelding waren ingevoerd. Om die reden heeft de Commissie Nederland gelast om de regeling onmiddellijk te sluiten voor nieuwkomers en uiterlijk per 31 december 2010 een definitief einde aan de belastingvoordelen te maken. Zo zal bijvoorbeeld een erkenning die op 1 januari 1997 werd verleend, definitief op 31 december 2007 aflopen, en geen enkele erkenning kan tot na 2010 worden aangewend. De Commissie heeft ook vastgesteld dat 70% van de erkenningen in 2007/2008 definitief zal aflopen. Gezien de gelijkenissen tussen deze regeling en de Belgische regeling voor de coördinatiecentra concludeerde de Commissie dat de begunstigden gegronde redenen hadden om aan te nemen dat de belastingvoordelen niet in strijd waren met de staatssteunregels. De begunstigden behoeven daarom de steun die krachtens de Nederlandse maatregel is verleend, niet terug te betalen zolang de huidige fiscale regeling van kracht is.

NTFR 2003/419 - Verslag Ecofin Raad februari

Aflevering 9, gepubliceerd op 27-02-2003
De minister van Financiën heeft verslag uitgebracht van de vergadering van de Ecofin Raad van 17 en 18 februari jl. Uit het verslag blijkt dat de Ecofin Raad geen politiek akkoord heeft kunnen sluiten over een Europese energiebelasting. Getracht wordt om een een politiek akkoord bij de volgende Ecofin op 7 maart mogelijk te maken. Wel werd er een politiek akkoord bereikt over de tekst van de verordening over de administratieve samenwerking op het terrein van de BTW en over de tekst van de richtlijn tot wijziging van de richtlijn 77/779.

NTFR 2003/420 - Antwoorden Bolkestein op vragen over Nederlands-Belgisch belastingverdrag

Aflevering 9, gepubliceerd op 27-02-2003
EU-commissaris Bolkestein heeft vragen van het Europees Parlement beantwoord over grensarbeid tussen Nederland en België. Volgens de vragen van het Europees Parlement kan het nieuwe belastingverdrag tussen Nederland en België nog steeds leiden tot discoördinatie tussen belasting- en premieheffing. Met name bij werknemers die langer dan 183 dagen worden gedetacheerd en bij werknemers in het internationale wegvervoer kunnen de regels van de toewijzing van de heffingsbevoegdheid in het nieuwe belastingverdrag verschillen van de toewijzingsregels in Verordening (EEG) nr. 1408/71 met betrekking tot de sociale zekerheid. Dit kan leiden tot belastingheffing in het ene land en premieheffing in het andere land. Volgens Bolkestein kan dit niet worden aangemerkt als een inbreuk op het EG-Verdrag. Het Gemeenschapsrecht verzet zich er niet tegen dat lidstaten in hun bilaterale belastingverdragen hun heffingsbevoegdheid ten aanzien van hun inwoners vastleggen – en wijzigen – door een onderscheid te maken tussen bepaalde categorieën van werknemers. De Commissie is niet van plan een mededeling op te stellen over de verschillen tussen de regels van toewijzing van de heffingsbevoegdheid en de toewijzingsregels die zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 1408/71.