Aflevering 35

Ieder jaar lukt het de wetgever weer het Belastingplan te verrijken met nieuwe regels voor de auto van de zaak; tot en met 2005 in de inkomstenbelasting en vanaf 2006 in de loonbelasting.

In deze bijdrage tracht ik de herkomst van art. 2, lid 5, Wet VPB 1969 te traceren. Deze bepaling is de opvolger van art. 8 Besluit Vpb 1942. Verburg heeft er op gewezen dat in Nederlandse wetsvoorstellen uit 1934 en 1939 soortgelijke ficties als art. 8 Besluit Vpb 1942 zijn gehanteerd.Onderdeel 3 van zijn conclusie bij HR 1 november 1989, BNB 1990/62. Zie ook J. Verburg, Vennootschapsbelasting, Kluwer, Deventer 2000.

Het percentage heffings- en invorderingsrente is voor het vierde kwartaal vastgesteld op 2,50%. In het derde kwartaal bedroeg dit percentage nog 2,75%.

Belanghebbende houdt zich bezig met het drogen en verhandelen van grassen en andere groenvoedergewassen. Als de gedroogde voedergewassen aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen, verkrijgt belanghebbende een Europese subsidie. Voor een gedeelte van de gewassen die het bedrijf verlaten, verkrijgt belanghebbende geen subsidie, omdat niet aan de eisen is voldaan. De subsidie moet ten goede komen aan de producenten van de groenvoedergewassen, maar wordt verleend aan erkende verwerkers zoals belanghebbende. In de contracten die belanghebbende sluit met haar leveranciers wordt bij de bepaling van de vergoeding voor de in te kopen gewassen rekening gehouden met de door belanghebbende mogelijk te ontvangen subsidie. Bij de voorraadwaardering heeft belanghebbende geen rekening gehouden met de subsidie.

navorderingsaanslag

De staatssecretaris van Financiën beschrijft in een besluit de fiscale gevolgen voor vanaf 2008 ontvangen en terugbetaalde zorgtoeslag en betaalde en terugontvangen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet over de jaren 2006 en/of 2007. Het gaat om de fiscale gevolgen in verband met de buitengewone uitgaven (2008)/specifieke zorgkosten (2009). Hij keurt met toepassing van de hardheidsclausule (art. 63 AWR) goed dat na afloop van het kalenderjaar 2007 terugontvangen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw over 2006 en/of 2007 in het kalenderjaar van ontvangst niet als negatieve persoonsgebonden aftrek in aanmerking genomen hoeft te worden. De goedkeuring werkt terug tot 1 januari 2008.

De staatssecretaris van Financiën herziet het besluit van 5 juli 2001, nr. CPP2001/599M (NTFR 2001/1017), waarin wordt geregeld hoe de terugbetaling van onterecht ontvangen looninkomsten fiscaal wordt behandeld. Het besluit is uitgebreid met een goedkeuring voor terecht ontvangen inkomsten die moeten worden terugbetaald. Deze nieuwe goedkeuring geldt met ingang van 1 januari 2009.

Belanghebbende is een bv met als bedrijfsomschrijving: 'Groothandel in en dienstverlening ten behoeve van technische apparaten alles in de ruimste zin.' Belanghebbende heeft in 1999 één (directeur-)aandeelhouder (dga). Vanaf 1999 bestaan de activiteiten nagenoeg geheel uit het uitlenen aan derden van de zoon van de dga, als consultant in de IT-sector. Belanghebbende heeft geen andere werknemers dan de dga en zijn zoon. Uit een boekenonderzoek blijkt dat de administratie van belanghebbende niet op orde is en dat er verschillende privé-uitgaven als kosten bij belanghebbende zijn geboekt. Daarom legt de inspecteur een navorderingsaanslag VPB op aan belanghebbende.

De staatssecretaris van Financiën heeft de beschikking waarmee de Europese Commissie haar goedkeuring aan de verplichte rentebox hecht, aan de Tweede Kamer gezonden.

De staatssecretaris keurt onder voorwaarden goed dat innovatieverliezen in 2009 en 2010 volledig verrekenbaar zijn. Zij worden dus niet beïnvloed door de grondslagbeperking van de octrooibox.

bewijslast, vermogenspositie

Belanghebbende heeft op 31 mei 1999 een bod uitgebracht op alle aandelen in Beheer bv, op dat moment een onroerendezaaklichaam. De aandeelhouders zijn op 17 juni 1999 akkoord gegaan. Vervolgens is dochtervennootschap Vastgoed bv opgericht, waarin het vastgoed van Beheer bv werd ingebracht. Op 20 oktober 1999 verkreeg belanghebbende de aandelen in Beheer bv. Volgens belanghebbende is deze verkrijging niet met overdrachtsbelasting belast.

Belanghebbende, een holding, heeft zich beroepen op toepassing van een vrijstelling voor de kapitaalsbelasting. Hof Amsterdam (NTFR 2008/373) heeft dat beroep niet gehonoreerd omdat de vorderingen die zijn ingebracht in belanghebbende niet zijn aan te merken als een bedrijfsmiddel. Volgens de Hoge Raad is dat oordeel cassatieproof, zodat het cassatieberoep van belanghebbende faalt.

Belanghebbende is voor het jaar 2002 aangeslagen in de IB/PVV.

proceskostenvergoeding

In Ierland worden de staat en de gemeenten enkel als belastingplichtigen aangemerkt indien de minister van Financiën een specifiek besluit daartoe heeft vastgesteld. Volgens de Cie is deze situatie in verschillende opzichten in strijd met de regeling van art. 13 Btw-richtlijn.

Einduitspraak Vereniging Noordelijke Land- en Tuinbouworganisatie.

integratielevering, levering, opdracht

algemene beginselen van behoorlijk bestuur, vervoersbescheiden

vermogensetikettering

Op 31 oktober 2000 zijn twee verzegelde containers met sigaretten onder douanetoezicht opgeslagen op een containeropslagterrein van C. De twee containers zijn op 2 november 2000 geladen op een zeeschip en op 16 november 2000 leeg in Bulgarije aangekomen. Naar bleek had belanghebbende, eigenaar van een vervoersbedrijf, de containers met een vrachtwagen zonder toestemming van de douane van het terrein van C weggevoerd en overgebracht naar een plaats in Nederland waar hij medewerking heeft verleend bij het uitladen van de goederen. Belanghebbende heeft na de lossing van de goederen de containers leeg teruggebracht naar het terrein van C.

Belanghebbende, een nutsbedrijf, beheert het in de gemeentegrond aanwezige leidingnetwerk dat wordt gebruikt voor de levering van gas en elektriciteit. De gemeente heeft ter zake van het hebben van voorwerpen in de gemeentegrond precariobelasting van belanghebbende geheven. Naar de strekking van art. 228 Gem.w. kan precariobelasting worden geheven indien de gemeente de aanwezigheid van voorwerpen in de gemeentegrond veroorlooft of toestaat.

Belanghebbende, een nutsbedrijf, beheert het in de gemeentegrond aanwezige leidingnetwerk dat wordt gebruikt voor de levering van gas en elektriciteit. De gemeente heeft ter zake van het hebben van voorwerpen in de gemeentegrond precariobelasting van belanghebbende geheven. In cassatie heeft belanghebbende onder meer aangevoerd dat op grond van art. 83 Elektriciteitswet en art. 62 Gaswet een gemeente niet bevoegd is het transporteren van elektriciteit en gas aan regels te binden en dat daarom van belanghebbende geen precariobelasting mag worden geheven.

Belanghebbende, een nutsbedrijf, beheert het leidingnetwerk dat in de grond van het waterschap is gelegen. Het waterschap heeft ter zake van het hebben van voorwerpen in de waterschapsgrond precariobelasting van belanghebbende geheven. Naar de strekking van art. 114 Wat.sch.wet kan precariobelasting worden geheven indien het waterschap de aanwezigheid van voorwerpen in de grond veroorlooft of toestaat. Daarvan is geen sprake indien het waterschap rechtens de bevoegdheid mist om als eigenaar van de grond tegen die aanwezigheid op te treden (HR 14 september 2007, NTFR 2007/1691).

Belanghebbende, een nutsbedrijf, beheert het in de gemeentegrond aanwezige leidingnetwerk dat wordt gebruikt voor de levering van energie. De gemeente en (een rechtsvoorganger van) belanghebbende hebben in 1996 een exploitatieovereenkomst gesloten. Daarin is onder andere bepaald dat de gemeente het recht verleent tot het hebben van leidingen in de gemeentegrond en dat de gemeente daarvoor geen vergoeding in welke vorm dan ook, zal heffen.

Belanghebbende is aansprakelijk gesteld voor door A verschuldigde omzet- en loonbelasting. De belanghebbende heeft aan A meegedeeld dat hij hem niet verder zal bemoeilijken. Volgens belanghebbende moet deze mededeling worden opgevat als een kwijtschelding van de belastingschuld, zodat er geen grond meer bestaat voor aansprakelijkheid.

bestuurdersaansprakelijkheid

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.