Aflevering 44

Het leerstuk van het verbod op misbruik van recht heeft al weer enkele jaren geleden zijn intrede gedaan in de btw. In de zaak Halifax (HvJ EG 21 februari 2006, C-255/02, NTFR 2006/359, BNB 2006/170) heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: HvJ EG) het misbruikbeginsel ook op de btw van toepassing verklaard. Sinds dit arrest is het leerstuk door de belastingkamers van rechtbanken en gerechtshoven toegepast op met name zogenoemde btw-ziekenhuisconstructies met roerende zaken. De Hoge Raad heeft het leerstuk tot op heden in omzetbelastingzaken nog niet omarmd, maar daaruit kan nog geen enkele conclusie worden getrokken. De Hoge Raad is eenvoudigweg nog niet in de gelegenheid geweest om een dergelijk oordeel uit te spreken of heeft althans de boot op goede gronden weten af te houden. Verwacht wordt dat de Hoge Raad op korte termijn klare wijn zal moeten schenken.

In Zembla van 18 oktober jl. is gemeld dat de Nederlandse schatkist in 2007 een bedrag van € 16 miljard is ‘misgelopen’. Overigens was het de jaren daarvoor (veel) minder. De oplettende toeschouwer moet hebben opgemerkt dat ik heb gesproken over de kosten van de keuzes die wij in onze vennootschapsbelasting hebben gemaakt, te weten: het opnemen van een deelnemingsvrijstelling, de invoering van de royaltybox, de renteaftrek en ook niet te vergeten de (mogelijke) effecten van het Bosal-arrest.HvJ EG 18 september 2003, zaak C-168/01 (Bosal), NTFR 2003/1594.

De staatssecretaris van Financiën stuurt, mede namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een memo aan de Tweede Kamer als reactie op de motie inzake DigiD voor buitenlanders (Kamerstukken 2008-2009, 31 704, nr. 58). In de motie wordt gevraagd het voor alle belastingplichtigen in het buitenland mogelijk te maken om met DigiD belastingaangifte te doen over 2009 en volgende jaren. Ook wordt verzocht om aan te geven op welke wijzen belanghebbenden een aanvraag voor een DigiD kunnen indienen.

De nota's naar aanleiding van het verslag met betrekking tot het Fiscaal pakket 2010 zijn verschenen. Daarbij zijn ook enkele wijzigingsvoorstellen ingediend bij de Tweede Kamer.

Belanghebbende is werkzaam als prostituee/escortdame. Zij is maat in een stille maatschap. Niet in geschil is dat de inkomsten die belanghebbende geniet winst uit onderneming vormen. De inspecteur stelt echter dat belanghebbende geen zelfstandig beroep uitoefent dan wel – indien daarvan wel sprake is – dat een rechtstreekse verbondenheid voor de schulden ontbreekt. De zelfstandigenaftrek is belanghebbende daarom onthouden.

De ouders van belanghebbende zijn firmant in vof Y. Vof Y oefent een materiële onderneming uit, bestaande uit groothandelsactiviteiten. Belanghebbende, zijn twee broers en beide ouders zijn firmant in vof G. Vof G stelt de arbeid van haar vijf firmanten ter beschikking aan vof Y en ontvangt daarvoor een jaarlijkse vergoeding. Een deel van de activiteiten van vof Y is ondergebracht in een Duitse vennootschap (GmbH). Belanghebbende en zijn broers ontvangen vanuit deze vennootschap loon. De winst van vof G wordt nagenoeg geheel over de drie broers verdeeld. In geschil is of belanghebbende en zijn twee broers winst uit onderneming genieten en recht hebben op de zelfstandigenaftrek.

kennis, vakkennis

Belanghebbende, een bv met 200 werknemers, heeft in een reeks van jaren uitkeringen aan haar personeel gedaan waarop de geschenkenvrijstelling is toegepast. Per 1998 heeft belanghebbende de hoogte van de uitkeringen gekoppeld aan het ziekteverzuim van het personeel. Dit is op 5 januari 1999 door belanghebbende in een schriftelijke regeling vastgelegd en bekendgemaakt aan het personeel. Hof Arnhem (NTFR 2006/1240) oordeelde dat de (telkens in december gedane) uitkeringen in het onderhavige tijdvak (1998 – 2002) binnen het bereik van de geschenkenvrijstelling vallen.

Belanghebbende heeft voor de jaren 2001 tot en met 2004 tenniskampioenschappen voor professionele tennissers georganiseerd. Aan enkele deelnemers heeft belanghebbende startgelden betaald. Over deze startgelden heeft zij geen loonbelasting ingehouden en afgedragen.

vakantietoeslag

De Europese Commissie heeft in 2006 de Regeling Groenprojecten goedgekeurd. Thans heeft de Commissie op grond van de staatssteunregels van het EG-Verdrag toestemming verleend voor een gewijzigde versie van de Nederlandse fiscale stimuleringsmaatregel, de Regeling Groenfondsen. Met deze gewijzigde maatregel wordt beoogd investeringen te stimuleren in projecten die een positief effect hebben op de natuur en het milieu in Nederland.

Belanghebbende werkt bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag en zijn loon is vrijgesteld van inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Voor het jaar 2006 is hem een tegemoetkoming buitengewone uitgaven (de TBU) toegekend. In geschil is of de inspecteur de TBU van belanghebbende terecht heeft teruggevorderd, omdat het verzamelinkomen van belanghebbende te hoog is.

ontvankelijkheid, redelijke schatting

A-G IJzerman heeft conclusie genomen in de zaken met de nummers 07/11263, 07/13217, 07/13596, 08/00043 en 08/00206 ten aanzien van verschillende belanghebbenden. In deze conclusies gaat het om de vraag of de rechtbank het beroep van belanghebbende terecht (kennelijk) niet-ontvankelijk c.q. ongegrond heeft verklaard, als bedoeld in art. 8:54 Awb.

omkering bewijslast

herstellen fout

advocaatkosten, dividenvrijstelling, eigen woningrente, hoofdzakelijkheidscriterium, hypotheekrente, rente van schulden, toerekening inkomensbestanddelen, werkkamer, werkruimte

faillissement, fiscale eenheid, ontvankelijkheid, redelijke termijn

collectieve afspraak, kostenvergoeding

Het Duitse Einkommensteuergesetz bevat bepalingen op grond waarvan het opbouwen van aanvullend ouderdomspensioen wordt gestimuleerd. Volgens de Europese Commissie zijn deze bepalingen om drie redenen in strijd met het vrije verkeer van werknemers (art. 12, 18 en 39 EG) en art. 7 Vo. 1612/68, omdat grensarbeiders en hun echtgenoten:

discriminatie, kansspelen, vrijheid van dienstverlening, weddenschappen

prejudicieel, rechtvaardiging, vrije verkeer

Swiss, een in Duitsland gevestigde houdstervennootschap, heeft de volledige zeggenschap over een nv, die als verzekeringsmaatschappij onder meer in de sector van de levensherverzekeringen actief is. Bij overeenkomst houdende cessie van een assurantieportefeuille zijn 195 levensherverzekeringscontracten gecedeerd aan de in Zwitserland gevestigde verzekeringsmaatschappij S, welke laatste de toestemming van de verzekeringnemers moest verkrijgen tot deze contracten te kunnen toetreden en alle daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen te kunnen overnemen. Voor de cessie van 18 van de 195 contracten is een negatieve waarde vastgesteld, zodat de totaalprijs voor de overname van de contracten is verlaagd. De gecedeerde levensherverzekeringscontracten hebben uitsluitend betrekking op ondernemingen die in andere lidstaten dan Duitsland of in derde staten zijn gevestigd. De Duitse belastingdienst neemt het standpunt in dat deze cessie de belaste levering van een goed vormt. Ter beantwoording van de in de hierop volgende gerechtelijke procedure gestelde prejudiciële vragen verklaart het Hof van Justitie EG voor recht dat een cessie onder bezwarende titel van een portefeuille levensherverzekeringscontracten door een in een lidstaat gevestigde vennootschap aan een in een derde staat gevestigde verzekeringsmaatschappij, waarbij deze laatste met instemming van de verzekerden alle uit deze contracten voortvloeiende rechten en verbintenissen overneemt, noch een handeling vormt die valt onder art. 9, lid 2, sub e, vijfde streepje, en art. 13, B, sub a, Zesde Richtlijn, noch een handeling die onder art. 13, B, sub d, punt 2 jo. punt 3, van deze richtlijn valt. In het kader van een cessie onder bezwarende titel van een portefeuille van 195 levensherverzekeringscontracten heeft de omstandigheid dat niet de overnemende maar de cederende vennootschap een prijs – namelijk door de vaststelling van een negatieve waarde – voor de overname van 18 van deze contracten betaalt, geen invloed op het antwoord op de eerste vraag.

Belanghebbende is strafrechtelijk veroordeeld voor het voorhanden hebben van sigaretten waarvoor geen accijns en btw waren betaald. De sigaretten werden aangetroffen op het erf van belanghebbende, die hielp met het verladen daarvan. De sigaretten zijn Nederland binnengekomen in bundels houten balken die uit Rusland afkomstig waren. De inspecteur heeft de accijns en omzetbelasting nageheven.

Belanghebbende exploiteert een trainingsstal voor paarden en is ondernemer voor de omzetbelasting. Mensen die hun paard in training geven bij belanghebbende krijgen voor de periode van de training steeds ook stalling voor hun paard op het bedrijf van belanghebbende. Gedurende de trainingsperiode van het paard wordt het paard ook door belanghebbende verzorgd.

hoofdprestatie

diensten

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag LB opgelegd. Het bedrag aan belasting, boete en heffingsrente bedroeg f 9.243.709. De aanslag is direct invorderbaar verklaard. De belastingdeurwaarder heeft ter zake van de betekening van het dwangbevel f 15.000 aan kosten in rekening gebracht. Belanghebbende stelt dat dit bedrag disproportioneel is.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.