Aflevering 8

De agressieve tax planning zoals die wordt bedreven door tal van multinationals staat volop in de publieke belangstelling. De publieke verontwaardiging daarover kan niet worden weggewuifd met het verweer dat het gaat om legaal handelen. Dat zou het morele karakter van belastingen miskennen. Maar er zitten nog meer dimensies aan belastingen. Die zullen in balans moeten worden gebracht.

Minister Blok (Wonen en Rijksdienst) heeft de Tweede Kamer in kennis gesteld over de uitspraak van 3 februari 2016 van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) over de inkomensverklaring aan verhuurders door de Belastingdienst (ECLI:NL:RVS:2016:253). De ABRvS heeft daarbij geoordeeld dat er geen wettelijke verplichting is op basis waarvan de Belastingdienst op verzoek van een verhuurder deze inkomensverklaring moet verstrekken. De minister beraadt zich thans, met de staatssecretaris van Financiën, over de gevolgen voor de verstrekking door de Belastingdienst van inkomensgegevens van huurders aan verhuurders en onderzoekt welke mogelijkheden de huidige wete en regelgeving kan bieden ten behoeve van de inkomensafhankelijke huurverhogingen per 1 juli 2016. Hij zal de Tweede Kamer daarover zo spoedig mogelijk nader berichten. In het licht van de lopende procedure heeft hij in het op 21 december jl. ingediende wetsvoorstel Doorstroming huurmarkt 2015 (nr. 34 373) onder meer opgenomen dat Belastingdienst wettelijk expliciet de verplichting krijgt deze verklaringen te verstrekken. Indien dit wetvoorstel op tijd in werking treedt, kan de Belastingdienst in ieder geval tijdig voor de huuraanzeggingen per 1 juli 2016 de inkomensverklaringen verstrekken. Voor het geval dat de behandeling van genoemd wetsvoorstel niet tijdig wordt afgerond, is gelijktijdig het wetsvoorstel Gegevensverstrekking Belastingdienst (nr. 34 374) bij de Tweede Kamer ingediend, dat met een technische wijziging eenzelfde bepaling bevat.

De staatssecretaris van Financiën heeft via een brief gereageerd op de vragen en opmerkingen op zijn brief van 15 september 2015 over fiscale moties en toezeggingen die in de Tweede Kamer lopen of hebben gelopen.

De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft gehoor gegeven aan de oproep van het Ministerie van Financiën om vereenvoudigingsvoorstellen in te dienen voor het Belastingplan 2017.

Naast de NOB heeft ook de Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingkundigen (NOAB) gepubliceerd welke punten hij heeft aangedragen als reactie op de oproep van het Ministerie van Financiën in verband met het Belastingplan 2017.

De Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-administratieconsulenten (SRA) heeft punten bij het ministerie van Financiën ingediend als reactie op de oproep van het Ministerie van Financiën om vereenvoudigingsvoorstellen in verband met het Belastingplan 2017.

Belanghebbende heeft tot en met 2010 onroerende zaken ter beschikking gesteld aan de maatschap van haar echtgenoot. Deze vermogensbestanddelen behoorden op grond van de terbeschikkingstellingsregeling (art. 3.91 Wet IB 2001) tot haar werkzaamheidsvermogen. Wegens toetreding tot een vof in 2010, waarin de onderneming van haar echtgenoot is voortgezet, zijn deze vermogensbestanddelen tot haar ondernemingsvermogen gaan behoren.

redelijke voordeelsverwachting, reisaftrek, voordeelsoogmerk

alleenstaande-ouderkorting, inkomensafhankelijke combinatiekorting

Door middel van een wijzigingsbesluit past de staatssecretaris het besluit aan van 18 februari 2014, nr. BLKB 2014/15M, NTFR 2014/881. Voor de zogenoemde aandeelhoudersvereisten wordt verduidelijkt dat de juridische eigenaar in aanmerking moet worden genomen, ook bij een beperkt economisch belang. In de goedkeuring van ongelijke winstverdeling is het onderdeel over de zogenoemde aandelenklassen gewijzigd. Daarbij wordt het gebruik van aandelenklassen in het algemeen goedgekeurd, mits niet (mede) gericht op het ontgaan van de dividendbelasting. Tot slot wordt goedgekeurd dat bij subfondsen of aandelenklassen de afdrachtsvermindering wordt berekend op het niveau van het subfonds of de aandelenklasse.

fictieve dienst, grove schuld, lichtvaardig handelen

Italië kent een procedure voor ondernemers die in financiële moeilijkheden verkeren. Op grond van deze procedure is het mogelijk dat de Italiaanse belastingdienst genoegen neemt met slechts een gedeeltelijke betaling van een btw-schuld.

In antwoord op Kamervragen concludeert de staatssecretaris van Financiën dat de Nederlandse btw-vrijstelling voor sport in strijd is met EU-recht. Een verruiming van deze sportvrijstelling acht hij daarom onvermijdelijk. Op korte termijn ziet het kabinet binnen de budgettaire kaders geen mogelijkheid om de budgettaire gevolgen hiervan in te passen.

In januari 2011 heeft BP Europa per schip 2,4 miljoen liter gasolie van een belastingentrepot in Nederland naar een belastingentrepot in Duitsland verzonden. Het transport vond plaats in het kader van een overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns. Nadat het voor het transport gebruikte motorschip was aangekomen, werd de gasolie in een tank van de Duitse entrepothouder, een gepompt. Na de levering van de gasolie constateerde de entrepothouder dat sprake was van een kleinere hoeveelheid dan in het elektronische administratieve document was vermeld, dat wil zeggen 0,202% minder dan de daarin opgegeven hoeveelheid. Hij heeft de douaneautoriteiten van dit feit in kennis gesteld door er melding van te maken in zijn bericht van ontvangst. Bij besluit van 16 januari 2012 heeft het Hauptzollamt Hamburg-Stadt energiebelasting ten bedrage van € 24,93 geheven over het gedeelte van de ontbrekende hoeveelheid gasolie dat de door de Duitse overheid in het algemeen aanvaarde tolerantiedrempel van 0,2% overschreed. BP Europa stelde beroep in tegen de aanslag, wat werd verworpen door het Finanzgericht Hamburg. Dat een hoeveelheid gasolie ontbrak, was naar oordeel van het Finanzgericht namelijk te wijten aan een onregelmatigheid die geacht wordt te hebben plaatsgevonden in het belastinggebied en die resulteerde in de uitslag tot verbruik van dit product. Het Bundesfinanzhof vroeg zich vervolgens af of deze juridische beoordeling van het geschil voldeed aan de voorschriften van Accijnsrichtlijn 2008, met name aan die welke betrekking hebben op de voorwaarden voor de verschuldigdheid van de accijns en op de criteria voor de vaststelling van de lidstaat die bevoegd is deze accijns te heffen wanneer slechts een gedeelte van de onder de accijnsschorsingsregeling overgebrachte goederen niet op de plaats van bestemming is aangekomen.

bewijslastverdeling, feitelijke beschikkingsmacht, houderschap

vestigingsplaats

aansluiting, woning

kenbare fout, navorderingsaanslag, nieuw feit, WOB-verzoek, zorgvuldigheidsbeginsel

WOZ-waarde

Belanghebbende heeft verzet aangetekend tegen een uitspraak van de rechtbank ex art. 8:54 Awb (vereenvoudigde behandeling). Het verzet is gegrond verklaard. Daartegen heeft belanghebbende cassatieberoep aangetekend. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep niet-ontvankelijk, omdat tegen een ‘gegrond verzet’ geen cassatieberoep openstaat. Ten overvloede geeft de Hoge Raad nog mee dat het de voorkeur verdient dat een ‘verzetrechter’ reeds een proceskostenvergoeding in de ‘verzetuitspraak’ opneemt.

eigenwoningschuld, passeren bewijsaanbod, schriftelijke bescheiden

onzuiver worden, ontslagvergoeding, prijsgeven, revisierente, stamrecht

geschilpunt, intrekken, rechtsstrijd

Brunei, dubbele belasting, onderworpenheid

reserveren, vermogen

pensioenen

bankgeheim, bijkantoren, erfbelasting, vrijheid van vestiging

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.

Onze redactie heeft deze uitspraak niet samengevat of becommentarieerd, maar wil er wel graag op attenderen.