Aflevering 6

De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 20 juni 2014, nr. 13/03828, NTFR 2014/1863, geoordeeld dat de Belastingdienst wettelijke rente is verschuldigd in verband met het te laat vergoeden van heffingsrente, omdat hier sprake is van een bestuursrechtelijke geldschuld en bij de wet voor deze situatie niet in een andere regeling is voorzien. In deze bijdrage analyseer ik dit arrest en ga ik in op de vraag of het arrest ook betekenis heeft voor de belastingrenteregeling, die per 1 januari 2013 in de plaats is gekomen van de heffingsrente. Ik begin echter met een bespreking van enkele bepalingen die onderdeel uitmaken van titel 4.4 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) over bestuursrechtelijke geldschulden.

In dit artikel ga ik in op de vraag of horizontaal toezicht een opstap kan vormen voor de overgang van het huidige aangiftesysteem van de inkomsten- en vennootschapsbelasting naar een systeem van afdracht op aangifte, zoals we dat ook kennen bij bijvoorbeeld de omzet- en loonbelasting. Daartoe bespreek ik in paragraaf 1 eerst kort de essentie van horizontaal toezicht. In paragraaf 2 ga ik in op het verband tussen de inzet van de controlecapaciteit door de Belastingdienst en de achtergrond en de ontstaansgeschiedenis van horizontaal toezicht. Vervolgens komen in paragraaf 3 enkele aspecten van horizontaal toezicht aan bod die mogelijk een belemmering vormen om tot een daadwerkelijke verbetering van de controle-efficiency van de Belastingdienst te komen. In paragraaf 4 behandel ik in dit verband een aantal voor- en nadelen van het systeem van afdracht op aangifte. Ik sluit in paragraaf 5 af met enkele conclusies.

Het fiscale boeterecht blijft in beweging. Sinds de vorige kroniek boeterechtTFB 2013/5. hebben wet- en regelgeving en jurisprudentie zich verder ontwikkeld. Deze kroniek beschrijft de ontwikkelingen in de periode 1 juni 2013 tot 25 juli 2014. Omdat een kroniek is bedoeld als overzicht en zich niet leent voor uitgebreide beschouwingen, zal ik waar mogelijk verwijzen naar artikelen, noten en commentaren (zonder te pretenderen volledig te zijn).

Naar aanleiding van het voorstel tot wijziging en uitbreiding van de Europese Spaarrichtlijn, dat na lange onderhandelingen door de Europese Raad werd goedgekeurd op 24 maart 2014, rijst de vraag of de uitgebreide Spaarrichtlijn tegen de effectieve inwerkingtreding al niet de facto achterhaald zal zijn. In dit artikel ga ik dieper in op de bestaande Europese Spaarrichtlijn.