Aflevering 8

2014 is het jaar waarin wij gedenken dat de Eerste Wereldoorlog, de Grote Oorlog, honderd jaar geleden is uitgebroken. De chaos aan het front is beeldend beschreven door o.a. Louis BarthasDe oorlogsdagboeken van Louis Barthas 1914-1918, dagboek van een tonnenmaker. en Ernst JungerIn Stahlgewittern (vertaling: Oorlogsroes).. Een vergelijking (die natuurlijk mank gaat, maar toch) kwam bij mij op toen ik een presentatie aan het voorbereiden was waarin ik de informatieverplichtingenDaar versta ik onder: het geven van mondelinge informatie of het (ter inzage) verstrekken van documenten en bescheiden. van een belastingplichtige/inhoudingsplichtigeHierna gezamenlijk aangeduid als belastingplichtige. moest bespreken en dan in het bijzonder in het kader van de bestuurlijke beboeting. Ik hoef hier niet toe te lichten dat het opslaan van de wet ons niet veel verder zal brengen om de juridische positie van de belastingplichtige te kennen. De wetgever heeft het op dit gebied jammerlijk laten afweten. Wettelijke bepalingen die tot stand zijn gekomen op grond van een gedegen discussie in het parlement hadden, zeker voor dit belangrijke onderwerp, de belastingplichtige een duidelijke(re) rechtspositie gegeven. Die moet hij nu ontberen. Dat leidt tot veel – onnodige – conflicten tussen de Belastingdienst en de belastingplichtige. De positie van de belastingplichtige wordt nu immers ‘ingekleurd’ door de rechter. De rechter beslist in individuele gevallen. Door een aantal beslissingen te combineren moet er iets van ‘een systeem’ ontstaan. Gemakkelijker wordt het er niet op. Ook niet voor de Belastingdienst op wiens bordje het naar mijn mening ligt om, indien hij een vraag wenst te stellen, de belastingplichtige te informeren of hij tot antwoorden verplicht is.Zie o.a. Hof Leeuwarden 29 november 2011, ECLI:NL:GHLEE:2011:BU6834.

Gaat de belastingrechter – als bijzondere bestuursrechter – anders om met bevoegdhedenovereenkomsten dan de algemene bestuursrechter en wat zijn daarvan de gevolgen voor de rol van de burgerlijke rechter? Daarop wordt in dit artikel ingegaan, met als doel antwoord te geven op de vraag of de competentieverdelingsregels zoals die bij de bevoegdhedenovereenkomst in het algemeen toepassing vinden zich ook op dezelfde wijze manifesteren bij geschillen rondom fiscale vaststellingsovereenkomsten.

Op 20 december 2013 heeft de Hoge Raad1 onder andere uitspraak gedaan in de zaak van een Franse bank (‘belanghebbende’) waarin laatstgenoemde om teruggaaf van dividendbelasting heeft verzocht. Deze zaak is belangwekkend, aangezien daarin een aantal elementen aan de orde komt die tot op heden in de Europese en nationale jurisprudentie mijns inziens onderbelicht zijn gebleven. Het valt te prijzen dat de Hoge Raad heeft besloten om prejudiciële vragen te stellen. Hoewel een gang naar Luxemburg alt

In deze kroniek wil ik enige opvallende en/of belangwekkende fiscaal bestuursprocesrechtelijke onderwerpen van het afgelopen jaar bespreken.

In deze bijdrage besteed ik aandacht aan de douane- en omzetbelastingtechnische aspecten van het niet-aankomen van goederen op hun bestemming. Ik neem daarbij als uitgangspunt dat niet bekend is waarom de goederen niet op hun bestemming zijn aangekomen en dat geen sprake is van fraude van de zijde van de belastingplichtige. Te denken valt aan goederen die bij vergissing niet voor vervoer zijn geladen of aan het laden van de verkeerde goederen (zogenaamde ‘pick & pack errors’). Ook kunnen goeder