Aflevering 4

Verschillende vakbladen hebben getracht om een passende en beknopte titel en dito samenvatting te plaatsen boven hun bespreking van de uitspraak van Hof Den Haag van 10 oktober 2018. De vakbladen zijn hierbij naar onze mening te kort door de bocht gegaan. Integrale bestudering laat zien dat de kern van de uitspraak genuanceerder ligt dan de titels doen vermoeden.

In dit artikel behandelt de auteur het wetsvoorstel Wet fiscale arbitrage dat op 17 december 2018 bij de Tweede Kamer is ingediend. Kamerstukken II 2018/19, 35110. Het wetsvoorstel dient ter implementatie van de EU-arbitragerichtlijn (hierna: Richtlijn) die op 10 oktober 2017 door de Raad van de EU is aangenomen. De Richtlijn dient uiterlijk 30 juni 2019 te zijn geïmplementeerd. Zie mijn artikel J.A. Booij, ‘Arbitrage, de oplossing voor grensoverschrijdende fiscale geschillen’, TFB 2018/06. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste en opvallendste onderdelen van het wetsvoorstel en doet de auteur enkele aanbevelingen aan de wetgever.

In de praktijk bestaat nog wel eens verwarring over de reikwijdte van proefprocedures die al dan niet als ‘massaal bezwaar’ zijn aangewezen. In deze bijdrage wordt aan de hand van recente jurisprudentie allereerst ingegaan op onduidelijkheden als het gaat om het ‘aanhaken’ bij een gevoerde proefprocedure die niet is aangewezen als massaal bezwaar. Vervolgens wordt ingegaan op de praktische onvolkomenheden in de uitvoering dan wel die in de wettelijke regeling bij een wel als massaal bezwaar aangewezen geschil.

Dankzij wijzigingen in de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de Algemene wet inzake rijksbelastingen kunnen tegenwoordig ook fiscale bestuurlijke boetes worden opgelegd aan de doen pleger, de uitlokker en de medeplichtige. Na invoering van de Wet Aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit zouden deze vervallen per 1 januari 2019, maar dat is niet gebeurd. Besloten is de horizonbepaling te verlengen tot 1 januari 2024. In dit artikel gaan Arthur Reijnen en Ivo Leenders in op de vraag of dat zomaar kan.

Tijdens het schrijven van deze opinie werd bekend dat de verhoging van de rente op studieleningen van de baan is. De onderwijsminister trok het wetsvoorstel in nadat bleek dat er in de Eerste Kamer te weinig steun was voor het plan. Met de leus ‘Studenten zijn géén melkkoeien’ voerden studenten eerder een mediagenieke protestactie in Amsterdam waarbij werd gedreigd met een rechtszaak tegen de voorgenomen verhoging. Studentenvakbond LSVb verweet het kabinet een salamitactiek door de rente op studieschulden steeds een klein beetje te verhogen.

In deze Kroniek besteed ik aandacht aan de jurisprudentiële ontwikkelingen op het gebied van het aansprakelijkheidsrecht, de recente ontwikkelingen op het gebied van lijfsdwang en de recente uitbreidingen van het invorderingsarsenaal.