Aflevering 7224

Circulair bouwen en gevellease: is het mogelijk een erfpachtrecht te vestigen ten behoeve van een gevelleverancier, waarbij het genot van de erfpachter beperkt is tot dat van de gevel?

Graag danken wij Hoppenbrouwers en De Groot voor hun reactie op onze bijdrage in WPNR 2018/7212. Zij keren zich niet tegen de wijze waarop wij de goederenrechtelijke toestand van de zee(bodem) zelf beoordelen (die is, zowel wij als Hoppenbrouwers en De Groot delen in dit opzicht de opvatting van die ándere ‘De Groot’, geen voor individuele eigendom vatbare zaak); zij bekritiseren ons standpunt dat de goederenrechtelijke toestand van in de Nederlandse EEZ gelegen werken, wordt beheerst door het Nederlandse recht. In dit naschrift gaan wij achtereenvolgens in op hun gedachte dat de toepasselijkheid van het Nederlandse goederenrecht territoriaal is begrensd; op de problemen die zij zien in een “duikplanktheorie” en op de wijze waarop de wetgever volgens Hoppenbrouwers en De Groot aanspraken in de EEZ zou moeten reguleren.

In 1948 schreef de Amsterdamse notaris A.M. Vroom (1890-1964) zijn bijdrage ‘Het notariaat 1948 en de toekomst’. Na ruim zeventig jaar blijkt Vrooms bijdrage nog steeds verrassend actueel te zijn.

Bij ministerieel besluit de dato 9 januari 2019 is de aanwijzing tot

Buiten de Nederlandse territoriale wateren gelegen windparken en bijbehorende bekabeling zijn volgens de auteurs door een gebrek aan rechtsmacht niet onderworpen aan het Nederlandse goederenrecht.