WPNR 2023, afl. 7399 - Gebrekkige wilsvorming en nieuwe vormen van beïnvloeding
Aflevering 7399, gepubliceerd op 24-01-2023 geschreven door prof. mr. T.F.E. Tjong Tjin TaiIn het Nederlandse recht is de gebrekkig gevormde wil een van de gronden voor nietigheid en vernietigbaarheid van rechtshandelingen. J. Hijma, Nietigheid en vernietigbaarheid van rechtshandelingen, diss. Leiden 1988. Het onderwerp wilsgebreken omvat verschillende concrete leerstukken als dwaling (art. 6:228 BW), bedreiging (art. 3:44 lid 2 BW), bedrog (art. 3:44 lid 3 BW) en misbruik van omstandigheden (art. 3:44 lid 4 BW), naast enkele verspreide rechtsfiguren die op zijn minst verwant zijn M.Y. Schaub, Wilsgebreken, Mon. BW B3 2015: in hfdst. VII bespreekt zij diverse figuren waaronder oneerlijke handelspraktijken. Zie verder J. Hijma, C.C. van Dam, W.A.M. van Schendel en W.L. Valk, Rechtshandeling en Overeenkomst, Studiereeks Burgerlijk Recht 3, 8e dr., Deventer: Kluwer 2016 nr. 158-190, Asser/Sieburgh 6-III 2018/208-271. In de literatuur wordt echter weinig aandacht besteed aan de theoretische achtergrond van het concept wilsgebrek. Asser/Sieburgh 6-III 2018/208 stelt bijvoorbeeld, positivistisch, dat er een wilsgebrek is als er een van de vier in de wet genoemde wilsgebreken aanwezig is. Ik wil hier op die achtergrond ingaan. Hier zijn twee redenen voor. Ten eerste zijn er in enkele deelgebieden nieuwe regels inzake besluitvorming en instemming ingevoerd. Ik doel op de regeling inzake instemming met verwerking van persoonsgegevens, Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) 2016/679. en de regeling over ‘samen beslissen’ bij de geneeskundige behandelingsovereenkomst (art. 7:448 BW). De verbanden en verschillen tussen deze regels kunnen ons begrip van wilsgebreken versterken en bijdragen aan het vergroten van de coherentie van het recht. Ten tweede zijn er nieuwe vormen van beïnvloeding opgekomen die niet zo gemakkelijk zijn in te passen in de klassieke wilsgebreken.