Aflevering 7519

Er is weinig fantasie nodig om een uitkering uit een levensverzekering als een legaat te zien. Iemand overlijdt en er ontstaat een vorderingsrecht in de vorm van het recht op een uitkering, artt. 7:925, 7:964 en 7:975 BW. En indien de definitie van art. 4:117 BW van een legaat naast dit fenomeen wordt gelegd, ontstaat welhaast automatisch een erfrechtelijk gevoel. Ook de Boek 4-wetgever zag de link, en houdt rekening met de verkrijging krachtens levensverzekering bij onderwerpen als de andere wettelijke rechten, de legitieme portie, de vereffening en ontwierp het quasi-legaat van art. 4:126 lid 2 onder b BW.1

Over de begunstiging bij sommenverzekering heb ik eerder geschreven.

De levensverzekering krijgt de laatste tijd de nodige aandacht in de jurisprudentie. De polis wordt zo nu en dan, zo lijkt het, vergeten, de begunstigingsredactie sluit niet meer aan op de keuzes die gemaakt zijn in het testament, de uitgekeerde gelden moeten al dan niet door de begunstigde in de nalatenschap worden gestort of de adviseur wordt verweten zich niet goed van zijn civielrechtelijke of fiscale adviestaak gekweten te hebben daar waar het de polis betreft. Reden voor de redactie om in een themanummer de levensverzekering de nodige aandacht te geven.

Uitleg van de begunstiging van een levensverzekering en de werking van redelijkheid en billijkheid

De stand van zaken