Home

Inkomstenbelasting, kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, beleggingsrecht eigen woning en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3

Geldig van 30 december 2014 tot 9 oktober 2015
Geldig van 30 december 2014 tot 9 oktober 2015

Inkomstenbelasting, kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, beleggingsrecht eigen woning en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3

Besluit BLKB2014/1763M

Voorafgaande besluiten
CPP2008/1118M, BLKB2012/1977M
Opvolgende besluiten
2017-81019
Versies van huidig besluit

Opschrift


[Regeling ingetrokken per 24-05-2017]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Het besluit van 28 april 2009, nr. CPP2008/1118M, wordt opnieuw uitgebracht. Dit besluit is geactualiseerd – onder meer aangepast aan het nieuwe partnerbegrip en het overgangsrecht voor de kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning en het beleggingsrecht eigen woning – en aangevuld met nieuwe beleidsstandpunten.

1. Inleiding

In dit besluit zijn de beleidsstandpunten opgenomen op het terrein van de kapitaalverzekering en de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), spaarrekening eigen woning (SEW) en het beleggingsrecht eigen woning (BEW). Eenvoudshalve worden de KEW, SEW en BEW hierna tezamen KEW genoemd. De artikelen uit afdeling 3.6 van de Wet IB 2001, zoals die luidden op 31 december 2012 en die betrekking hadden op de KEW, zijn vervangen door overeenkomstige artikelen in hoofdstuk 10bis van de Wet IB 2001. In dit besluit wordt verwezen naar de huidige artikelen. De systematiek die geldt bij eerdere overgangsregimes voor kapitaalverzekeringen is van toepassing op dit overgangsrecht.

Ook zijn de beleidsstandpunten opgenomen over vóór 2001 gesloten kapitaalverzekeringen die met toepassing van de Invoeringswet zijn omgezet in een KEW. Daarnaast zijn de beleidsstandpunten opgenomen die met het oog op de toepassing van de Invoeringswet zelf zijn ingenomen. Deze beleidsstandpunten zien op vóór 2001 gesloten kapitaalverzekeringen die niet zijn omgezet in een KEW. In vrijwel alle gevallen gaat het hierbij om kapitaalverzekeringen die behoren tot box 3. Voor dergelijke kapitaalverzekeringen blijft gedurende de gehele looptijd de Wet IB 1964 mede van toepassing.

De beleidsstandpunten over de KEW zijn in beginsel van overeenkomstige toepassing op kapitaalverzekeringen waarop op grond van de onderdelen AL en AM van de Invoeringswet de bepalingen van de Wet IB 1964, zoals deze luidden op 31 december 2000, van toepassing blijven. Dit wordt bij de beleidsstandpunten niet vermeld, alleen afwijkingen van dit uitgangspunt worden genoemd.

De goedkeuring uit het besluit van 20 december 2012, BLKB 2012/1977M (Vervallen tijdklemmen in specifieke situaties) is in dit besluit opgenomen. Daarnaast wordt de reikwijdte van deze goedkeuring uitgebreid met op 31 december 2000 bestaande kapitaalverzekeringen waarvan voor het rentebestanddeel een vrijstelling zou gelden wanneer gedurende een minimaal aantal jaren premies zijn voldaan.

In dit besluit zijn nieuwe standpunten opgenomen of zijn standpunten aangepast over de volgende onderwerpen:

  • Overgangsrecht aanpassing partnerbegrip met ingang van 1 januari 2011 (2.1.2);

  • Gedeeltelijke afkoop na 15 jaar voor gebruik lage vrijstelling (2.3);

  • Stroomlijning voorwaarden voor een BEW (2.6);

  • Gesplitste betaling door partners bij gemengde KEW (3.1.2);

  • Wijziging premies door sekseneutrale tarieven (3.1.7);

  • Extra gebruik vrijstelling KEW bij vervallen van de goedkoperwonenregeling (4.6);

  • Vervallen tijdklemmen in specifieke situaties (4.7);

  • Omzetting KEW bij beëindiging partnerschap (5.2);

  • In aanmerking te nemen inleg na omzetting KEW; bandbreedte-eis en overgangsrecht KEW (5.4);

  • Omzetting kapitaalverzekeringen; behoud eerbiedigende werking (7.5);

  • Vervreemding kapitaalverzekering bij echtscheiding (7.7).

De geactualiseerde standpunten zijn thematisch gerangschikt en zoveel mogelijk samengevoegd.

Gebruikte begrippen en afkortingen

2. Voorwaarden KEW

2.1. Eigenwoningschuld, partnerbegrip en clausules; Gevolgen aanpassingen wetgeving

2.1.1. KEW-clausule voor kapitaalverzekeringen van vóór 1 oktober 2005

2.1.2. Aanpassing partnerbegrip met ingang van 1 januari 2011; Overgangsrecht

2.1.3. KEW-clausule

2.2. Begrip levensverzekering voor een KEW

2.3. Eenmalige kapitaalsuitkering

2.4. Verzekering gesplitst in een KEW die uitkeert bij in leven zijn en een overlijdensuitkering die behoort tot de grondslag van box 3

2.4.1. Premiesplitsing

2.4.2. Vrijstelling in box 3 voor het overlijdensdeel

2.5. SEW of BEW; doorschuiven bij overlijden; redelijke termijn

2.6. Stroomlijning voorwaarden voor BEW

2.7. Herstel administratieve fout met terugwerkende kracht

3. Voorwaarden voor premiebetalingen

3.1. Bandbreedte-eis

3.1.1. Betaling in vreemde valuta

3.1.2. Gesplitste betaling door partners bij gemengde KEW (geldt niet voor SEW’s en BEW’s)

3.1.3. Hoog-laag-kapitaalverzekering op twee polissen bij KEW (geldt niet voor SEW’s en BEW’s)

3.1.4. Verlaging premie voor vrijstelling bij arbeidsongeschiktheid; wetswijziging 2004 (geldt niet voor SEW’s en BEW’s)

3.1.5. Verlaging premie voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid; Invoering wetgeving ( WIA ) (geldt niet voor SEW’s en BEW’s)

3.1.6. Aanpassing KEW bij beëindiging (fiscaal) partnerschap; wijziging verzekerde persoon en premiebandbreedte (geldt niet voor SEW’s en BEW’s)

3.1.7. Wijziging premies door sekseneutrale tarieven (geldt niet voor SEW’s en BEW’s)

3.2. Premiedepot bij een KEW; Koopsomstorting of jaarlijkse premiebetaling? (geldt niet voor SEW’s en BEW’s)

3.2.1. Inleiding

3.2.2. Fiscale toets van een premiedepot

3.2.3. Voorwaarden voor voldoende beschikkingsmacht

3.3. Inhoud van het begrip premie; meetelregel KEW (geldt alleen voor KEW’s en kapitaalverzekeringen in box 3)

3.3.1. Inleiding

3.3.2. Meeverzekerde periodieke uitkeringen bij invaliditeit

3.3.3. Meeverzekerd recht op vrijstelling premiebetaling bij invaliditeit

3.3.4. Wijze van toepassen bij ongelijke grootheden

3.4. De begrippen jaar en jaarlijks (geldt voor KEW’s en kapitaalverzekeringen in box 3)

3.4.1. Algemeen

3.4.2. Afsluitende maandbetalingen

3.5. Toerekening van betaalde premies aan de verzekeringsjaren

3.5.1. Inleiding

3.5.2. Contractueel verschuldigde premies

3.5.3. Vrijwillig betaalde extra premies

3.5.4. Herstelmogelijkheid voor foutieve premiebetalingen

4. Vrijstellingen

4.1. Vrijstellingen bij minderjarige kinderen en partners

4.2. Volgorde benutten vrijstellingen

4.3. Vrijstellingen bij fictieve kapitaalsuitkeringen; aflossingseis

4.4. Geldgever is eerste begunstigde; fiscale genieter van de uitkering

4.5. Waardeveranderingen tussen tijdstip van overlijden en tijdstip van aflossen eigenwoningschuld (alleen voor SEW’s en BEW’s)

4.6. Vrijstelling KEW wegens vervallen goedkoperwonenregeling

4.7. Vervallen tijdklemmen in specifieke situaties

5. Omzetting KEW

5.1. Omzetting in twee soortgelijke producten; toerekening premies

5.2. Gevolgen afkoop; omzetting bij beëindiging (fiscaal) partnerschap

5.3. Omzettingskapitaal niet rechtstreeks gestort naar nieuwe aanbieder

5.4. Hoogte inleg na omzetting KEW in SEW; bandbreedte-eis en overgangsrecht KEW

6. Omzetting van vóór 1 januari 2001 bestaande kapitaalverzekering in KEW ( onderdelen AL tot en met AP van de Invoeringswet )

6.1. Omzetting van bestaande kapitaalverzekering in KEW

6.2. Kew voortgekomen uit pré brede herwaarderingverzekering

6.3. Geruisloze beëindiging KEW tot en met 31 december 2003

6.4. Beëindiging KEW; voortzetting in box 3 met bijzondere waardevrijstelling

7. Vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen die niet zijn omgezet in een KEW ( onderdelen AL tot en met AP van de Invoeringswet)

7.1. Fiscale gevolgen van schikking Spaarbeleg Kas NV met Stichting Spaardersbelangen

7.2. Verhoging verzekerd kapitaal na 13 september 1999 op grond van optieclausule

7.3. Verhoging verzekerd kapitaal na 13 september 1999 als gevolg van verhoging maximum werknemersspaarregeling

7.4. Terugdraaien verhoging verzekerd kapitaal en verlenging looptijd na 13 september 1999

7.5. Omzetting kapitaalverzekeringen; behoud eerbiedigende werking

7.5.1. Inleiding

7.5.2. Wijzigingen en omzettingen van kapitaalverzekeringen

7.5.3. Berekeningsmethode voor omzetting euroverzekeringen in unit-linkedverzekeringen

7.6. Afrondingen verzekerd kapitaal naar boven door invoering euro; geen verlies bijzondere waardevrijstelling in box 3

7.7. Vervreemding kapitaalverzekering bij echtscheiding

8. Ingetrokken regelingen

9. Tijdstip van inwerkingtreding van het besluit