Inkomstenbelasting, kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, beleggingsrecht eigen woning en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3
Inkomstenbelasting, kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, beleggingsrecht eigen woning en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3
Besluit BLKB2014/1763M
- Voorafgaande besluiten
- CPP2008/1118M, BLKB2012/1977M
- Opvolgende besluiten
- 2017-81019
- Versies van huidig besluit
Opschrift
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Het besluit van 28 april 2009, nr. CPP2008/1118M, wordt opnieuw uitgebracht. Dit besluit is geactualiseerd – onder meer aangepast aan het nieuwe partnerbegrip en het overgangsrecht voor de kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning en het beleggingsrecht eigen woning – en aangevuld met nieuwe beleidsstandpunten.
1. Inleiding
In dit besluit zijn de beleidsstandpunten opgenomen op het terrein van de kapitaalverzekering en de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), spaarrekening eigen woning (SEW) en het beleggingsrecht eigen woning (BEW). Eenvoudshalve worden de KEW, SEW en BEW hierna tezamen KEW genoemd. De artikelen uit afdeling 3.6 van de Wet IB 2001, zoals die luidden op 31 december 2012 en die betrekking hadden op de KEW, zijn vervangen door overeenkomstige artikelen in hoofdstuk 10bis van de Wet IB 2001. In dit besluit wordt verwezen naar de huidige artikelen. De systematiek die geldt bij eerdere overgangsregimes voor kapitaalverzekeringen is van toepassing op dit overgangsrecht.
Ook zijn de beleidsstandpunten opgenomen over vóór 2001 gesloten kapitaalverzekeringen die met toepassing van de Invoeringswet zijn omgezet in een KEW. Daarnaast zijn de beleidsstandpunten opgenomen die met het oog op de toepassing van de Invoeringswet zelf zijn ingenomen. Deze beleidsstandpunten zien op vóór 2001 gesloten kapitaalverzekeringen die niet zijn omgezet in een KEW. In vrijwel alle gevallen gaat het hierbij om kapitaalverzekeringen die behoren tot box 3. Voor dergelijke kapitaalverzekeringen blijft gedurende de gehele looptijd de Wet IB 1964 mede van toepassing.
De beleidsstandpunten over de KEW zijn in beginsel van overeenkomstige toepassing op kapitaalverzekeringen waarop op grond van de onderdelen AL en AM van de Invoeringswet de bepalingen van de Wet IB 1964, zoals deze luidden op 31 december 2000, van toepassing blijven. Dit wordt bij de beleidsstandpunten niet vermeld, alleen afwijkingen van dit uitgangspunt worden genoemd.
De goedkeuring uit het besluit van 20 december 2012, BLKB 2012/1977M (Vervallen tijdklemmen in specifieke situaties) is in dit besluit opgenomen. Daarnaast wordt de reikwijdte van deze goedkeuring uitgebreid met op 31 december 2000 bestaande kapitaalverzekeringen waarvan voor het rentebestanddeel een vrijstelling zou gelden wanneer gedurende een minimaal aantal jaren premies zijn voldaan.
In dit besluit zijn nieuwe standpunten opgenomen of zijn standpunten aangepast over de volgende onderwerpen:
Overgangsrecht aanpassing partnerbegrip met ingang van 1 januari 2011 (2.1.2);
Gedeeltelijke afkoop na 15 jaar voor gebruik lage vrijstelling (2.3);
Stroomlijning voorwaarden voor een BEW (2.6);
Gesplitste betaling door partners bij gemengde KEW (3.1.2);
Wijziging premies door sekseneutrale tarieven (3.1.7);
Extra gebruik vrijstelling KEW bij vervallen van de goedkoperwonenregeling (4.6);
Vervallen tijdklemmen in specifieke situaties (4.7);
Omzetting KEW bij beëindiging partnerschap (5.2);
In aanmerking te nemen inleg na omzetting KEW; bandbreedte-eis en overgangsrecht KEW (5.4);
Omzetting kapitaalverzekeringen; behoud eerbiedigende werking (7.5);
Vervreemding kapitaalverzekering bij echtscheiding (7.7).
De geactualiseerde standpunten zijn thematisch gerangschikt en zoveel mogelijk samengevoegd.