Vennootschapsbelasting, artikel 28a; omzetting rechtspersoon
Vennootschapsbelasting, artikel 28a; omzetting rechtspersoon
Besluit 2017/116
Opschrift
Dit besluit bevat het beleid met betrekking tot artikel 28a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en is meest recent gewijzigd bij besluit van 9 oktober 2019, nr. 2019-17461 . Deze laatste wijziging betreft het volgende. De standaardvoorwaarden zijn aangepast (en vernummerd) in verband met de earningsstrippingmaatregel van artikel 15b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. In de vernieuwde voorwaarde 5 wordt uitdrukkelijk bepaald dat een direct voorafgaand aan de omzetting bestaande artikel 15b aanspraak op voortwenteling van rentesaldi ook na de omzetting kan worden verrekend.
1. Inleiding
Artikel 28a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 regelt de fiscale gevolgen als een rechtspersoon wordt omgezet op voet van artikel 18 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. In de paragrafen 2 tot en met 10 van dit besluit staat mijn beleid voor de toepassing van dit artikel 28a van de Wet Vpb. Hier wordt onder andere ingegaan op de voorwaarden die in het algemeen worden gesteld in het kader van de fiscale begeleiding van de omzetting. Deze voorwaarden zijn opgenomen in bijlage 1 van dit besluit. Met nadruk wordt erop gewezen dat het algemene karakter van de voorwaarden meebrengt dat de voorwaarden worden gewijzigd of aangevuld al naar gelang de bijzondere omstandigheden van het geval.
In paragraaf 11 wordt een algemene toestemming verleend aan de inspecteur tot het afdoen van bepaalde verzoeken om toepassing van artikel 28a, derde lid, van de Wet Vpb.
In paragraaf 12 staat welke besluiten worden ingetrokken.
In paragraaf 13 is tot slot de inwerkingtreding geregeld van dit besluit.
1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen
De Wet Vpb de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
De om te zetten rechtspersoon de in artikel 28a van de Wet Vpb bedoelde rechtspersoon vóór de omzetting
De omgezette rechtspersoon de in artikel 28a van de Wet Vpb bedoelde rechtspersoon na de omzetting
Het omzettingstijdstip het tijdstip vanaf wanneer de onderneming van de om te zetten rechtspersoon geacht wordt rechtstreeks voor rekening en risico van de omgezette rechtspersoon te zijn uitgeoefend
BW Burgerlijk Wetboek
nv naamloze vennootschap
bv besloten vennootschap
2. Systematiek van de regeling
In artikel 18 van Boek 2 BW wordt aan rechtspersonen de mogelijkheid geboden zich om te zetten in een andere rechtsvorm. Voor de heffing van de vennootschaps-, inkomsten- en dividendbelasting zijn de gevolgen van de omzetting geregeld in artikel 28a van de Wet Vpb. Civielrechtelijk eindigt het bestaan van de rechtspersoon niet. Fiscaalrechtelijk echter wordt krachtens het eerste lid van artikel 28a de rechtspersoon geacht te zijn geliquideerd (met uitzondering van enkele limitatief opgesomde vormen). Hierbij wordt het vermogen geacht te zijn uitgekeerd aan de deelgerechtigden, die vervolgens worden geacht dat vermogen te hebben ingebracht in de andere rechtspersoon. Het tweede lid van artikel 28a verklaart het eerste lid mede van toepassing voor de heffing van de inkomstenbelasting en de dividendbelasting. Vervolgens geeft het derde lid de Minister de bevoegdheid op verzoek afwijkingen van het eerste en het tweede lid toe te staan. In dit besluit geef ik een nadere invulling aan de fiscale behandeling van een omzetting.