Home

Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, alsmede tot het Protocol betreffende de uitlegging daarvan door het Hof van Justitie

Geldig vanaf 1 november 1986
Geldig vanaf 1 november 1986

Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, alsmede tot het Protocol betreffende de uitlegging daarvan door het Hof van Justitie

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-11-1986]

Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, alsmede tot het Protocol betreffende de uitlegging daarvan door het Hof van Justitie

Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, alsmede tot het Protocol betreffende de uitlegging daarvan door het Hof van Justitie

Preambule

De Hoge Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Overwegende dat het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland door lid te worden van de Gemeenschap zich verplicht hebben om toe te treden tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke, en handelszaken en tot het Protocol betreffende de uitlegging van dat Verdrag door het Hof van Justitie en te dien einde onderhandelingen met de oorspronkelijke Lid-Staten van de Gemeenschap te beginnen om daarin de noodzakelijke aanpassingen aan te brengen,

Hebben besloten om dit Verdrag te sluiten en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:

Zijne Majesteit de Koning der Belgen:

  • Renaat van Elslande,

  • Minister van Justitie;

Hare Majesteit de Koningin van Denemarken:

  • Nathalie Lind

  • Minister van Justitie;

de President van de Bondsrepubliek Duitsland:

  • Dr. Hans-Jochen Vogel,

  • Bondsminister van Justitie;

de President van de Franse Republiek:

  • Alain Peyrefitte,

  • Zegelbewaarder,

  • Minister van Justitie;

de President van Ierland:

  • Gerard Collins,

  • Minister van Justitie;

de President van de Italiaanse Republiek:

  • Paolo Bonifacio,

  • Minister van Justitie;

Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg:

  • Robert Krieps,

  • Minister van Onderwijs,

  • Minister van Justitie;

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:

  • Prof. Mr. J. de Ruiter,

  • Minister van Justitie;

Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland:

  • The Right Honourable the Lord Elwyn-Jones, C.H.,

  • Lord High Chancellor of Great Britain;

Die, in het kader van de Raad bijeen, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,

Omtrent de volgende bepalingen overeenstemming hebben bereikt:

TITEL I. Algemene bepalingen

Artikel 1

Artikel 2

TITEL II. Aanpassingen van het Verdrag van 1968

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

TITEL III. Aanpassingen van het Protocol bij het Verdrag van 1968

Artikel 29

TITEL IV. Aanpassingen van het Protocol van 1971

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

TITEL V. Overgangsbepalingen

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

TITEL VI. Slotbepalingen

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 41