Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-09-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:8232, 21/00587

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-09-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:8232, 21/00587

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
27 september 2022
Datum publicatie
7 oktober 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:8232
Formele relaties
Zaaknummer
21/00587
Relevante informatie
Art. 3.74 Wet IB 2001, Art. 3.79a Wet IB 2001, Art. 8:75 Awb, Art. 8:75a Awb

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Compromis ter zitting.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer BK-ARN 21/00587

uitspraakdatum: 27 september 2022

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 8 april 2021, nummer AWB 19/6592, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amsterdam (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is over het jaar 2011 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 221.968. Bij beschikking is heffingsrente berekend van € 17.950.

1.2

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het belastbare inkomen uit werk en woning verminderd tot € 152.837 en de heffingsrente dienovereenkomstig verminderd tot € 11.656.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 15 september 2022 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en mr. G. Boot, als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam1] namens de Inspecteur, bijgestaan door [naam2] en [naam3] .

2 Geschil

Tussen partijen was in geschil of de navorderingsaanslag tot het juiste bedrag is opgelegd. Het geschil spitste zich daarbij toe op de omvang van de winst, behaald met de bemiddeling in landbouwmachines.

3 Beoordeling van het geschil

Partijen zijn ter zitting tot overeenstemming gekomen dat de winst uit onderneming (vóór ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling) over het jaar 2011 € 85.404 bedraagt en dat het belastbare inkomen uit werk en woning over dat jaar € 69.237 is.

Het Hof zal beslissen overeenkomstig hetgeen partijen ter zitting overeen zijn gekomen.

4 Griffierecht en proceskosten

5 Beslissing