Hoge Raad, 13-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:324, 16/05139
Hoge Raad, 13-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:324, 16/05139
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 maart 2018
- Datum publicatie
- 13 maart 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:324
- Formele relaties
- Conclusie:
- In cassatie op :, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 16/05139
Inhoudsindicatie
Kofferbak- en rioolputmoord. Vervolg op ECLI:NL:HR:2015:2886. Opzet op medeplichtigheid aan moord? HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
13 maart 2018
Strafkamer
nr. S 16/05139
JH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 14 september 2016, nummer 21/000083-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de strafoplegging, tot vermindering daarvan en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2 Beoordeling van het eerste middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beoordeling van het tweede middel
Het middel klaagt dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden.
Het middel is gegrond. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van acht jaren en drie maanden.
4 Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.