Rechtbank Den Haag, 04-07-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:10742, AWB - 22 _ 3914
Rechtbank Den Haag, 04-07-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:10742, AWB - 22 _ 3914
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 4 juli 2024
- Datum publicatie
- 18 juli 2024
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2025:552, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 22 _ 3914
- Relevante informatie
- Art. 15.33 WMB, Art. 216 Gemw, Art. 219 Gemw, Art. 7:4 Awb, Art. 8:42 Awb
Inhoudsindicatie
aanslag afvalstoffenheffing. Hoogte tarief eenpersoonshuishouden. Er is geen sprake van overschrijding van de opbrengstlimiet. Het gelijkheidsbeginsel, noch het evenredigheidsbeginsel is geschonden.
Uitspraak
Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 22/3914
(gemachtigde: mr. [gemachtigde]),
en
en
de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie en Veiligheid), te Den Haag, de Staat.
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2022 een aanslag afvalstoffenheffing (de aanslag) opgelegd.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 19 mei 2022 de aanslag gehandhaafd.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld en een nadere motivering van zijn beroep ingediend.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft op 22 mei 2024 een pleitnota ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 mei 2024.
Namens eiser is zijn gemachtigde verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 1], [naam 2] en [naam 3].
Overwegingen
Feiten
1. De Verordening afvalstoffenheffing 2022 van de gemeente Zoetermeer (de Verordening) luidt, voor zover hier van belang:
“Artikel 3 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld (…) gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan (…) een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
(…)
Bijlage 1 Tarieventabel bedoeld in artikel 4 bij de Verordening afvalstoffenheffing 2022
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
1 indien het perceel bij de aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door één persoon: € 264,27;
2 indien het perceel bij de aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door twee personen: € 297,13;
3 indien het perceel bij de aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door drie of meer personen: € 311,77;
(…)”
2. In de Programmabegroting 2022-2025 is onder meer het volgende opgenomen:
“(…) Hogere afvalstoffenheffing, door veel restafval en druk op de afvalmarkt
Met het programma Van Afval Naar Grondstof streeft de rijksoverheid naar een reductie van de hoeveelheid restafval naar 100 kilogram per inwoner. Mogelijk neemt het rijk de komende jaren meer verplichtende of sanctionerende maatregelen om de restafvalreductie te stimuleren. Dit kan een nadelig effect hebben op de hoogte van de afvalstoffenheffing. Er staat druk op de afvalmarkt. Kostenstijgingen voor verwerking en dalingen van de opbrengsten voor afzet van afvalfracties kunnen ervoor zorgen dat de afvalstoffenheffing stijgt. Als gevolg van corona werken meer mensen thuis en worden meer webshop-aankopen gedaan. Het effect op de hoeveelheid en samenstelling van het afval is mogelijk ook nog in 2022 merkbaar.
(…)
5. Afvalinzameling en verwerking matrassen
Voor afvalinzameling, -verwerking en overige kosten is in de begroting in totaal € 11,2 mln. opgenomen. Hiervan is € 1,6 mln. begroot voor grofvuil. Eén van de onderdelen van het grofvuil is de verwerking van matrassen. Door landelijke regelgeving over de verwerking van matrassen in combinatie met het opschorten van de uitvoering van het nieuwe afval- en grondstoffenbeleidsplan, nemen de verwerkingskosten toe naar € 250.000 per jaar. Deze extra en naar verwachting structurele kosten worden betrokken in de hoogte van de afvalstoffenheffing vanaf 2022.
(…)”
3. In een document genaamd ‘Kostendekking legestabel 2022’, dat in de Gemeenteraadsvergadering van 20 december 2021 van de gemeente Zoetermeer is behandeld en is vastgesteld, staat, voor zover hier van belang:
“(…) Kosten Baten Dekkings%
Overige heffingen
Afvalstoffenheffing 16.415.000 15.928.000 97
(…)”
4. Het definitieve overzicht met de geraamde baten en lasten ter zake van het beheer van huishoudelijke afvalstoffen dat na de onder 2 vermelde programmabegroting is vastgesteld, het zogeheten ‘Model transparantie opbouw leges en heffingen’ (het Model), vermeldt onder 1 ‘Inventarisatie van determinanten’ als totaal € 16.415.138 aan geprognotiseerde kosten met een uitsplitsing van de betreffende kostenposten waarbij – voor zover hier relevant – is vermeld ‘kosten van kwijtschelding’ groot € 1.075.139 en ‘BCF (‘fictieve’ compensabele BTW)’ groot € 1.717.769. Voorts is daarin onder 2 ‘Prognose en historie productiegegevens’ vermeld:
Een persoonshuishoudens |
17.390 |
|
Twee persoonshuishoudens |
18.742 |
|
meerpersoonshuishoudens |
18.789 |
|
Som aantal huishoudens |
54.921 |
|
Reële kostprijs per product o.b.v. historische productie en kosten |
€ 298,89 |
Onder 4 ‘Vast te stellen prijs en percentage kostendekkendheid’ is vermeld:
Reële kostprijs per product o.b.v. activiteiten en verwachte productie |
€ 298,89 |
Bijstelling door beleid- of wetgeving |
|
Op basis van kosten, productiegegevens en beleid gebaseerde te hanteren prijs |
€ 298,89 |
Werkelijk gemiddeld te hanteren prijs (inclusief bijvoorbeeld een afronding) |
€ 290,01 |
Kostendekkendheidspercentage |
97% |
5. Verweerder heeft aan eiser een aanslag afvalstoffenheffing opgelegd naar een tarief van € 264,27, betreffende het tarief voor een eenpersoonshuishouden.