Home

Rechtbank Gelderland, 02-02-2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:520, AWB - 22 _ 457 ea

Rechtbank Gelderland, 02-02-2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:520, AWB - 22 _ 457 ea

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
2 februari 2023
Datum publicatie
10 februari 2023
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2023:520
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 22 _ 457 ea
Relevante informatie
Art. 3.146 lid 1 Wet IB 2001, Art. 6.3 Wet IB 2001, Art. 5:46 lid 2 Awb, Art. 16 lid 3 AWR, Art. 67d AWR, Art. 6 EVRM, Art. 68 lid 1 onderdeel c WvSr

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Eiser betrekt in zijn IB-aangiften over de jaren 2014 tot en met 2018 ontslagvergoedingen uit de jaren vóór 2014 en betaalde partneralimentatie. De inspecteur legt (navorderings)aanslagen op, die afwijken van de aangiften, en vergrijpboetes. Naar het oordeel van de rechtbank zij de ontslagvergoedingen niet toerekenbaar aan de jaren 2014 en verder en kunnen deze daarom niet in de heffing worden betrokken. Het moment van feitelijke opname is voor de toerekening niet van belang. Daarnaast maakt eiser niet aannemelijk dat hij partneralimentatie verschuldigd was en dat hij deze in 2014 tot en met 2018 heeft betaald. Omdat eiser valse stukken heeft opgemaakt en deze heeft verstrekt aan de inspecteur kan hij geen geslaagd beroep doen op het vertrouwensbeginsel. Om diezelfde reden kan eiser niet met succes betogen dat een nieuw feit voor de navordering ontbreekt, omdat hij te kwader trouw heeft gehandeld. De stelling van eiser dat zijn naam opgetekend stond op een fraudelijst van de Belastingdienst kan niet leiden tot een geslaagd beroep. De vergrijpboetes zijn terecht opgelegd en de rechtbank oordeelt deze passend en geboden. Eiser krijgt evenwel een vergoeding van immateriële schade vanwege de lange duur van de procedure. Beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem

Belastingrecht

zaaknummers: ARN 22/457, 22/460, 22/464, 22/1003 en 22/1004

uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van

in de zaken tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en

de inspecteur van de belastingdienst, kantoor Arnhem, verweerder.

Inleiding

Feiten

“Opmerking verbalisant:

Vraag verbalisant:

Antwoord gehoorde:

Vraag verbalisant:

Antwoord gehoorde:

Opmerking verbalisant:

Vraag verbalisant:

Antwoord gehoorde:

Vraag verbalisant:

Antwoord gehoorde:

Vraag verbalisant:

Antwoord gehoorde:

Vraag verbalisant:

Antwoord gehoorde:

Opmerking verbalisant:

Vraag verbalisant:

Antwoord gehoorde:

Opmerking verbalisant:

Vraag verbalisant:

Antwoord gehoorde:

Opmerking verbalisant:

Vraag verbalisant:

Antwoord gehoorde:

Vraag verbalisant:

Antwoord gehoorde:

Vraag verbalisant:

Antwoord gehoorde:

Vraag verbalisant:

Antwoord gehoorde:

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep