Erfgenaam heeft recht op eigen medebelanghebbendebeschikking

Erfgenaam heeft recht op eigen medebelanghebbendebeschikking

Gegevens

Nummer
2025/1121
Publicatiedatum
11 juli 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:1124
Rubriek
WOZ
Relevante informatie

Belanghebbende en zijn zus zijn erfgenaam van hun vader. Zij hebben op naam van de erven van de vader een WOZ-beschikking ex art. 22 Wet WOZ ontvangen. Belanghebbende heeft op grond van art. 28 Wet WOZ verzocht om een beschikking op eigen naam. Volgens hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2023:1443) heeft de heffingsambtenaar dit verzoek terecht afgewezen. In cassatie houdt deze beslissing echter geen stand.

Art. 28 Wet WOZ voorziet in een recht op een beschikking op eigen naam, indien de betrokken belanghebbende daarom verzoekt. Een op naam van gezamenlijke erfgenamen gestelde beschikking ex art. 22 Wet WOZ, kan voor de toepassing van art 28 Wet WOZ niet worden aangemerkt als beschikking die is toegezonden aan een individuele erfgenaam. Dat die erfgenaam ook voor zichzelf een rechtsmiddel had kunnen aanwenden met betrekking tot de WOZ-beschikking die op naam van de gezamenlijke erfgenamen is gesteld, staat hieraan niet in de weg. Dat een individuele erfgenaam de mogelijkheid heeft gehad om, tezamen met de andere erfgenaam, rechtsmiddelen aan te wenden tegen een WOZ-beschikking die aan de gezamenlijke erfgenamen is gericht, is in dit verband evenmin relevant. Dat geldt ook in het geval de erfgenamen de mogelijkheid om gezamenlijk een rechtsmiddel aan te wenden hebben benut. Volgens de Hoge Raad heeft de heffingsambtenaar ten onrechte geweigerd de door belanghebbende gevraagde beschikkingen te geven.

(Cassatieberoep gegrond.)