Vergrijpboete bij navordering ook als betrokkene niet correct is uitgenodigd tot doen van aangifte

Ondanks dat belanghebbende niet correct is uitgenodigd, heeft hij wel een aangiftebiljet IB/PVV 2017 ingevuld en ingediend. Conform deze aangifte is een aanslag opgelegd. Nadien is een onderzoek ingesteld en is gebleken dat belanghebbende een te laag inkomen had aangegeven. De inspecteur legt een navorderingsaanslag op alsmede een vergrijpboete (ex art. 67e AWR). Hof Arnhem-Leeuwarden (16 april 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:2592) heeft de vergrijpboete vernietigd omdat belanghebbende niet correct was uitgenodigd om aangifte te doen. De Hoge Raad vernietigt deze beslissing. Alleen voor een vergrijpboete op grond van art. 67d AWR – wegens het niet, onjuist of onvolledig doen van aangifte – is vereist dat de betrokkene is uitgenodigd tot het doen van aangifte. Voor het niet-doen van aangifte zoals bedoeld in art. 67d AWR is bovendien vereist dat de betrokkene naderhand is aangemaand. De vereisten van uitnodiging en aanmaning gelden echter niet voor beboeting op grond van art. 67e AWR. Het beboetbare feit van art. 67e AWR is namelijk niet beperkt tot een bepaald handelen of nalaten met betrekking tot de aangifte. Door de ruimere omschrijving van het beboetbare feit, kan op grond van art. 67e AWR ook een vergrijpboete worden opgelegd als de belastingplichtige niet of niet correct is uitgenodigd of aangemaand om aangifte te doen.

(Volgt vernietiging en verwijzing.)