Aan voor Ierse luchtvaartmaatschappij werkzame piloot uitbetaalde ‘expenses’ ten dele vrijgesteld
Aan voor Ierse luchtvaartmaatschappij werkzame piloot uitbetaalde ‘expenses’ ten dele vrijgesteld
Gegevens
- Nummer
- 2025/1651
- Publicatiedatum
- 24 oktober 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Arbeid, loon en resultaat
- Relevante informatie
Belanghebbende, inwoner van Nederland, heeft als piloot gewerkt voor een Ierse luchtvaartmaatschappij die belanghebbende inhuurde via een uitzendbureau. De diensten van belanghebbende werden aan het uitzendbureau ter beschikking gesteld door tussenkomst van achtereenvolgens C en D (zijnde naar Iers recht opgerichte vennootschappen waarvan belanghebbende medeaandeelhouder was). De luchtvaartmaatschappij, het uitzendbureau, C en D zijn geen van alle inhoudingsplichtig voor de loonbelasting in Nederland. C en D hebben in 2016 aan belanghebbende bedragen uitbetaald ter zake van zijn werkzaamheden als piloot. Die bedragen zijn deels aangemerkt als loon, en deels als kostenvergoeding onder de benaming ‘expenses’ (in totaal € 38.586). De inspecteur heeft de ‘expenses’ grotendeels tot het loon gerekend. Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2023:2051, ) heeft belanghebbende gedeeltelijk (voor € 7.700) in het gelijk gesteld. De staatssecretaris heeft cassatieberoep aangetekend, maar zonder succes. De klacht dat de betalingen aan belanghebbende wegens ‘expenses’ niet onder de werkkostenregeling zijn vrijgesteld omdat de werkgever deze niet als eindheffingsbestanddeel heeft aangewezen faalt namelijk, gelet op HR 5 september 2025, ECLI:NL:HR:2025:1236, .
In aanmerking genomen dat de inspecteur bij het hof uitdrukkelijk en ondubbelzinnig ermee akkoord is gegaan dat een totaalbedrag van € 7.700 als gerichte vrijstelling kan worden aangemerkt, kan de staatssecretaris bovendien het dienovereenkomstige oordeel van het hof in cassatie niet aanvechten.
(Cassatieberoep ongegrond.)