Premiekorting bij opvolgende kwalificerende dienstbetrekking indien bij eerdere kwalificerende dienstbetrekking premiekorting niet is toegepast

Premiekorting bij opvolgende kwalificerende dienstbetrekking indien bij eerdere kwalificerende dienstbetrekking premiekorting niet is toegepast

Gegevens

Nummer
2025/982
Publicatiedatum
13 juni 2025
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:HR:2025:827
Rubriek
Sociale Zekerheid
Relevante informatie

Belanghebbende exploiteert een uitzendorganisatie. Zij plaatst ook mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt. Zij heeft voor medewerkers een beroep gedaan op de premiekorting voor oudere en arbeidsgehandicapte werknemers. Deze werknemers hebben al eerder een dienstverband gehad met belanghebbende. Belanghebbende heeft premiekorting toegepast vanaf de tweede indiensttreding. Belanghebbende stelt dat tijdens hun eerste dienstbetrekking geen premiekorting is toegepast, hoewel toen aan de voorwaarden daarvoor was voldaan. De inspecteur meent dat de maximale premiekortingsperiode van drie jaar reeds is begonnen bij de aanvang van de eerste dienstbetrekking, zodat deze periode al was verstreken in een aantal aangiftetijdvakken waarover belanghebbende deze korting is blijven toepassen. De inspecteur heeft daarom nageheven. Hof Amsterdam 30 april 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:1451, heeft belanghebbende in het gelijk gesteld. Volgens het hof stellen art. 47 en 49 Wfsv geen beperkingen aan het aantal keer dat voor dezelfde werknemer premiekorting kan worden toegepast. Verder kan een latere nieuwe dienstbetrekking dienen als start voor de premiekortingsperiode. De toepassingsperiode wordt niet verkort als bij de eerdere kwalificerende dienstbetrekking geen premiekorting is toegepast. Overigens ligt de bewijslast voor dit laatste bij de inspecteur; hij moet aannemelijk maken dat belanghebbende tijdens de eerste dienstbetrekking ook al premiekorting heeft geclaimd. In dit geval is de inspecteur daarin niet geslaagd. De Hoge Raad onderschrijft de oordelen van het hof.

(Volgt ongegrondverklaring.)