Aflevering 11

Op Prinsjesdag is het voorstel ‘Overbruggingswet box 3’(zie Parlementair dossier 36204) bekendgemaakt. Met dit wetsvoorstel hoopt het kabinet de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen in overeenstemming te brengen met de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021 (Kerstarrest, HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1963). Het wetsvoorstel is een overgangsregeling voor de periode van 2023 tot en met 2025. Het kabinet koerst daarnaast op de invoering van een nieuw stelsel op basis van werkelijk gerealiseerd rendement met ingang van het belastingjaar 2026.

Door overlijden vindt erfopvolging plaats en dus een verkrijging voor de erfbelasting. Wanneer vindt die fiscale verkrijging plaats als pas lang na het overlijden komt vast te staan dat erflater de vader van een kind is? De Hoge Raad heeft zich eerder dit jaar voor de erfbelasting over deze vraag uitgesproken.

Voor de eigenwoningregeling in de inkomstenbelasting is naast andere vereisten van belang dat de belastingplichtige de waardeverandering van de woning voor ten minste 50% aangaat.

Als op het tijdstip van de verkrijging van een woning de schriftelijke verklaring als bedoeld in art. 14 lid 2 WBRV of art. 15 lid 1 onderdeel p onder 3 WBRV ontbreekt, kan het verlaagde WBRV-tarief of de startersvrijstelling niet worden toegepast.

X heeft de eigendom van een voormalig kantorencomplex verkregen met de bedoeling het pand te verbouwen tot woonruimte. De laatste jaren vóór de overdracht stond het pand leeg.Volgens de rechtbank is het verlaagde WBRV-tarief niet van toepassing op de