Aflevering 5

Een belegger koopt via een vruchtgebruikconstructie van een groot aantal grondeigenaren alle inkomsten op die voortvloeien uit verhuur van die grond en uit op die grond gevestigde opstalrechten (retributies). De rechters oordelen enerzijds dat in civielrechtelijke zin geen sprake is van vruchtgebruik en anderzijds dat in fiscale zin wel sprake is van vruchtgebruik waaraan de onroerende zaken onderworpen zijn. En dat laatste leidt tot heffing van overdrachtsbelasting.

Op 18 augustus 2023 (ECLI:NL:HR:2023:1098) heeft de Hoge Raad de uitspraak bevestigd van Hof Amsterdam van 24 november 2022 (ECLI:NL:GHAMS:2022:3817). Door deze uitspraak is nader gespecificeerd dat de Nederlandse erfbelastingwetgeving in overeenstemming is met het Europees recht.

Art. 24 lid 2 Successiewet 1956 bepaalt dat de overdrachtsbelasting betaald over het bedrag waarover schenkbelasting is verschuldigd, mag worden verrekend met de schenkbelasting. Deze bepaling ziet niet alleen op een schenking van een onroerende zaak, maar kan ook van toepassing zijn bij een schenking van fictieve onroerende zaken.

X heeft door een aandelenemissie een belang (ruim 21%) in een BV verworven. De andere aandelen in de BV zijn in handen van de moeder van X. Naar aanleiding hiervan is tussen X en...

X is eigenaar van een garagebox die op ruim 135 meter in een andere straat is gelegen van zijn woning. Tussen X en de inspecteur is in geschil of hier sprake is van een...