Aflevering 6

Op 20 mei 2010 besliste het Europese Hof van Justitie over de reikwijdte van de antimisbruikbepaling in art. 11 van de Fusierichtlijn. Belanghebbende (Modehuis A. Zwijnenburg BV) wilde in het kader van een bedrijfsoverdracht binnen de familie aandelen in een onroerendgoedlichaam verhangen binnen het concern. Om dit te bereiken zonder heffing van overdrachtsbelasting diende hij bij de fiscus een verzoek voor een geruisloze fusie voor de vennootschapsbelasting in. De fiscus weigerde deze, omdat het hoofddoel van de fusie volgens hem was het ontwijken van overdrachtsbelasting. Het Europese Hof heeft nu beslist dat de faciliteit niet mag worden geweigerd wanneer het hoofddoel van de fusie is het ontwijken van een belasting die niet wordt genoemd in de Fusierichtlijn.

De afroommethode is in 2009 en 2010 in een aantal rechtbankuitspraken aan de orde geweest. Opmerkelijk hierbij is dat de uitkomsten van deze procedures onderling van elkaar verschillen, terwijl het om dezelfde problematiek gaat. De afroommethode is een van de methoden voor de bepaling van het gebruikelijk loon van een werknemer die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam waarin hij een aanmerkelijk belang heeft. Indien het loon dat daadwerkelijk aan de werknemer is betaald lager is dan het gebruikelijke loon, kan een naheffing plaatsvinden over het verschil (fictief loon). In dit artikel zal de gebruikelijkloonregeling anno 2010 de revue passeren. Daarbij zal onder meer worden ingegaan op de achtergrond van de gebruikelijkloonregeling, het wettelijke kader en de te onderscheiden methoden voor vaststelling van het gebruikelijk loon.

Naast goederenrechtelijke zekerheden, zoals het pandrecht en het hypotheekrecht, spelen persoonlijke zekerheden in de vorm van de borgtocht en de hoofdelijke aansprakelijkheid in de financieringspraktijk een belangrijke rol. Banken zullen bij het verstrekken van krediet aan het midden- en kleinbedrijf vaak verlangen dat de directeur-grootaandeelhouder zich ‘garant' stelt voor de verplichtingen van zijn of haar onderneming uit hoofde van het krediet. Ook bij de grotere kredieten aan (internationale) concerns eisen banken meestal dat de moeder- of houdstervennootschap, eventueel samen met andere groepsvennootschappen, een dergelijke garantie afgeeft.

Vanaf 1 oktober 2010 treedt de Wet OM-afdoening (Stb. 2006, 330) ook in werking voor fiscale delicten. Dit betekent dat vanaf die datum het bestuur van de Belastingdienst de mogelijkheid heeft om een strafbeschikking uit te vaardigen. In feite wordt het bestuur van de Belastingdienst daardoor bevoegd tot het vervolgen en bestraffen van fiscale delicten. Daarnaast krijgt ook de officier van justitie de bevoegdheid om voor fiscale delicten een strafbeschikking uit te vaardigen. Bovendien krijgt de officier van justitie de mogelijkheid om een transactie aan te bieden ter voorkoming van strafvervolging voor fiscale delicten. Op deze nieuwe bevoegdheden en de gevolgen die daaraan zijn verbonden, wordt in dit artikel ingegaan.