Aflevering 7-8

“Een deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt, verbeurt zijn aandeel in die goederen aan de andere deelgenoten.” Deze in het Burgerlijk Wetboek neergelegde regel (artikel 3:194, lid 2 BW) lijkt rechtstreeks uit het Wetboek van Strafrecht te zijn weggelopen. De redactie had ook kunnen luiden: “Hij die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt, wordt gestraft met enz.” Ik ontwaar de laatste tijd een stroom aan uitspraken waarin een beroep wordt gedaan op de ‘civielrechtelijke sanctie’ van artikel. 3:194, lid 2 BW.

In het maartnummer van dit tijdschrift schreef ik enkele suggesties ter inspiratie voor een Goede Geefwet. De ontwikkelingen nadien geven aanleiding tot een tweede deel op hetzelfde thema, waarbij echter de invalshoek niet beperkt is tot het geven door particulieren, maar ook ruime aandacht wordt besteed aan het geven door bedrijven en de combinatie van bedrijfsmatige activiteit en algemeen nut beogende organisaties.

“Het komt er bij de juridische begeleiding van scheidenden niet zozeer op aan of men advocaat of notaris is, maar vooral of men deskundig en ervaren is op het gebied van het echtscheidingsvermogensrecht”.De Eerste Kamer buigt zich thans over wetsvoorstel 31 714 oftewel de introductie van de ‘echtscheidingsnotaris’. Met het wetsvoorstel wil het (vorige) kabinet burgers die willen scheiden, maar geen ouderschapsplan hoeven te maken ‘op een passende, burgervriendelijke manier’ tegemoet treden. Het wetsvoorstel roept niet bij een ieder even vriendelijke gevoelens op. De politiek, maar ook de rechtspraktijk lijkt verdeeld. In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag of de notaris een geschikte rechtshulpverlener is voor scheidenden.

Met ingang van 1 januari 2010 is een nieuwe regeling opgenomen voor instellingen die een particulier belang dienen, maar daarbij gelijk een sociaal belang behartigen. Deze instellingen worden aangeduid als SBBI’s: Sociaal Belang Behartigende Instellingen. De nieuwe regeling staat naast de (per 1 januari 2010 aangescherpte) regeling voor ANBI’s (Algemeen Nut Beogende Instellingen). De SBBI wordt in de praktijk wel eens een ‘tweederangs ANBI’ of het ‘kleine broertje’ van de ANBI genoemd.In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de ‘nieuwe’ regeling voor SBBI’s. Waarbij nodig zal ik tevens aangeven in welk opzicht de regeling verschilt met de ANBIregeling om uiteindelijk te kunnen concluderen dat de SBBI inderdaad het kleine broertje van de ANBI is.

De WOZ-waarde vindt steeds breder toepassing. Dit is logisch uit het oogpunt van efficiency. Op deze wijze kunnen de aanzienlijke kosten van de jaarlijkse herwaardering van meer dan zeven miljoen objecten worden gedeeld door meerdere belanghebbenden. Gemeenten geven op dit moment gemiddeld € 18,76 per object uit. Ook uit het oogpunt van rechtszekerheid en eenheid in de uitvoering zijn de voordelen van een bredere toepassing duidelijk zichtbaar. Het eerste deel van dit artikel gaat nader in op de bredere toepassing in de inkomstenbelasting, de erfen schenkbelasting en de winstbelasting. Vervolgd wordt met de Basisregistratie WOZ en afgesloten met enkele highlights van recente ontwikkelingen in de jurisprudentie.

Met veel belangstelling heb ik de uiteenzetting van prof. mr. M.H. ten Wolde in ftV mei 2011 over de ontworpen verordening betreffende het Nieuw Europees Internationaal huwelijksvermogensrecht gelezen. Dit geeft een duidelijk inzicht in de ontworpen verordening.

Het vereenvoudigen van het leven van de burgers in de EU op een vaak moeilijk moment in hun bestaan.