Aflevering 12

Gepubliceerd op 1 december 2012

FTV 2012/56 - Bimbo- en verwante bepalingen in het NederlandsCaribische Huwelijksvermogens- en erfrecht

Aflevering 12, gepubliceerd op 01-12-2012 geschreven door Prof. mr. Gregor van der Burght
Conform art. 39 van het Statuut voor het Koninkrijk der NederlandenBestaande uit: Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten. Art. 39 lid 1: Het burgerlijk en handelsrecht, de burgerlijke rechtsvordering, het strafrecht, de strafvordering, het auteursrecht, de industriële eigendom, het notarisambt, zomede bepalingen omtrent maten en gewichten worden in Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten zo veel mogelijk op overeenkomstige wijze geregeld. wordt onder meer het burgerlijk recht in Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten zo veel mogelijk op overeenkomstige wijze geregeld: het concordantiebeginsel. Ingevolge deze bepaling zijn op 1 januari 2012 in het land Curaçao een nieuw huwelijksvermogensrecht en een nieuw erfrecht ingevoerd. Men kan de vraag stellen of het concordantiebeginsel waar het betreft de persoonlijke en familieverhoudingen niet betwistbaar is. Wie maar enig oog heeft voor de religieuze, culturele en maatschappelijke achtergrond en situatie in bedoelde landen,In Europa zijn de verschillen aanzienlijk kleiner, maar de stappen naar een eenvormig familie- en erfrecht gaan toch heel moeizaam; vgl. W. Pintens, “Naar een Jus Commune in het Europees familie- en erfrecht?”, Afscheidscollege, 23 juni 2012, KULeuven. kan immers moeilijk ontkennen dat genoemde verhoudingen in het niet-Europese deel van het Koninkrijk diepgaand verschillen van die in Nederland. Niet alleen de hot items als het homohuwelijk, abortus en euthanasie - ‘Holland’ heeft de regelingen daarvan min of meer aan ‘de West’ opgedrongen - maar ook het huwelijksvermogens- en erfrecht eisen een Caribische benadering.

FTV 2012/57 - Fiscale gevolgen van de nieuwe vergoedingsrechten op grond van het huwelijksvermogensrecht

Aflevering 12, gepubliceerd op 01-12-2012 geschreven door Mr. T.C. Hoogwout
De derde tranche van het nieuwe huwelijksvermogensrecht is per 1 januari 2012 in werking getreden. In dit artikel wordt ingegaan op de nieuwe vergoedingsrechten in de situatie van de financiering van een goed met behulp van eigen vermogen van de andere echtgenoot. Hierbij komt de fiscale duiding van de vergoedingsrechten met betrekking tot de onderneming, de terbeschikkingstellingsregeling, de aanmerkelijkbelangregeling en de eigen woning aan bod. Ten slotte wordt nog kort ingegaan op de gevolgen voor het vermogen in box 3 en de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet.

FTV 2012/58 - Fiscale wijzigingen rond de eigen woning

Aflevering 12, gepubliceerd op 01-12-2012 geschreven door Drs. J.E. van den Berg
Met betrekking tot de financiering van de eigen woning staan er twee grote veranderingen op stapel. De eerste verandering ziet op de uitwerking van het Lenteakkoord en is op 20 november 2012, als Wet herziening fiscale behandeling eigen woning, door de Tweede Kamer aangenomen. De plenaire behandeling in de Eerste Kamer is geagendeerd op 17 en 18 december 2012. Deze herziening ziet vooral op nieuwe eisen rond het begrip eigenwoningschuld. De begrippen ‘eigen woning’, ‘verhuisregelingen’, ‘bijleenregeling’ en dergelijke veranderen niet. In deze bijdrage zullen de belangrijkste gevolgen van de invoering worden behandeld. Om de ingewikkelde regelgeving inzichtelijk te maken geef ik een groot aantal van de voorbeelden die afkomstig zijn uit de parlementaire behandeling. De tweede verandering ziet op de afspraken die in het regeerakkoord 2012-2016 zijn gemaakt. Deze treden waarschijnlijk per 1 januari 2014 in werking. Zodra hierover meer duidelijk is, zal daar in een andere bijdrage aandacht aan worden besteed.

FTV 2012/59 - Wetsvoorstel Uitstel van betaling exit heffingen

Aflevering 12, gepubliceerd op 01-12-2012 geschreven door mr. P.J. te Boekhorst
De Staatssecretaris van Financiën heeft op 15 mei 2012 het wetsvoorstel Uitstel van betaling exitheffingen bij de Tweede Kamer ingediend. Hij beoogd daarmee de Nederlandse wetgeving aan te passen aan het arrest van het Europese Hof van Justitie (hierna: HvJ) in de zaak National Grid Indus. Op grond van dit arrest heeft de belastingschuldige het recht om uitstel van betaling te krijgen voor de belasting die hij op basis van de exitheffing is verschuldigd. Dit wetsvoorstel voorziet in een wijziging van de Invorderingswet en regelt die mogelijkheid van uitstel van betaling voor de vennootschapsbelasting en voor de inkomstenbelasting. In dit artikel ga ik dieper in op de achtergronden en inhoud van het voorstel alsook op de vraag of het voldoet aan de daaraan te stellen eisen.