Aflevering 12

In de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 november 2016 was er sprake van een uitsluitingsclausule waarin werd gesteld dat het verkregene niet moet vallen in een gemeenschap waarin de dochter was gehuwd ten tijde van het overlijden van erflater. Daarmee werd niet uitgesloten dat het verkregene alsnog in een later ontstane huwelijksgemeenschap viel. Kan dit ook nog spelen onder het nieuwe recht? Wat kan het notariaat doen om dit soort onduidelijkheden te voorkomen? Dit artikel geeft hierop antwoord.

Onder het oude erfrecht was de ouderlijke boedelverdeling het ‘standaard’ langstlevende testament. Ondanks het feit dat het huidige erfrecht ruim veertien jaar geleden is ingevoerd, zal de notariële praktijk nog tot in lengte van jaren geconfronteerd worden met de ouderlijke boedelverdeling. In deze bijdrage becommentarieer ik een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, welke moest oordelen over de geldigheid van een quasi ouderlijke boedelverdeling bij samenwoners.

Een notaris kan ten behoeve van anderen gegevens inschrijven, maar dan zal hij wel, na al dan niet marginale toetsing, de overtuiging moeten hebben dat de gegevens juist, actueel en volledig zijn. Indien er in redelijkheid twijfel kan bestaan over de juistheid van de opgaaf, is het de notaris toegestaan het inschrijvingsverzoek te weigeren, teneinde te voorkomen dat het handelsregister op dit punt niet meer juist, actueel en volledig is.

Met ingang van 1 april 2017 is de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer in werking getreden en is het voor de DGA mogelijk om in het verleden opgebouwd pensioen in eigen beheer geruisloos om te zetten in een oudedagsverplichting. Wanneer de DGA overlijdt binnen de ‘looptijd’ van de ODV moet de afwikkeling van de oudedagsverplichting plaatsvinden. Hiervoor is in eerste instantie de civielrechtelijke kwalificatie van de oudedagsverplichting bepalend. Voorts moet aan een aantal fiscale voorwaarden worden voldaan. Onlangs heeft het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst praktijkvragen beantwoord over de afwikkeling van de ODV-aanspraken bij overlijden en de eisen die daarbij worden gesteld.

De Hoge Raad heeft een einde gemaakt aan de onduidelijkheid over de mogelijkheid van omzetting, ofwel rechtsvormwijziging, van en in een kerkgenootschap. Rechtsvormwijziging van en in een kerkgenootschap is mogelijk op grond van artikel 2:2 BW mits dit te verenigen is met het kerkelijk statuut en de aard van de onderlinge verhoudingen. Artikel 2:18 BW is van overeenkomstige toepassing op rechtsvormwijziging van en in een kerkgenootschap.

Notafax