Aflevering 11

In een uitspraak van 17 januari 2020 boog de Hoge Raad zich over de vraag of de onaanvaardbaarheidsexceptie van art. 10:9 BW ook kan worden toegepast als het huwelijksvermogensregime van partijen wordt beheerst door een verdrag of een verordening, of dat de toepassing van dit artikel beperkt is tot commune huwelijken, dus huwelijken die niet worden beheerst door een verdrag of verordening. In het commentaar op deze uitspraak wordt hier nader op ingegaan.

In het arrest van 16 april 2021 (Centavos) gaat de Hoge Raad in op de vraag wie, op welk moment, in de verhouding tussen verkoper en koper van een registergoed, gerechtigd is tot de koopprijs op de notariële kwaliteitsrekening. De verkoper is daartoe gerechtigd onder de opschortende voorwaarde van een – op basis van de narecherche veronderstelde – geslaagde overdracht; de koper onder dezelfde, maar ontbindende voorwaarde. Als op het moment van uitbetaling echter blijkt dat de overdracht is mislukt, dan mag de notaris de koopprijs niet meer aan de verkoper uitbetalen.

Het gebruik van de WID-scanner en het feit dat het ‘Reglement gebruik WID-scanner’ niet van toepassing is verklaard op legalisaties van handtekeningen verdient nadere aandacht. Met dit artikel beoogt de auteur daartoe een aanzet te geven.

In het eerste deel van deze bijdrage dat verscheen in JBN 2021(10), nr. 44 is aandacht besteed aan het (verplicht) opnemen van persoonsgegevens in ter inschrijving aangeboden stukken. In dit tweede deel bespreken we achtereenvolgens het uitgangspunt van transparantie binnen ons kadastrale stelsel van landregistratie, de afscherming van persoonsgegevens en de mogelijkheden van het niet vermelden van persoonsgegevens in het ter inschrijving aan te bieden stukken.

In deze rubriek wordt opgenomen hetgeen op civielrechtelijk gebied door Notafax is bericht, maar (nog) niet in JBN is besproken.