Aflevering 14

Vanaf 1 juli 2021 moeten platforms op grond van de Btw-richtlijn voldoen aan verschillende rapportage- en boekhoudverplichtingen. Vanaf 1 januari 2023 worden deze platforms ook geconfronteerd met een reeks informatieverplichtingen op basis van de nieuwe DAC7-richtlijn. In deze bijdrage staan de gevolgen van deze gecombineerde wetgeving voor platforms centraal. De verschillen en de overeenkomsten tussen de wetgeving worden geanalyseerd. Ook worden mogelijke oplossingen voorgesteld om samenloop door toepassing van deze gecombineerde wetgeving te voorkomen en de regels efficiënter en doeltreffender te maken. De Engelstalige versie van dit artikel verscheen eerder in EC Tax Review, M. Merkx, A. Janssen en M.Leenders, ‘Platforms, a convenient source of information under DAC7 and the VAT Directive – a proposal for more alignment and efficiency’, EC Tax Review 2022-4, p. 202-218.

Onlangs is in Nederland het 'Btw-vaste-inrichtingen-besluit' gewijzigd. Dit onderwerp begon in 1985 als een ‘uitzondering op de hoofdregel’ om te ‘komen tot een fiscaal rationele oplossing’, maar staat inmiddels eerder dagelijks dan als uitzondering op de agenda van de btw-specialist. De achtergrond hiervan is met name ook de introductie van de ‘inkoop-vaste-inrichting’ door de inwerkingtreding van de gewijzigde ‘plaats-van-dienst-regels’ in 2010. In dit artikel behandelen de auteurs het ‘btw-vaste-inrichting-begrip’; de kader van de vaste inrichting voor de btw en meer specifiek of er daadwerkelijk een verschil is tussen de inkoop- en verkoop-vaste-inrichting. Daarnaast bieden de auteurs een kijkje in de keuken van de uitdagingen van ondernemingen ten aanzien van dit begrip in de praktijk.

In dit artikel gaat de auteur in op de vraag in hoeverre de huidige btw-regeling voor overbrenging van eigen goederen toekomstbestendig is. Dit wordt onderzocht door middel van een afweging van de baten en lasten van de huidige regeling. De lasten houden voornamelijk verband met de verplichte btw-registratie van de overbrengende ondernemer in de lidstaat van aankomst van de goederen. De baten houden voornamelijk verband met de mogelijkheid om deze goederenbewegingen te controleren na het wegvallen van de binnengrenzen van de EU. De auteur concludeert dat de huidige regeling niet meer past binnen de huidige tijd, aangezien hierin geen ruimte is voor technologische oplossingen die de controlemogelijkheid bewerkstelligen tegen minder administratieve lasten voor de overbrengende ondernemers. De voorstellen voor de aanpassing van de regeling binnen de Single VAT Registration en het definitieve btw-systeem ziet de auteur als startpunt om de btw-regeling voor overbrenging van eigen goederen meer toekomstbestendig te maken.