Aflevering 15

Weerslag: Na in twee artikelen het onderscheid tussen btw-ondernemerschap en beheer van privévermogen bij onroerend goed en aandelen, obligaties en financiering te hebben geanalyseerd (MBB 2023/34 en MBB 2023/41) gaan de auteurs in deze bijdrage in op de verlengstukgedachte. Zij bespreken de vereisten voor de verlengstukgedachte en hoe die aan de hand van de jurisprudentie van het Hof van Justitie moeten worden ingevuld en concluderen dat de verlengstukgedachte niet verklaart waarom bij aandelen en obligaties eerder sprake is van ondernemerschap dan bij vastgoed. Nederlandse rechters kunnen nog niet goed uit de voeten met de verlengstukgedachte.

Deel 2: de fiscale bakermat

In dit artikel wordt ingegaan op de vraag aan welke verplichting voorrang moet worden verleend indien zich een conflict voordoet tussen een richtlijnverplichting tot heffen en een belastingverdragsverplichting tot niet-heffen binnen de Nederlandse rechtsorde. Deze voorrangsvraag wordt geadresseerd vanuit drie verschillende perspectieven: het volkenrechtelijke perspectief, het nationaalrechtelijke perspectief en het Europeesrechtelijke perspectief. In deze bijdrage wordt geconcludeerd dat het volkenrechtelijke perspectief, met inachtneming van het nationaalrechtelijke en Europeesrechtelijke perspectief, in wezen beslissend is. Op basis van deze conclusie wordt vervolgens aanbevolen om belastingverdragen die (kunnen) conflicteren met richtlijnen te heronderhandelen. Inzet bij dergelijke heronderhandelingen zou een voorrangsbepaling (subordination clause) kunnen zijn op grond waarvan het belastingverdrag niet van toepassing is voor zover onverenigbaar met een bepaalde richtlijn of Unierechtelijke verplichtingen in algemene zin.

In deze bijdrage gaat de auteur in op de wijzigingen ten aanzien van de bedrijfsopvolgingsregeling (hierna: BOR) in de schenk- en erfbelasting en de doorschuifregelingen (hierna: DSR) in de inkomstenbelasting die door het kabinet in de Voorjaarsnota 2023, het vervolgonderzoek inzake de bedrijfsopvolgingsregelingen en het ingediende wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 zijn aangekondigd. Allereerst wordt de aanleiding voor de aangekondigde wijzigingen besproken. Daarna volgt een toelichting op de aangekondigde wijzigingen waarna ook wordt ingegaan op de doelstelling van de regelingen. Uiteindelijk wordt beoordeeld of de aangekondigde wijzigingen wel in overeenstemming zijn met het doel van deze regelingen.