Aflevering 1

In dit artikel gaan de auteurs in op de toepassing van toewijzingsbepalingen in belastingverdragen. Zij gaan op hoofdlijnen in op de vraag welke overeenkomsten en verschillen er tussen deze bepalingen zijn. Verder bespreken de auteurs de verhouding tussen de verschillende toewijzingsbepalingen. Aan de orde komen verder de beperkende werking van belastingverdragen, een aantal toepassingsvoorwaarden van toewijzingsbepalingen, de paraplubepalingen, de rol van het restartikel en de overlap van toewijzingsbepalingen.

In dit artikel bespreekt de auteur ontwikkelingen op het terrein van het Caribisch formeel belastingrecht die zich hebben voorgedaan in de periode van oktober 2023 tot en met september 2024. Daarbij komen de volgende onderwerpen aan de orde: i) de invoering van de Landsverordening algemene bepalingen bestuursrecht in Aruba, ii) de plannen voor een Algemene wet bestuursrecht voor Caribisch Nederland (BES-eilanden), iii) de indiening van de ontwerp-landsverordening herziening formeel belastingrecht in Sint Maarten, iv) de bevoegdheid van de belastingrechter, v) de verschoonbaarheid van een termijnoverschrijding in bezwaar en beroep, vi) de herstelmogelijkheid van een verzuim in een beroepschrift, vii) de bewijslast bij de waardering van onroerende zaken, viii) een ongegrondverklaring van een beroep bij een misslag in het dictum van een uitspraak op bezwaar, ix) de differentiatie in de bezwaarkostenvergoeding tussen belasting- en overige bestuursrechtelijke zaken, x) de onmogelijkheid om een schadevergoeding toe te kennen bij overschrijding van de redelijke termijn en xi) de beperkte mogelijkheid tot het terugwijzen van een zaak door het Gemeenschappelijk Hof.

In het Caribisch belastingrecht rijst de vraag of het vertrouwensbeginsel gezien de lokale omstandigheden anders moet worden geïnterpreteerd dan in Europees Nederland. Dit beginsel, ontwikkeld door de Hoge Raad, geeft belastingplichtigen het recht te vertrouwen op toezeggingen van bestuursorganen. In de Caribische civiele rechtspraak wordt al rekening gehouden met het zogeheten pokopoko-beginsel, dat vanwege de kleinschalige samenleving en persoonlijke verhoudingen strengere eisen stelt aan gerechtvaardigd vertrouwen. De uitspraak van de belastingkamer van het Gemeenschappelijk Hof van 10 augustus 2023, over uitlatingen van de Curaçaose Minister van Financiën op Facebook, toont aan dat dergelijke lokale nuances in het belastingrecht ontbreken. Gezien het structurele wantrouwen, versterkt door corruptie en een gebrek aan transparantie, is een strengere uitleg van het vertrouwensbeginsel in het Caribisch belastingrecht wenselijk. De rechter speelt hierin een centrale rol als hoeder van het publieke fatsoen.