Aflevering 46

De bewindslieden van Financiën hebben de nota naar aanleiding van het verslag inzake het wetsvoorstel Belastingplan 2001 aangeboden aan de Tweede Kamer. In deze nota wordt ingegaan op de schriftelijke vragen en opmerkingen op het wetsvoorstel. Er worden geen ingrijpende wijzigingen op het wetsvoorstel aangekondigd. Wel zijn er een nota van wijziging in verband met het dieselakkoord en een nota van wijziging met enkele meer technische aanpassingen ingediend (zie elders dit nummer). Hieronder nemen wij een beperkt aantal passages uit de nota op. Dit betreft vooral die passages waaruit naar voren komt dat (op termijn) aanpassingen zijn te verwachten en passages waarin de regering breed gedragen kritiek weerlegt.

De bewindslieden van Financiën hebben een tweede nota van wijziging naar de Tweede Kamer gezonden betreffende het wetsvoorstel Belastingplan 2001. Aan de toelichting ontlenen wij het volgende.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in een brief aan de Tweede Kamer te kennen gegeven dat hij geen reden ziet om fiscale wetsvoorstellen (in afwijking van andere wetsvoorstellen) al op het moment van indiening bij de Raad van State openbaar te maken. Het geldende stelsel van openbaarmaking is volgens de brief van belang voor een weloverwogen besluitvorming van de regering en kan mede de kwaliteit van het wetgevingsproces waarborgen. De brief is geschreven onder andere naar aanleiding van de algemene financiële beschouwingen in de Tweede Kamer eind 1998. Toen werd door het Kamerlid Giskes (D66) het tijdstip van openbaarmaking van (fiscale) wetsvoorstellen aan de orde gesteld. Belangrijkste vraag daarbij was of fiscale wetgeving op een eerder tijdstip openbaar kan worden gemaakt dan thans gebeurt op grond van de Wet op de Raad van State. In de periode hierna is deze kwestie meermaals in de Eerste en Tweede Kamer aan de orde geweest.

De staatssecretaris heeft een concept gestuurd van de Wijziging van enige Uitvoeringsregelingen. Dit concept bevat de voorgestelde aanpassingen van een aantal uitvoeringsregelingen die het gevolg zijn van de Belastingherziening 2001. Op een aantal punten is het concept nog niet volledig. Die punten zullen later nog worden ingevuld. Het concept is ter informatie aan de Tweede Kamer gestuurd en ook voor commentaar toegezonden aan de commissie Thunnissen/De Waard en de werkgroep Fiscaal Uitvoeringsbeleid.

winstverdeling firmanten

gelijkheidsbeginsel, regime afschrijving, willekeurige afschrijving

man/vrouw maatschap, winstverdeling

Naar aanleiding van het plenaire debat in de Tweede Kamer op 8 november 2000 zijn nog drie wijzigingen aangebracht in het wetsvoorstel Wet ondernemerspakket 2001. Eerder besteedden wij aandacht aan het Ondernemerspakket in NTFR 2000/994 (wetsvoorstel), NTFR 2000/1488 (nota n.a.v. verslag), NTFR 2000/1582 (1e nota van wijziging) en NTFR 2000/1651 (2e nota van wijziging). Elders in dit nummer worden de belangrijkste punten uit de schriftelijke antwoorden op vragen van het plenaire debat van 7 en 8 november 2000 besproken. De indeling sluit aan bij de indeling van de hiervoor weergegeven bijdragen.

In deze bijdrage worden de belangrijkste punten uit de schriftelijke antwoorden op vragen van het plenaire debat van 7 en 8 november 2000 besproken. Eerder besteedden wij aandacht aan het Ondernemerspakket in NTFR 2000/994 (wetsvoorstel), NTFR 2000/1488 (nota n.a.v. verslag), NTFR 2000/1582 (1e nota van wijziging) en NTFR 2000/1651 (2e nota van wijziging). Elders in dit nummer wordt de 3e nota van wijziging besproken. De indeling sluit aan bij de indeling van de hiervoor weergegeven bijdragen.

De staatssecretaris van Financiën heeft besloten het wetsvoorstel inzake voorzieningen dat door zijn ambtsvoorganger was ingediend, in te trekken. Het betrof de wetswijziging die beoogde de gevolgen van het zogenoemde baksteenarrest ongedaan te maken.

Het Tweede Kamerlid Reitsma heeft vragen gesteld naar aanleiding van een aanslag vennootschapsbelasting die Fokker van de Belastingdienst heeft ontvangen. De kern van de kwestie is weergegeven in het antwoord op de vragen 2, 5, 6 en 8. De vragen luiden:

genietingsmoment, persoonlijke verplichtingen

aanmerkelijk belang, binnenlands inkomen, rente

buitengewone lasten, prestatiebeurs, studiekosten

stottertherapie

De staatssecretaris heeft de concept-Uitvoeringsregeling IB 2001 ter informatie aan de Tweede Kamer gestuurd. De Uitvoeringsregeling IB 2001 geeft invulling aan de mogelijkheid om bij ministeriële regeling regels te stellen. In de Wet IB 2001 is die mogelijkheid gecreëerd in art. 1.5, 2.2, 2.5, 2.14, 3.10, 3.13, 3.16, 3.17, 3.20, 3.27, 3.48, 3.49, 3.83, 3.86, 3.87, 3.104, 3.138, 3.140, 3.141, 3.143, 3.145, 3.152, 3.154, 4.7, 4.14, 4.51, 5.14, 5.15, 5.17, 5.18, 6.8, 6.14, 6.15, 6.17, 6.23, 6.26, 6.37 en 7.2.

eindafrekeningswinst, emigratie, herinvesteringsreserve

eindafrekeningswinst, fiscale eenheid, ontvoeging, pensioenreserves

lening of informeel kapitaal

belastingplicht, onderneming drijven, onderworpen lichamen, stichting

informeel kapitaal, lening

De staatssecretaris van Financiën heeft het besluit inzake de toepassing van art. 15, lid 1, onderdeel g, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer gewijzigd. Op grond van deze bepaling zijn verkrijgingen krachtens verdeling van een gemeenschap tussen samenwoners onder voorwaarden vrijgesteld. Het gaat om gemeenschappen die zijn ontstaan door een gezamenlijke verkrijging waarin de ene is gerechtigd voor ten minste 40% en de andere voor ten hoogste 60%. De toedeling moet geschieden aan één van de verkrijgers of aan iemand die als rechtverkrijgende onder algemene titel van een verkrijger in het toegedeelde goed was gerechtigd. De wijziging van het besluit betreft een drietal siutaties waarvoor – in afwijking van het eerder vastgestelde beleid – wordt goedgekeurd dat de vrijstelling wordt toepgepast.

bestuurlijke boete, matiging boete, undue delay

ABC-besluit, evenredigheidsbeginsel, premieaandeel

correctienota, termijnoverschrijding

aangifteplicht, geen aangifte, omkering bewijslast

administratieverplichting, omkering bewijslast, onrechtmatig bewijs

In dit besluit komt de staatssecretaris met nadere richtlijnen voor het opleggen van bestuurlijke boeten ingeval de loonheffing of de omzetbelasting niet, gedeeltelijk niet of niet tijdig is betaald en de inspecteur dit pas later heeft kunnen controleren dan in het kader van de periodieke betalingen (maand-, kwartaal- of jaaraangiften). In zijn besluit maakt hij onderscheid tussen het opleggen van verzuimboeten en vergrijpboeten. Verzuimboeten worden opgelegd bij belastingbedragen van minder dan f 2.500 en bij belastingbedragen van f 2.500 tot f 25.000, waarbij het te betalen bedrag minder is dan 10% van de belasting die over het desbetreffende jaar is betaald. Als het te betalen bedrag meer dan 10% bedraagt, maar grove schuld of opzet is niet te bewijzen wordt eveneens een verzuimboete opgelegd. Vergrijpboeten worden opgelegd bij belastingbedragen van f 2.500 tot f 25.000 waarbij het te betalen bedrag meer dan 10% van de over het desbetreffende jaar reeds betaalde bedrag bedraagt en grove schuld of opzet wel wordt bewezen. Als de nog verschuldigde belasting meer dan f 25.000 bedraagt kan strafrechtelijke vervolging worden ingesteld.

In dit besluit geeft de staatssecretaris aan dat als aan een belastingplichtige een verzuimboete is opgelegd of zou worden opgelegd, maar hij een pleitbaar standpunt heeft waaruit blijkt dat zijn gedraging hem niet kan worden verweten, die boete achterwege moet blijven of de boetebeschikking moet worden vernietigd. Volgens de Hoge Raad is daarbij beslissend of belanghebbendes standpunt in die mate verdedigbaar is dat belanghebbende in redelijkheid kon menen juist te hebben gehandeld (HR 7 september 1988, BNB 1988/319). Het gaat daarbij om twijfelpunten waarvan de belastingplichtige, al dan niet in zijn aangifte, melding heeft gemaakt en om standpunten die dermate pleitbaar zijn dat een melding niet nodig was (bijvoorbeeld om kwesties die in de literatuur en rechtspraak nog niet volledig zijn uitgekristalliseerd). De staatssecretaris merkt ten overvloede nog op dat het innemen van een pleitbaar standpunt ook de oplegging van een vergrijpboete uitsluit.

Tweede Kamerlid Reitsma (CDA) heeft aan de staatssecretaris van Financiën vragen gesteld over zijn boete- en heffingsrentebeleid ingeval een belastingplichtige een suppletie-aangifte voor de omzetbelasting heeft gedaan. De beantwoording van die vragen door de staatssecretaris is hieronder opgenomen.

aftrekrecht, dividend, ondernemerschap, reikwijdte, vergoeding

belaste verhuur, congresruimte vergaderruimte, korte periode, tentoonstellingsruimte

museum, pretpark, vuurtoren

Ingevolge de teruggaafregeling paarse dieselolie wordt thans een teruggaaf verleend van 5,2 cent per liter dieselolie die wordt gebruikt voor de aandrijving van zware vrachtauto's (vrachtauto's met een toegelaten maximum massa van 12.000 kg of meer), met inachtneming van een ondergrens van 100 liter per tankbeurt en een bovengrens van 50.000 liter. De volgende wijzigingen worden hierop aangebracht:

vertrouwensbeginsel, vrijstellingsvergunning, zakelijk gebruik

belang waterschapswerken, waterbezwaar

stichtingskosten

gedoogbeleid recreatiebungalow, permanente bewoning

asbest, waardering onroerende zaak

leges, ontgronding

betalingskorting, ontvankelijkheid