Aflevering 8

Dinsdag 1 februari 2005 vond bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna HvJ EG) in Luxemburg de mondelinge behandeling plaats van de inmiddels alom bekende Marks & Spencer–case (zaak C–446/03). Het gaat om een fiscaal geschil dat grote gevolgen kan hebben voor de Nederlandse schatkist en één van de belangrijkste, zo niet dé belangrijkste zaak is op het terrein van de Europese vennootschapsbelasting. De impact van Marks & Spencer op de vennootschapbelastingstelsels van de 25 lidstaten van de Europese Unie zal naar mijn mening bijzonder groot zijn.

ontoereikende administratie, rijschool

nieuwe werknemers, scholingskosten, training on the job

ondernemer, startersaftrek, verpleegkundige

maatschap, staking

keuzevermogen, ondernemingsvermogen, privévermogen, winkelpand

De staatssecretaris heeft voor zoveel nodig goedgekeurd dat een herinvesteringsreserve kan worden gevormd als een pand waarvan men eigenaar is krachtens een recht van opstal vervangen zal worden door een pand met ondergrond in eigendom. De verworven opstal moet dan ook in andere opzichten economisch eenzelfde functie vervullen als de vervreemde opstal. Ook het omgekeerde, eigendom vervangen door erfpacht met recht van opstal wordt mogelijk gemaakt. De staatssecretaris wijst er wel op dat bij de afboeking van de herinvesteringsreserve rekening moet worden gehouden met capaciteitsuitbreiding of onvolledige vervanging (inkrimping) en de boekwaarde-eis.

De staatssecretaris van Financiën en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) hebben de bijlagen I, II en III van het besluit inzake de beoordeling van dienstbetrekkingen, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 juli 2003, nr. DGB2003-3756M (zie NTFR 2003/1253), vervangen door gewijzigde bijlagen.

De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen beantwoord over het belasten van vrije dagen en giro 555.

De staatssecretaris van Financiën beantwoordt vragen van het Tweede-Kamerlid Dezentjé Hamming over de toepassing van de fiscale regelingen voor monumentenpanden in de inkomstenbelasting en in de overdrachtbelasting bij zogeheten monumenten-CV‘s. Een dergelijke commanditaire vennootschap of maatschap heeft niet altijd de volledige eigendom van een monumentenpand, waardoor de monumentenaftrek in de inkomstenbelasting niet aan de orde komt. Verder is, vanwege het ontbreken van rechtspersoonlijkheid van de CV of maatschap, de vrijstelling voor de overdrachtsbelasting niet van toepassing. De staatssecretaris merkt in zijn antwoorden op dat de fiscale regelingen overeenkomstig de wet worden uitgevoerd. Wel is hij bereid om na te gaan of er in de praktijk knelpunten bestaan en om zonodig voorstellen tot aanpassingen doen.

16e standaardvoorwaarde, fiscale eenheid, sanctie, vervreemding aandelen, zesjaarstermijn

aandelenoverdracht, staking, valutatransacties, verliesverrekening

Aan het verrekenen van voorvoegingsverliezen met winst van een fiscale eenheid zijn voorwaarden gesteld. Zo is in art. 15ae Wet VPB 1969 het volgende bepaald. De verrekening van voorvoegingsverliezen van een individuele maatschappij kan slechts plaatvinden met winst van de fiscale eenheid voorzover de winst van de fiscale eenheid in dat jaar aan die maatschappij is toe te rekenen. In art. 5 Besluit fiscale eenheid 2003 is een uitzondering gemaakt op die regel voor situaties waarin een nieuw opgerichte dochtermaatschappij wordt gevoegd. In dit besluit wordt bevestigd dat die uitzondering ook geldt indien daarnaast een kleindochtermaatschappij wordt opgericht en gevoegd in de fiscale eenheid.

De staatssecretaris van Financiën breidt de werking van zijn besluit van 4 januari 2005, nr. CPP2005/1M (NTFR 2005/45) uit naar andere landelijke, regionale en plaatselijke acties. In het besluit van 4 januari heeft de staatssecretaris goedgekeurd dat geen schenkingsrecht is verschuldigd wegens schenkingen die in het kader van de Nationale actie ‘Help slachtoffers aardbeving Azië‘ tot en met 31 december 2005 op de girorekeningen 555, 800800 en 797 van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) worden gedaan.

niet-verwanten, vrijstelling

De staatssecretaris heeft een brief aan de Tweede Kamer gezonden over knelpunten bij de overdrachtsbelasting in relatie tot de landbouwpraktijk. De brief is een reactie op de motie Slob c.s. naar aanleiding van de bespreking van de Nota Fiscaliteit, landbouw- en natuurbeleid in de Tweede Kamer op 6 oktober 2003 (NTFR 2003/1801). In de brief stelt de staatssecretaris van Financiën twee begunstigende maatregelen voor.

motiveringsgebrek, verzuimboete

verzuimboete, verzuimenreeks

betaalverzuim, mededeling, verzuimboete, verzuimenreeks

opzet, voorwaardelijk

administratieve vergissing, navordering

juiste aangifte, omkering van de bewijslast, proceskosten

anti-cumulatieregel, boeterecht, overgangsrecht, una via-beginsel

termijnoverschrijding

S&O-projecten, verzuimboete

bezwaartermijn, gemeenschapsrecht, hoofddiensten, implementatie, inkomsten uit verhuur, privégebruik, Richtlijn, vakantiebungalow

economische activiteit, ondernemerschap, soortgelijke prestaties, symbolisch, vergoeding, vrijgevigheid

apotheekhoudend huisarts, pro-ratamethode, splitsingsmethode, werkelijk gebruik

ondergrondse afstroming, waterbezwaar

Met dit besluit neemt de staatssecretaris van Financiën de eventueel nadelige gevolgen weg die kunnen ontstaan doordat de Belastingdienst eerst met ingang van medio 2005 conserverende aanslagen voor de jaren IB/PV 2001 t/m 2003 geautomatiseerd gaat opleggen. Omdat dat pas medio 2005 gaat gebeuren kan het zijn dat het moment van kwijtschelding ook opschuift. Dat laatste wordt onwenselijk geacht. Daarom wordt in die gevallen de uitstelperiode van tien jaar geacht in te gaan op de eerste dag na het verstrijken van het belastingjaar waarop de conserverende aanslag betrekking heeft. Voor conserverende aanslagen die betrekking hebben op belastingjaren na 2003 geldt onverkort de wettelijke regeling.

waardevermindering