Aflevering 45

Gepubliceerd op 8 november 2018

NTFR 2018/2518 - Het is maar een voorheffing

NTFR 2018/2519 - Nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Belastingplan 2019 (35 026)

NTFR 2018/2520 - Tweede nota van wijziging bij het wetsontwerp Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019) (35 026)

NTFR 2018/2525 - Internetconsultatie ATAD2

NTFR 2018/2526 - NOB-reactie nota's van wijziging Belastingplan 2019

NTFR 2018/2527 - 22e halfjaarsrapportage Belastingdienst

NTFR 2018/2529 - Geen crisisheffing voor niet meer bestaande vennootschap

NTFR 2018/2530 - Verlenging termijn indiening informatieformulier afkoop pensioen dga

NTFR 2018/2532 - Eindarrest: valutaverlies uit deelneming niet aftrekbaar op grond van Unierecht

NTFR 2018/2533 - Nota van wijziging bij het wetsontwerp Wet spoedreparatie fiscale eenheid (34 959)

NTFR 2018/2534 - Eerste nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2020, thans Wet bedrijfsleven 2019 (35 028)

NTFR 2018/2535 - Tweede nota van wijziging bij de Wet bronbelasting 2020, thans Wet bedrijfsleven 2019 (35 028)

NTFR 2018/2536 - Nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel implementatie ATAD1 (35 030)

NTFR 2018/2537 - Nota van wijziging van het wetsvoorstel implementatie ATAD1 (35 030)

NTFR 2018/2538 - Overdracht van machines door telersvereniging aan belanghebbende vormt geen overdracht algemeenheid van goederen

NTFR 2018/2542 - Vooralsnog geen algemene btw-verleggingsregeling in Nederland

NTFR 2018/2544 - Nota naar aanleiding van het verslag van het wetsontwerp Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel) (35 032)

NTFR 2018/2547 - Antwoorden op Kamervragen over amateurmuziekverenigingen en verbonden steunverenigingen

NTFR 2018/2548 - Bezwaarschriften privégebruik auto

NTFR 2018/2549 - Nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsontwerp Wet aanpassing kansspelbelasting voor sportweddenschappen (35 031)

NTFR 2018/2551 - Nieuwe inkeerregeling leidt er niet toe dat 'eerder begane feiten' zwaarder worden bestraft