Aflevering 42

Gepubliceerd op 21 oktober 2021

NTFR 2021/3499 - De werkgever als loslopend wild voor de wkr?

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021 geschreven door dr. F.M. Werger
Het is nu 2021; ruim tien jaar na de invoering van de werkkostenregeling. En de eerste procedure over de reikwijdte van de gebruikelijkheidstoets voor het aanwijzen van loon als eindheffingsloon binnen de werkkostenregeling nadert zo langzamerhand de eindfase. Recent is de conclusie van A-G NiessenNTFR 2021/2577, met commentaar van Van Merwe. verschenen naar aanleiding van het beroep in cassatie dat belanghebbende heeft ingesteld tegen de (verwijzings)uitspraak van Hof Den HaagNTFR 2020/2646, met commentaar van Bitter.. Hoewel deze zaak al jaren loopt, blijft de onderliggende problematiek iedere keer aanleiding geven tot de nodige opwinding en discussie. De conclusie van A-G Niessen is voor mij reden genoeg om hier weer een steentje aan bij te dragen.

NTFR 2021/3501 - Eindrapportage Raadspersonen Belastingdienst aan de Tweede Kamer gestuurd

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021
De staatssecretarissen van Financiën hebben de Tweede Kamer het eindrapport aangeboden dat twee onafhankelijke personeelsraadspersonen hebben geschreven over de Belastingdienst. De personeelsraadspersonen hebben signalen van de werkvloer opgehaald over mogelijke onrechtmatigheden en vermoedens van misstanden bij de Belastingdienst, Douane en Toeslagen. Vanwege de media-aandacht voor het rapport sturen de staatssecretarissen het nu al aan de Kamer en niet pas na bespreking met de medezeggenschap en de vakbonden. Uit het rapport volgt dat zowel medewerkers in de uitvoering als leidinggevenden hebben gemeld zich niet veilig te voelen in de organisatie. Er zijn al stappen gezet als het gaat om de ontvankelijkheid van de organisatie voor signalen van medewerkers. Er is evenwel nog verbetering mogelijk. In dit verband komen in het rapport de volgende thema’s aan de orde: vaktechniek, leidinggeven, fiscale integriteit, het vervolg op de toeslagenaffaire en voorzieningen op het terrein van integriteit. Naar voren komt onder meer dat er een onbalans is tussen inhoudelijke afwegingen en een voorspoedig doorlopen werkproces dat ten nadele van de inhoud uitvalt. Het accent lijkt vooral te liggen op uniformiteit, meetbaarheid en voorspelbaarheid en niet op de inhoud van werkzaamheden. Ook lijkt het alsof management en informanten in gescheiden werelden leven met elk een anders beleefde werkelijkheid over de aansturing van medewerkers. Hogere leidinggevenden hebben geen of een beperkt zicht op de wijze waarop teamleiders hun teams aansturen. Deze leidinggevenden lijken geen voeling te hebben met wat er leeft op de werkvloer.

NTFR 2021/3502 - Vragen beantwoord over de voortgang van de vormgeving van de Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021
De staatssecretarissen van Financiën hebben vragen beantwoord van de vaste commissie voor Financiën over de brief van 10 september 2021 over de voortgang van de vormgeving van de Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane (IBTD). Zij streven ernaar de IBTD per 1 januari 2022 op te richten. Medio november wil de minister van Financiën de ministeriële regeling voor de IBTD aan de Kamer voorleggen.

NTFR 2021/3503 - Tweede nota van wijziging – Belastingplan 2022

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021
Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) heeft de tweede nota van wijziging voor het wetsvoorstel Belastingplan 2022 ingediend. De tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2022 bevat de fiscale uitwerking van de moties-Hermans (Kamerstuk 35 925, nr. 13) en Hijink/Bikker (Kamerstuk 25 295, nr. 1426) en enkele technische verbeteringen:

NTFR 2021/3509 - Kamervragen over loonkostenvoordelen bij overnames en fusies

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021
Bij de overgang van een onderneming gaat het loonkostenvoordeel niet over. De overnemende werkgever komt daarom niet in aanmerking voor de resterende duur van het loonkostenvoordeel van de overdragende werkgever. Ook ontstaat er voor de overnemende werkgever geen nieuw recht op loonkostenvoordeel. Bij een juridische fusie gaat het vastgestelde recht over naar de nieuwe fusieonderneming. De aanspraak op loonkostenvoordeel behoort niet tot het vermogen van een onderneming, zowel niet van de verdwijnende als van de nieuwe fusieonderneming. De aanvraag moet immers nog worden gevolgd door een besluit en pas door dat besluit ontstaat een definitief recht op loonkostenvoordeel.

NTFR 2021/3515 - RB wil de BOR eerlijker en eenvoudiger maken

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021
Het Register Belastingadviseurs (RB) vindt familiebedrijven van groot belang voor de Nederlandse economie. Zij zorgen voor werkgelegenheid, verduurzaming en innovatiekracht. Een stimulans voor het ondernemersklimaat voor familiebedrijven is de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet (BOR). Het RB onderstreept het belang van deze regeling, maar ziet ook ruimte om deze effectiever in te zetten. Door de complexiteit leidt de regeling nu nog vaak tot discussies met de Belastingdienst en een ongelijke verdeling van de gelden. Volgens het RB kan het eerlijker en eenvoudiger

NTFR 2021/3516 - Termijnoverschrijding regeling voor administratieve samenwerking doet niet af aan rechtmatigheid schorsing belastingcontrole (HYDINA SK)

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021 met annotatie van mr. P.F. Zijlstra
HYDINA SK, verzoekster, heeft in december 2013 btw in aftrek gebracht ter zake van door ARGUS Plus aan haar uitgereikte facturen, die zagen op de levering van vleesproducten binnen Slowakije. De Slowaakse belastingdienst heeft een belastingcontrole ingesteld om de rechtmatigheid van deze btw-aftrek te onderzoeken. De belastingdienst heeft daarbij tot twee keer toe de belastingcontrole geschorst om overeenkomstig de procedure voor administratieve samenwerking tussen lidstaten twee lidstaten om inlichtingen te verzoeken. De termijn waarbinnen de andere lidstaat deze verzoeken moest beantwoorden, werd hierbij overschreden. De verwijzende rechter vraagt zich af of de verordening inzake administratieve samenwerking zo moet worden uitgelegd dat deze termijnoverschrijding kan afdoen aan de rechtmatigheid van de schorsing van de belastingcontrole.

NTFR 2021/3517 - Gesplitst bouwterrein waarop energievoorzieningen zijn aangesloten, kan onderworpen zijn aan margeregeling (Icade Promotion)

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021 met annotatie van mr. M. Soltysik
Icade Promotion heeft niet bouwrijp gemaakte terreinen btw-vrij verworven van niet-btw-plichtigen, zoals particulieren of lokale overheden. Icade Promotion heeft deze terrein opgesplitst en heeft vervolgens werkzaamheden uitgevoerd voor de aansluiting op voorzieningen zoals wegen, drinkwater, elektriciteit, gas, riool en telecommunicatie. Zij heeft deze kavels met aansluitingen vervolgens verkocht aan natuurlijke personen met het oog op de bouw van woningen. De verwijzende rechter vraagt zich af of de margeregeling ook geldt voor bouwterreinen waarvan de verwerving een niet-economische of vrijgestelde activiteit was. Daarnaast vraagt deze rechter zich af of de margeregeling van toepassing kan zijn als de terreinen pas na verwerving bouwterreinen zijn geworden en wanneer wijzigingen, zoals splitsing en het aanbrengen van voorzieningen, hebben plaatsgevonden aan dat terrein.

NTFR 2021/3519 - Btw prejudiciële vragen over (onder meer) btw-vrijstelling voor in de douanewaarde opgenomen transportkosten (SC Cartrans Preda)

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021
Het geschil lijkt zich, voor wat betreft de btw, te focussen op het bewijs dat bepaalde transportkosten in de heffingsmaatstaf voor het bepalen van de douanewaarde bij invoer zijn opgenomen op grond van art. 86, lid 1, onderdeel b, Btw-richtlijn, waarmee deze transportdiensten niet ook nog eens als dienst aan de heffing van btw zijn onderworpen omdat zij onder een vrijstelling vallen ex art. 144 van dezelfde richtlijn. De lokale Belastingdienst meent dat onvoldoende is aangetoond dat de transportkosten onderdeel zijn van de douanewaarde, en ontzegt belastingplichtige de toepassing van de vrijstelling. De prejudiciële vragen zien op de wijze waarop moet of kan worden aangetoond dat transportkosten onderdeel zijn van de douanewaarde.

NTFR 2021/3525 - Nota van wijziging wetsvoorstel Wet verlaging tarief verhuurderheffing en maandelijkse wijziging bedragen heffingsverminderingen

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021
Het tarief van de verhuurderheffing wordt per 1 januari 2022 extra verlaagd met 0,153 procentpunt en leidt daarmee tot een nieuw tarief van 0,332%. Minister Ollengren (BZK) heeft hiervoor een nota van wijziging ingediend voor het wetsvoorstel Wet maatregelen woningmarkt 2014 II (verlaging tarief verhuurderheffing en maandelijkse wijziging bedragen heffingsverminderingen). De aanleiding voor de tariefaanpassing is de motie-Hermans (Kamerstuk 35 925, nr. 13) met aanpassingsvoorstellen voor het pakket Belastingplan 2022.

NTFR 2021/3526 - Reactie op motie over afschaffing hondenbelasting

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021
Minister Ollongren heeft gereageerd op de motie van VVD-Kamerlid De Kort (Kamerstukken 35 569, nr. 3) die is aangenomen tijdens het debat op 10 juni jl. over het burgerinitiatief ‘stop de hondenbelasting’. In deze motie wordt verzocht de financiële gevolgen voor gemeenten van de afschaffing van de hondenbelasting in kaart te brengen en tevens in samenspraak met de VNG de mogelijkheid van afschaffing van de hondenbelasting te onderzoeken en daarbij de mogelijkheid van een redelijke overgangstermijn te betrekken.

NTFR 2021/3527 - Bevindingen van strafrechtelijk onderzoek door FIOD zijn niet zonder meer toerekenbaar aan inspecteur

ECLI:NL:HR:2021:1339, datum uitspraak 08-10-2021, publicatiedatum 08-10-2021
Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021 met annotatie van mr. Y. Ameziane
Belanghebbende heeft in zijn aangiften IB/PVV 2012 en 2013 giftenaftrek aan C geclaimd. Bij oplegging van de primitieve aanslagen 2012 (31 mei 2014) en 2013 (21 oktober 2015) is dat aanvaard. In januari 2015 is de FIOD strafrechtelijke onderzoeken gestart naar het gebruik van valse giftkwitanties bij andere anbi-instellingen dan C. Uit die onderzoeken kwam ook C in beeld. Op 17 september 2015 is de FIOD vervolgens een strafrechtelijk onderzoek gestart naar C. De officier van justitie heeft op 16 maart 2017 toestemming verleend om de FIOD-onderzoeksbevindingen te gebruiken voor fiscale doeleinden. Deze zijn op 23 april 2018 ter beschikking gesteld aan de Belastingdienst/kantoor Den Haag. Op 16 december 2017 zijn aan belanghebbende navorderingsaanslagen IB/PVV 2012 en 2013 opgelegd waarbij de giftenaftrek is gecorrigeerd en vergrijpboetes zijn opgelegd.

NTFR 2021/3529 - Tweede nota van wijziging wetsvoorstel Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (35 819)

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021
Bij brief van 8 oktober 2021 (nr. 2021-0000196427) biedt de minister van Financiën (Hoekstra) – mede namens de minister van Justitie en Veiligheid en de minister van Economische Zaken en Klimaat – de Tweede Kamer de tweede nota van wijziging aan van het wetsvoorstel Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (Kamerstukken II, 2020-2021, 35 819, nr. 8). Op basis van het wetsvoorstel kunnen diverse besluiten in de zin van de Awb genomen worden, waartegen conform deze wet bezwaar en beroep openstaat. Bijvoorbeeld besluiten tot registratie of afscherming, die door de Kamer van Koophandel in mandaat namens de minister van Financiën genomen worden, of handhavingsbesluiten tot een last onder dwangsom of bestuurlijke boete, die door het Bureau Economische Handhaving van de Belastingdienst genomen worden. Deze nota van wijziging regelt – na attendering op het ontbreken daarvan door de Raad voor de rechtspraak – de rechtsgang bij bezwaar en beroep tegen dergelijke besluiten. Met de nota van wijziging wordt een rechtsgang bewerkstelligd die gelijk is aan de rechtsgang die geldt in het kader van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten en meer in het algemeen bij besluiten van financieel-economische aard.

NTFR 2021/3530 - Kamerbrief over aanpak belastingschulden vanwege corona

Aflevering 42, gepubliceerd op 21-10-2021
De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over hoe het kabinet omgaat met ondernemingen die gedurende de coronacrisis een belastingschuld hebben opgebouwd. Gedurende de coronacrisis hebben circa 376.000 ondernemers gebruikgemaakt van de mogelijkheid om het betalen van hun belastingen uit te stellen voor een totaalbedrag van € 41,9 miljard. Daarvan stond nog € 19,7 miljard open bij 274.000 ondernemers. De mogelijkheid om het betalen van belastingen uit te stellen voor deze en andere ondernemers, is sinds 1 oktober 2021 komen te vervallen. Sindsdien zijn ondernemingen verplicht hun belastingen weer tijdig te betalen. De opgebouwde belastingschuld kan in zestig maanden vanaf 1 oktober 2022 worden afgelost, waarbij de invorderingsrente stapsgewijs weer wordt opgebouwd van 1% per 1 januari 2022 tot 4% op 1 januari 2024. Daarnaast heeft het kabinet een tijdelijke aanvullende maatregel geïntroduceerd waarmee ondernemingen, onder strengere voorwaarden, toch weer het betalen van hun belastingen kunnen uitstellen tot en met 31 januari 2022. Ook deze nog op te bouwen belastingschuld zal dan vanaf 1 oktober 2022 in zestig maanden kunnen worden afgelost. Het kabinet probeert verder in de kern gezonde bedrijven die vanwege de coronacrisis een problematische schuld hebben opgebouwd die ze anders niet zouden hebben, zo veel mogelijk te ondersteunen. Het kabinet zal echter niet overgaan tot generieke kwijtschelding, omdat dit concurrentieverstorend zou zijn en in essentie onrechtvaardig. Het kabinet beziet de komende tijd wel tezamen met andere grote schuldeisers of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om in de kern gezonde bedrijven overeind te houden. Het kabinet geeft de Belastingdienst wel vast de ruimte om in minnelijke saneringsakkoorden, zoals de MSNP en de WHOA, met minder genoegen te nemen dan voorheen. Anders dan nu geldt, zal de Belastingdienst in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 30 september 2023 namelijk akkoord gaan met een uitkeringspercentage gelijk aan dat van concurrente schuldeisers. Komt het echter niet tot een akkoord of gaat de betreffende onderneming failliet, dan behoudt de Belastingdienst wel zijn preferente positie.