Aflevering 6

Gepubliceerd op 1 december 2008

TB 2008, afl. 6 - Agro Fiscaliteiten

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-12-2008 geschreven door Mr. D.J. de Korte FB
Eind september 2008 is aan de Tweede Kamer een evaluatierapport gepresenteerd over een aantal faciliteiten in de belastingwetgeving voor de agrarische sector. In het rapport werd aandacht besteed aan de zgn. landbouwregeling voor de omzetbelasting, de vrijstellingen voor landbouwgrond voor de overdrachtsbelasting en de zogenoemde landbouwvrijstelling in de inkomstenbelasting. Periodiek worden deze faciliteiten geëvalueerd, waarbij met name doeltreffendheid en doelmatigheid van belang zijn. Verwacht mag dus worden dat een dergelijke rapportage met enige regelmaat plaatsvindt. Los van de vraag in hoeverre dat doelmatig en doeltreffend is, leert de rapportage het volgende.

TB 2008, afl. 6 - Btw in vakantieland

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-12-2008 geschreven door G. Brand
Particulieren die een vakantiebungalow kopen, hebben in beginsel de bedoeling deze zelf te gebruiken. Door de bungalow naast het eigen gebruik als woning te gaan verhuren aan familie, vrienden, kennissen of derden kan de eigenaar als ondernemer voor de omzetbelasting worden aangemerkt. Op deze manier kan een mooi btw-voordeel worden gerealiseerd. Maar het is niet altijd rozengeur en maneschijn. Ook hier geldt: ‘Ieder voordeel heb z’n nadeel.’

TB 2008, afl. 6 - Interview met mr.drs. S. Bharatsingh

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-12-2008 geschreven door Mw. mr. H.A. Ancuta-Koning FB en Mr. P.S. Hofmeister FB
Mr.drs. S. Bharatsingh AA\MFP is sinds 1996 fiscaal (straf) advocaat. In de afgelopen tien jaren heeft hij furore gemaakt in een aantal geruchtmakende fiscale strafzaken, zoals de KBL-zaak en de Van Lanschot-zaak. In die zaken heeft hij de degens gekruist met de fiscus en FIOD. Wij vroegen hem naar zijn ervaringen in de fiscale advocatuur, en opvattingen omtrent de Mot-melding, verschoningsrecht en eerlijke procesvoering.

TB 2008, afl. 6 - Premieschenking en levensverzekering in de Successiewet 1956

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-12-2008 geschreven door Mr. E. Alink FB
Op grond van de Successiewet 1956 (SW 1956) worden schenkingen door in Nederland wonende personen en verkrijgingen krachtens erfrecht vanwege het overlijden van een in Nederland wonende erflater in de belastingheffing betrokken. Verkrijgingen krachtens een overeenkomst vallen in beginsel niet onder het bereik van de SW 1956. Een en ander is voor de wetgever reden geweest diverse fictiebepalingen in de SW 1956 op te nemen. Reeds in 1954 heeft de Hoge Raad in het premieschenkingsarrest (BNB 1954/140) beslist dat de verkrijging uit een overeenkomst van levensverzekering niet kan worden belast, indien de premies daarvoor indirect uit het vermogen van de erflater afkomstig zijn. Met twee arresten van 11 juli 2008, nrs. 43.547 (NTFR 2008/1388) en 43.527 (NTFR 2008/1389) maakte de Hoge Raad ruim 50 jaar later ook duidelijk dat heffing van successierecht niet mogelijk is, indien de uitkeringen ingevolge een overeenkomst van levensverzekering uit het vermogen van de erflater moeten worden gedaan. Dat de levensverzekeringen in deze casus, anders dan gebruikelijk, zijn aangegaan met een natuurlijk persoon, blijkt niet bezwaarlijk. In deze bijdrage ga ik verder in op de (on)mogelijkheden voor belastingplichtigen om via premieschenking en/of het aangaan van levensverzekeringen te komen tot besparing van successierecht.

TB 2008, afl. 6 - Thincapregeling en knelpunten in het MKB

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-12-2008 geschreven door Prof.dr. J.N. Bouwman en Mr. A.M.A. de Beer FB
De aftrekbaarheid van rente maakt het vanuit fiscaal perspectief aantrekkelijk om een buitenlandse vennootschap leningen te laten verstrekken aan een Nederlandse gelieerde vennootschap. Dit zal voordelig zijn indien het buitenlandse financieringsvehikel over de rentebate geen dan wel een lager tarief aan belasting is verschuldigd dan waartegen de rentelast in Nederland ten laste van de winst is gebracht. Het gevaar van uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag ligt hier op de loer. Dit verschijnsel kan dan ook vooral worden verklaard vanuit de verschillen die bestaan tussen nationale belastingsystemen. In een zuiver nationale context komen we fiscale grondslaguitholling – behoudens uitzonderingen – niet tegen.

TB 2008, afl. 6 - Wil de echte ondernemer nu opstaan?

Aflevering 6, gepubliceerd op 01-12-2008 geschreven door Mr. W. Vennix FB
De Belastingadviseursdag 2008 had als thema: ‘Nieuwe koers voor de dga’. Die nieuwe koers is wat mij betreft hard nodig, zeker voor de dga met een minderheidsbelang: de directeur-minderheidsaandeelhouder, ook wel ‘dma’. In het bijzonder heb ik daarbij het oog op de werknemer die met een minderheidsbelang in de bv van zijn werkgever gaat participeren. In de praktijk een veel voorkomend fenomeen, soms als middel om sleutelfiguren aan het bedrijf te binden, soms als opmaat tot een volledige bedrijfsopvolging. Kort gezegd, is mijn stelling dat zo’n dma ondernemer is en derhalve ook zo moet worden behandeld.