Aflevering 2

Een van de COVID-19-maatregelen die het kabinet heeft aangekondigd ziet op het voorkomen van huuruitzettingen en het verlengen van tijdelijke huurcontracten.Minister Van Veldhoven van Milieu en Wonen heeft aangekondigd dat tijdens de coronacrisis huurders

Als gevolg van de coronacrisis kunnen bedrijven die personeel uitzenden, uitlenen of detacheren en g-rekeningen gebruiken, bij de Belastingdienst verzoeken om het tegoed op deze g-rekeningen te deblokkeren.

Art. 4 Wet op belastingen van rechtsverkeer

Het was helaas geen 1 april grap, maar op die dag maakte het Ministerie van Milieu en Wonen bekend dat de invoering van de Omgevingswet meer tijd kost dan verwacht. Dat schrijft minister Stientje van Veldhoven voor Milieu en Wonen in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer. Tevens is er een persbericht uitgegeven. In de brief gaat de minister in op de haalbaarheid van de inwerkingtreding per 1 januari 2021. Zij acht die datum in gevaar te komen. Hoeveel later in tijd dan 1 januari 2021 de Omgevingswet dan wel zou kunnen worden ingevoerd weet zij nog niet. Dat vergt nadere analyse.

Art. 15 lid 1 onderdeel y Wet op belastingen van rechtsverkeer

Het kabinet heeft op 15 november 2019 aangegeven het programma Hernieuwbare Energieopwekking op Rijksvastgoed spoedig uit te gaan werken waarmee haar vastgoed wordt ingezet voor de productie van hernieuwbare energie.

Een andere maatregel die is genomen in verband met COVID-19 is het protocol dat is vastgesteld door het Rijk en de bouw- en technieksector. Tezamen hebben zij het protocol ‘Samen veilig doorwerken’ vastgesteld. Het protocol is, zo licht de rijksoverheid toe, een van de uitkomsten van de gesprekken die minister Knops van Binnenlandse Zaken en minister Van Veldhoven voor Milieu en Wonen hebben gevoerd met Bouwend Nederland, Techniek Nederland en andere partijen uit de sector. Dit alles teneinde te zorgen dat het werk op de bouw niet stil komt te liggen.

Art. 14 Wet op belastingen van rechtsverkeer

Een boek blijft een boek, ook als het opnieuw wordt ingebonden. En een paard blijft een paard, ook wanneer het wordt afgericht om deel te nemen aan dressuurwedstrijden. Maar wanneer een confectieschoen dusdanig wordt aangepast dat deze alleen nog maar geschikt is voor personen met een orthopedische aandoening, wordt wel een nieuwe zaak vervaardigd. Aan de hand van jurisprudentie over boeken, paarden en schoenen, hebben we tijden beoordeeld of verbouwingen of transformaties van vastgoedobjecten leiden tot vernieuwbouw en dus tot een nieuwe btw-fase. De Hoge Raad gaf hiervoor weinig handvatten, alleen dat sprake moest zijn van ‘in wezen nieuwbouw’ wilde een nieuw gebouw voor de btw ontstaan. Maar toen kwam het Europese Kozuba-arrest en sindsdien heeft Rechtbank Zeeland-West-Brabant in twee gevallen geoordeeld dat een intensieve verbouwing toch leidt tot vernieuwbouw. Mario Leijten gaat in op de oude en nieuwe jurisprudentie en kijkt vooruit.

De Hoge Raad wees in 2010 het zogenaamde Kinderdagverblijfarrest HR 19 november 2010, nr. 08/01021, BNB 2011/42, m.nt. Bijl., waarbij hij het criterium ‘in wezen nieuwbouw’ introduceerde als toets voor vervaardiging. Met dit arrest wilde de Hoge Raad zijn oordeel over de vraag wanneer een onroerende zaak nieuw vervaardigd is, verduidelijken maar verwoordde dit zo algemeen dat de vastgoedpraktijk juist minder handvatten overhield. Het criterium maakte het voor de praktijk dan ook lastiger om te bepalen of een onroerende zaak nieuw vervaardigd is. In dit artikel ga ik in op de relevantie van dit criterium, behandel ik de details van het arrest zelf, stip ik kort de criteria aan die vóór dit arrest werden gehanteerd en behandel ik recente rechtspraak op dit vlak. Tot slot geef ik wegen aan hoe de praktijk mogelijk meer duidelijkheid kan krijgen.

In de vastgoedpraktijk is het gebruikelijk dat in het kader van een onroerendgoedtransactie koper en verkoper contractueel overeenkomen dat de koper bepaalde kosten draagt die normaliter voor rekening van de verkoper zijn. Vormt een dergelijke contractuele afspraak tussen koper en verkoper een belastbare handeling voor de btw? In het recent gewezen Amărăşti-arrest HvJ 19 december 2019, C-707/18 (Amărăşti Land Investment SRL). gaat het Hof van Justitie (hierna: ‘HvJ’) in op deze voor de praktijk belangrijke vraag. In dit artikel bespreken wij deze zaak en de mogelijke gevolgen voor de praktijk.

D.W. Aertsen en B.J. van de Bunt, ‘Zonnepanelen op (bedrijfs-)dak van een ander: nieuwe modelaktes’, Vastgoed Fiscaal & Civiel 2019/6, p. 4-7.