Aflevering 12

De zorgplicht van de notaris voor fiscale aspecten van transacties blijft een terugkerend onderwerp in de jurisprudentie. Deze zorgplicht wordt echter mede ingeperkt door de omvang van de opdracht, recentelijk is dat weer gebleken.

Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad duidelijk gemaakt dat het na het Kerstarrest van 24 december 2021 opgetuigde rechtsherstel in box 3 alleen recht deed aan een sparende maar niet aan een beleggende belastingplichtige. Het rechtsherstel is als strijdig met het EVRM bestempeld indien het werkelijke rendement lager is dan het wettelijke rendement. De Hoge Raad heeft op 6 juni 2024 ook een aanzet gegeven hoe het werkelijk rendement moet worden bepaald maar heeft daarbij geen volledige invulling gegeven. Op een aantal nog openstaande vragen zal in dit artikel nader worden ingegaan.

In het onzakelijke lening- en schenkingarrest (HR 5 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:518) besliste de Hoge Raad over de fiscale gevolgen van het verstrekken of kwijtschelden van een (indirecte) onzakelijke lening voor de Successiewet 1956. Uitkomst: Een onzakelijke lening is (op één uitzondering na) geen gift van de hoofdsom, noch bij verstrekken, noch bij kwijtschelden. Het verstrekken van een onzakelijke lening is wel een gift van het rentevoordeel (genotsrecht). Het is dus opletten geblazen met familieleningen die ‘onzakelijk’ zijn. Daarin zit een gift besloten, die mogelijk tot heffing leidt.

Twee firmanten hebben hun gezamenlijke onderneming ingebracht in een BV. Daarbij is ook een onroerende zaak ingebracht die behoorde tot het buitenvennootschappelijke...