Aflevering 7-8

Tot 2028 hebben eigenaren van onroerende zaken te maken met een box 3-heffing waarbij het inkomen wordt berekend volgens de forfaitaire systematiek of, als zij kunnen aantonen dat dit lager is, het werkelijk rendement volgens de rekenregels van de Hoge Raad. Pas op zijn vroegst vanaf 1 januari 2028 gaat de Wet werkelijk rendement box 3 gelden, met een eigen begrip werkelijk rendement, vormgegeven door het kabinet zelf.

Als de poort van art. 1 lid 1 Successiewet 1956 (hierna: SW) is gepasseerd, komen vragen omtrent de waardering, de toepassing van vrijstellingen en tarieven aan de orde. De hoofdregel voor de waardering is dat de waarde in het economische verkeer geldt (art. 21 lid 1 SW). Voor een aantal verkrijgingen, waaronder woningen, is een uitzondering gemaakt in het kader van vereenvoudiging. In dit artikel zet ik de jurisprudentie op een rij en kom ik tot de conclusie dat we moeten stoppen met deze poging tot vereenvoudiging.

Vanaf 1 april 2017 tot en met 31 december 2019 konden directeur-grootaandeelhouders (dga’s) met een pensioen in eigen beheer hun pensioen premievrij voortzetten, met een – jaarlijks teruglopende – korting afkopen of omzetten in een oudedagsverplichting (ODV). Ruim 53.000 dga’s hebben hun pensioen omgezet in een ODV.