Aflevering 235

Gepubliceerd op 1 juni 2013

FF 2013, afl. 235 - Belastingparadijzen met een bankgeheim onder druk

Aflevering 235, gepubliceerd op 01-06-2013 geschreven door D. de Wolf
Belastingparadijzen worden dikwijls geassocieerd met een bankgeheim. Niet elk belastingparadijs heeft echter een bankgeheim en niet elk land met een bankgeheim is een belastingparadijs.G. Delrue, Witwassen, Maklu, Antwerpen 2010, p. 190.Desondanks hebben toch vele belastingparadijzen een bankgeheim, en zo niet, dan bieden ze minstens op één of andere manier een vorm van geheimhouding aan. Dit gebrek aan transparantie maakt dat belastingparadijzen het voorwerp zijn van allerlei maatregelen.

FF 2013, afl. 235 - Belastingprogressie – een kwestie van vanzelfsprekendheid?

Aflevering 235, gepubliceerd op 01-06-2013 geschreven door W.J. den Boer
Is belastingprogressie wel zo vanzelfsprekend? Deze tariefstructuur vinden we door de geschiedenis heen in de wetgeving van vele landen. Er worden allerlei argumenten voor progressie in de belastingen aangedragen, maar er zijn ook veel tegenargumenten. De discussie over belastingprogressie wordt op vele manieren gevoerd en verschillende auteurs hebben hun mening hierover gegeven. Het is belangrijk om de aangevoerde argumenten voor en tegen progressie te onderzoeken om te kunnen bepalen waar de waarheid ligt.E.R.A. Seligman, ‘The theory of Progressive Taxation’, Political Science Quarterly, Vol. 8, Nr. 2 (juni 1983), p. 220-251.

FF 2013, afl. 235 - Blaffen tegen hondenbelasting

Aflevering 235, gepubliceerd op 01-06-2013 geschreven door S.W. Nieuwenhuijsen
Op 24 januari 2013 concludeerde Hof Den Bosch dat houders van een hond (hierna: hondenhouders) worden gediscrimineerd ten opzichte van niet-hondenhouders wanneer hondenbelasting alleen is gericht op het verkrijgen van inkomsten.Hof Den Bosch 24 januari 2013, 12/00228, NDFR 2013/397. Heffen van hondenbelasting is dan ook volgens dat hof toegestaan als de kosten voor het houden van honden voor gemeenten van wezenlijke betekenis zijn voor de heffing. Hoewel de gemeente Sittard-Geleen in cassatie gaat bij de Hoge Raad tegen de uitspraak van het hof en er dus nog geen definitief oordeel is, roept de uitspraak wel (weer) de vraag op of de centrale wetgever niet moet overgaan tot het afschaffen van hondenbelasting.

FF 2013, afl. 235 - De btw-positie van centra voor kunst en cultuur (deel 3)

Aflevering 235, gepubliceerd op 01-06-2013 geschreven door Mr. D.A. Avenarius
In het eerste deel van dit artikelMr. D.A. Avenarius, ‘De btw-positie van centra voor kunst en cultuur (deel 1)’, Forfaitair 2012/221. zijn de btw-risico’s en -kansen besproken van de gebruikelijke culturele prestaties van centra voor kunst en cultuur en ook van enkele vaak voorkomende andere prestaties. Daarbij is zowel aandacht besteed aan de inputkant (de mate van aftrekbaarheid van btw op de kosten) als aan de outputkant (welk tarief of vrijstelling?). In het tweede deelMr. D.A. Avenarius, ‘De btw-positie van centra voor kunst en cultuur (deel 2)’, Forfaitair 2012/224. besprak ik de verhuur van zalen door de centra, evenals de btw-gevolgen van onderwerpen die niet direct zien op de prestaties die de centra verrichten.

FF 2013, afl. 235 - Foutje, bedankt!

Aflevering 235, gepubliceerd op 01-06-2013 geschreven door M.E. de Kok
De foutenleer is voor het eerst aangedragen door de Hoge Raad in 1952 en komt voort uit de totaalwinstgedachte. Vanuit deze gedachte worden de gevolgen van verkeerde vermogensetikettering tenietgedaan. Voor het hogere bedrag aan belasting en de extra nadelige gevolgen van de toepassing wordt een redelijke tegemoetkoming verleend aan de belastingplichtige. Het ‘lek’ in de foutenleer is inmiddels gedicht. Echter, tot op heden worden de extra voordelen die door onjuiste etikettering worden genoten noch door de foutenleer, noch door wetgeving of jurisprudentie teruggenomen. In hoeverre moet deze redelijke tegemoetkoming worden toegepast in de foutenleer?

FF 2013, afl. 235 - Pensioen – waarmee zullen we het in de toekomst moeten doen?

Aflevering 235, gepubliceerd op 01-06-2013 geschreven door Mr. M. Kastelein
In Forfaitair 2013/232, p. 14, verscheen een artikel over de verhoging van de AOW-leeftijd. Een nieuwe ontwikkeling heeft zich voorgedaan op dat vlak. In het Sociaal Akkoord van 11 april 2013 is het volgende overeengekomen: de overbruggingsregeling AOW, die gaat gelden voor personen die op 1 januari 2013 reeds deelnemen aan een VUT- en prepensioenregeling of een vergelijkbare regeling en zich niet hebben kunnen voorbereiden op de AOW-leeftijdsverhoging, wordt verruimd naar deelnemers met een inkomen tot 200% van het wettelijk minimum loon (WML) voor alleenstaanden en 300% WML voor paren. De regeling werkt terug tot 1 januari 2013.

FF 2013, afl. 235 - Reconciling the Differences in Tax Systems and Tax Cultures in International Tax Treaty Negotiations: Colombia and the Netherlands

Aflevering 235, gepubliceerd op 01-06-2013 geschreven door Dr. I.J. Mosquera Valderrama
This article analyzes and compares the differences in the tax systems and tax culturesAlthough a definition for tax culture and elements of tax culture are difficult to provide, the role of the different parties in the process of tax law-making needs to be taken into account. These parties include Legislative, Executive (including tax administration and revenue authorities), Judiciary (including courts with tax competence), taxpayers, and tax advisors. Furthermore, the principles of law that tax law-makers take into account when introducing, or amending tax rules are also of importance. Examples of these principles are certainty, efficiency, equality, neutrality, et cetera. See Mosquera Valderrama, Leasing and Legal Culture – Towards consistent behaviour in tax treatment in civil law and common law jurisdictions (diss.), 2007, at 301. in two countries being Colombia and the Netherlands. The main objective of this article is to address the obstacles that the differences in tax systems and tax cultures of Colombia and the Netherlands may face in relation to the current (advanced) negotiation of a double tax conventions (hereinafter: DTC) between these two countries. The experience and knowledge that both countries have differ, taking into account the expertise that treaty negotiators in the Netherlands have in comparison to Colombian negotiators, for instance language (English) and tax expertise including expertise on complex international transactions (e.g. transfer pricing).