FTV 2009/52 - Vermogensvergoedingen in de vennootschapsbelasting
Aflevering 12, gepubliceerd op 01-12-2009 geschreven door Prof. dr. P. KavelaarsWaar het de gedachte van het vorige kabinet was dat met Werken aan winst de vennootschapsbelasting een aantrekkelijke, (betrekkelijk) eenvoudige en niet-verstorende heffing zou ontstaan, is de conclusie die reeds tijdens het wetgevingsproces in de fiscale literatuur zichtbaar werd, bewaarheid, te weten dat die operatie in essentie jammerlijk is mislukt. Van vereenvoudiging is niets gebleken; integendeel, het regime van de deelnemingsvrijstelling in samenhang met de laagbelaste beleggingsdeelneming en de daarmee samenhangende deelnemingsverrekening is een ondoorgrondelijk systeem geworden dat dan ook ingaande 2010 terecht wordt gefatsoeneerd. Van faciliëring en verbetering van het vestigingsklimaat is weinig terechtgekomen waar het de specifieke incentives betreft: de groepsrentebox is gesneuveld en ligt nu in een aangepaste maar weinig aantrekkelijke variant ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel in concept gereed om in 2010 of (waarschijnlijker) 2011 in werking te treden, terwijl de octrooibox - naar de staatssecretaris inmiddels heeft onder- en erkend vanwege het mislukken ervan - ingaande 2010 wordt omgebouwd tot een veel beter vormgegeven innovatiebox. Het meest complexe probleem van de vennootschapsbelasting dat ongetwijfeld de meeste economische en maatschappelijke verstoringen veroorzaakt, is echter op geen enkele wijze aangepakt: de renteaftrekproblematiek of in breder verband: het verschil in fiscale behandeling van vreemd en eigen vermogen.