FTV 2010/10 - Over exit-heffingen, en de Wet van 8 juli 2009 Stb. 2009, 304 (deel 2)
Aflevering 2, gepubliceerd op 01-02-2010 geschreven door Prof. dr. T. BloklandDe inkomstenbelasting in Nederland kent enkele zogenoemde exit-heffingen, in geval van emigratie van een binnenlands belastingplichtig natuurlijk persoon.Het gaat dan, in de huidige Wet inkomstenbelasting 2001, hierna Wet IB 2001, om het aanmerkelijk belang, om pensioenrechten en om lijfrenterechten, alsmede om de ( hierna niet nader besproken, incidentelere) kapitaalverzekering eigen woning. De achterliggende gedachte is, dat hetgeen ten laste van inkomen of winst in Nederland is opgebouwd, in Nederland belastbaar zou moeten zijn en blijven ook als de desbetreffende persoon niet meer in Nederland zou blijven wonen. Het Nederlandse systeem is dan dat daarvoor buitenlandse belastingplicht wordt gehanteerd, terwijl daarnaast ter verzekering van maar ook met uitbreiding van rechten, er een exit-heffing in de vorm van een conserverende aanslag met een bewakingsperiode van ongeveer tien jaar wordt opgelegd. Dat Nederlandse systeem loopt, in geval van vestiging van een natuurlijk persoon vanuit Nederland naar en in het buitenland, op tegen de belastingverdragen die met andere Staten gesloten zijn. Ook is het EG/EU-Verdrag daarbij van aanzienlijke betekenis. In Juni 2009 zijn er daaromtrent belangrijke, hierna te noemen, arresten van de Hoge Raad uitgebracht. Dat heeft de Staatssecretaris van Financiën er toe gebracht, om een wetswijziging te bevorderen. Het wetsvoorstel, met als nummer 31.990, is op maandag 29 juni ingediend bij de Tweede Kamer, en het is als Wet opgenomen in het Staatsblad van 8 juli 2009, onder nr. 2009, 304. Tijd en gelegenheid voor behandeling in en door de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer is er zodoende nauwelijks geweest.