Aflevering 10

Zoals was aangekondigd Kamerstukken II 2010-2011, 32 740, nr. 1, blz. 62. is in het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2012 de langverwachte uitbreiding van artikel 5.4 Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) opgenomen. Op grond van de huidige bepaling worden onder meer de geldvorderingen en de daartegenover staande schulden die ontstaan op grond van de wettelijke verdeling en de (niet-partiële) ouderlijke boedelverdeling, genegeerd in box 3 van de inkomstenbelasting. De vermogensbestanddelen van de nalatenschap worden belast bij de langstlevende echtgenoot in de diverse boxen en een eventuele rente op de schulden is niet aftrekbaar.Artikel 3.16, lid 10, 3.120, lid 10 en 4.15, lid 2 Wet IB 2001.

We spreken van een gesplitste aankoop indien de ene partij van een derde het recht van vruchtgebruik van een vermogensbestanddeel verkrijgt en een andere partij gelijktijdig van die derde de bloot eigendom verwerft. In dit artikel behandel ik de gevolgen voor de heffing van de erfbelasting indien er sprake was van een gesplitste aankoop door ouder en kind en de ouder/vruchtgebruiker overlijdt. Wordt het kind belast op basis van art. 10 SW 1956? Zo ja, wat is de omvang van de te belasten verkrijging? Is reparatie tijdens leven van de ouder, ter voorkoming van de heffing van erfbelasting, een optie? De gevolgen voor de heffing van de inkomstenbelasting tijdens de bezitsperiode laat ik buiten beschouwing.

Al in 2006 diende mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink tezamen met de heer Crone een initiatiefwetsvoorstel in teneinde een vorm van rechtsbescherming te bewerkstelligen tegen de ‘controlitis’ waaraan Nederland en met name de Belastingdienst lijdt. Er moet ingegrepen kunnen worden als de inspecteur zijn wettelijke bevoegdheden overschrijdt of onredelijk handelt. In 1997 werd door de toenmalige staatssecretaris van Financiën Vermeend ook reeds aangegeven dat er op dat punt een wetswijziging zou moeten komen. Met de op 14 april 2011 aangenomen en per 1 juli 2011 in werking getreden wet is het dan eindelijk zo ver: er is (een begin van) rechtsbescherming ontstaan tegen de soms verregaande informatieverzoeken van de Belastingdienst. Deze wet, de doorgevoerde wijzigingen, de gevolgen daarvan alsook de nog bestaande onduidelijkheden zullen in dit artikel de revue passeren.

Op 10 juni 2011 besliste de Hoge Raad dat de vrijstelling bij samenloop tussen btw en overdrachtsbelasting ook van toepassing is bij de verkrijging van aandelen in een zogeheten onroerendezaaklichaam dat bouwterreinen bezit. Ons hoogste rechtscollege gaat daarmee ‘om’ en komt terug op zijn arrest uit 1982. In dit artikel bespreek ik het arrest en de gevolgen daarvan.

In deze bijdrage bespreek ik de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting die op 1 juli 2011 heeft plaatsgevonden. Deze verlaging, die uitsluitend geldt voor woningen of rechten waaraan deze zijn onderworpen, roept diverse vragen op, waarop ik in deze bijdrage zal ingaan.

Tot voor kort waanden velen zich zeker van een goudgerand pensioen. Afstempelen was een begrip dat uitsluitend met strippenkaarten werd geassocieerd en niet met pensioenen. Die tijden zijn over. Pensioen is een onzekere, want voorwaardelijke zaak geworden. Maar waar krengen zijn, zijn kraaien. Zo stelt de site www. goudpensioen.nl de (retorische?) vraag: “Maakt u zich zorgen om uw pensioen? Wilt u ook meer zekerheid in deze periode waarin een goed pensioen niet meer vanzelfsprekend is?” Vanzelfsprekend hebben (en verkopen!) ze vervolgens de oplossing voor dit prangende probleem, want de site vervolgt: “Een Gouden Pensioen is letterlijk en figuurlijk ook voor ú weggelegd!” Daarna volgt er een heleboel verkoopprietpraat, die wordt afgesloten met de mededeling dat “Goudpensioen.nl u graag aan een onbezorgde oude dag helpt!” Bij nader inzien blijkt het overigens niet om een pensioen in de zin van de wet te gaan, maar wordt er gewoon goud verkocht. Goud dat desgewenst later kan worden aangewend voor de oude dag. Wat misschien helemaal niet zo'n gekke gedachte is.