FTV 2012/26 - De status van de waterwoning, ofwel: drijvende (belasting)wetgeving
Aflevering 5, gepubliceerd op 01-05-2012 geschreven door Mw. prof. dr. mr. N. van Oostrom-StreepOp 9 maart 2012 wees de Hoge Raad een fiscaal arrest over de status van drijvende waterwoningen (Marina’s). Het ultrakorte arrest (het totaal bedraagt slechts twee pagina’s) maakt korte metten met de stelling van de staatssecretaris dat de drijvende waterwoning voor de overdrachtsbelasting moet gelden als onroerend. Met dit arrest is een nieuwe stap gezet in de aanzwellende stroom uitspraken die het criterium ‘duurzaam met de grond verenigd’ tot inzet hebben. Begonnen met een tot kantoor dienende keet, betreft het nu vooral drijvende objecten waarvan de status moet worden bepaald. Net nu de praktijk gewend is aan het duurzaamheidscriterium, ontleend aan het genoemde Portacabin-arrest, lijkt het alsof de Hoge Raad aan het bijdraaien is en er weer een grotere rol is weggelegd voor de fysieke toestand van het object. Helaas brengt het arrest van maart 2012 weinig nieuwe aanknopingspunten, iets waaraan wel behoefte bestaat.