Aflevering 2

Met drie nieuwe regelingen is er een storm over de internationale fiscale wereld geraasd die tot een nieuwe standaard van samenwerking tussen belastingdiensten heeft geleid. Natuurlijk moet worden afgewacht of alles wat op papier is overeengekomen, ook wordt uitgevoerd, maar het heeft er alle schijn van dat een flinke stap is gezet om de internationale ontwijking van belastingheffing terug te dringen.

Alleen al bij het doorbladeren van het arrest Hof Arnhem-Leeuwarden 6 oktober 2015 is de spanning voelbaar.[NOOT: Hof Arnhem-Leeuwarden 6 oktober 2015, ECLI:NL:GHARL2015:7486.] Het betreft een erfrechtelijk schouwspel met meerdere spelers: een executeur, tevens quasi-stiefmoeder, een vereffenaar, twee instrumenterende notarissen (plus een boedelnotaris), een gevolmachtigde en enkele erfgenamen, waarbij de hoofdrol is weggelegd voor de raadsheren die er chocola van moesten maken oftewel de knoop moesten doorhakken. De rechtsvraag was: kan hij het wel of kan hij het niet? Daarbij ging het om de verkoopbevoegdheid van de executeur, met alle gevolgen van dien.

De Staatssecretaris van Financiën heeft in samenspraak met de landbouwsector een rekenmodel ontwikkeld om landbouwondernemingen volgens de DCF-methode te waarderen. Willen belastingplichtigen afwijken van dat model, dan kan dat als zij in plaats daarvan een zogenoemde eigenstandige berekening maken. De vraag wanneer sprake is van een berekening volgens de DCF-methode en wanneer van een eigenstandige berekening kwam aan de orde in de uitspraak van Hof Den Bosch van 7 mei 2015. De meest recente wijziging van het rekenmodel dateert van 1 januari 2016.

Als gevolg van het Belastingplan 2016 zal met ingang van 1 januari 2017 de schenkingsvrijstelling ten behoeve van een eigen woning worden verruimd. Vanaf dat moment bedraagt deze vrijstelling € 100.000 en vervalt de thans geldende beperking tot verkrijgingen door kinderen van de schenker. Een andere wijziging is dat de schenkingen over 3 achtereenvolgende kalenderjaren mogen worden verspreid (art. 33a lid 2 SW). Er gelden evenwel belangrijke overgangsregels voor het geval de begiftigde reeds voor 1 januari 2017 een beroep heeft gedaan op een verhoogde schenkingsvrijstelling. Uit de praktijk blijkt dat deze regels niet eenvoudig zijn te doorgronden bij schenkingen door ouder(s) aan kinderen. Om het overgangsrecht beter te begrijpen is het van belang om vast te stellen wanneer het kind voor het eerst een beroep op de verhoogde vrijstelling heeft gedaan. Er zijn hierbij 3 perioden te onderscheiden (vanwege de nog toe te passen inflatiecorrectie worden de hierna genoemde bedragen naar beneden afgerond).