FTV 2016/14 - Blooper of testamentair formulier?
Aflevering 3, gepubliceerd op 25-03-2016 geschreven door Prof. mr. dr. B.M.E.M. ScholsDe kwaliteit van het Nederlandse testament is goed te noemen. Het betreft immers niet, zoals in het buitenland wel eens het geval is, een onderhands stuk, maar (in de regel) een document geredigeerd en gepasseerd door de erfrechtelijk deskundige bij uitstek: de notaris. Toch komen we ook wel eens een schoonheidsfoutje tegen. In deze korte bijdrage een pleidooi voor de ‘formular-methode’, een eenvoudige manier van denken om bloopers in de testamentenpraktijk te voorkomen. Zelfs de doorgewinterde, meest creatieve estate planner kan er baat bij hebben. De boodschap: Realiseer u dat wij in de Nederlandse testamentenpraktijk gezegend zijn met het gesloten stelsel van uiterste wilsbeschikkingen. ‘Gesloten’ klinkt streng, en de van nature flexibele estate planner wellicht een tikkeltje vijandig in de oren, maar zorgt voor de broodnodige ordening en zekerheid. Anders gezegd: het gesloten stelsel is uw erfrechtelijke vriend en het behoedt u voor kunstfouten. Art. 4:42 BW levert niet alleen een glasheldere definitie van het fenomeen uiterste wilsbeschikking, maar bepaalt ook dat boek 4 BW (en enkele plekjes in de wet daarbuiten, zoals de uitsluitingsclausule in art. 1:94 lid 1 BW) een modellenboek is met kant en klare teksten en rechtsgevolgen. Wie de juiste hokjes (bij wijze van checklist) op het (denkbeeldige) testamentair formuliertje duidelijk aankruist, kan niet meer de fout ingaan. Sterker nog, de hokjes hebben een aanzuigende en corrigerende werking: conversie. Zo bestaat bijvoorbeeld het hokje ‘1167’ niet meer en moeten we een verdwaalde ouderlijke boedelverdeling (behoudens overgangscasus) zoveel mogelijk in het juiste (nieuwe) hokje ‘proppen’.