Aflevering 3

Ten tijde van het schrijven van dit redactioneel, zit heel Nederland inmiddels een maand in quarantaine vanwege het Covid-19 virus. Mensen werken massaal thuis, scholen zijn gesloten en de horeca is dicht gegaan. Het Paasweekend hebben wij zoveel als mogelijk thuis en binnen moeten doorbrengen, en ook Koningsdag is dit jaar omgedoopt tot ‘Woningsdag’. Het is de nieuwe realiteit. In de afgelopen weken zijn er in een rap tempo veel initiatieven tot stand gekomen om deze nieuwe realiteit te kunnen ondervangen. Op het gebied van het arbeidsrecht is de werktijdverkorting, nadat hier in korte tijd door meer dan 50.000 bedrijven een beroep op werd gedaan, vervangen door de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW). Met deze tijdelijke maatregel wordt beoogd om zoveel mogelijk banenverlies te voorkomen, of het gewenste doel ook zal worden bereikt zal de tijd ons leren. Omdat de NOW-regeling uiteindelijk is gebaseerd op het percentage omzetverlies dat wordt geleden, zal niet elk bedrijf hier voldoende mee gebaat zijn en toch ontslag van personeel overwegen. Ook op fiscaal gebied heeft de overheid de nodige maatregelen getroffen, zoals de mogelijkheid om uitstel van betaling te krijgen voor o.a. de loonheffing, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en inkomstenbelasting. Dit zijn op zichzelf allemaal positieve ontwikkelingen. De impact van een crisis als degene die we nu doormaken, is echter ook dat bepaalde zaken die al niet lekker liepen, onder een vergrootglas komen te liggen. Dit geldt ook voor de problemen op de arbeidsmarkt. De kwetsbare positie van zelfstandigen, flexwerkers en seizoenarbeiders werd nog eens pijnlijk duidelijk toen bleek dat de NOW-regeling niet op hen van toepassing was. De snelle aanpassing van NOW-regeling laat onverlet dat de aanpassing van onze arbeidsmarkt onverminderd urgent is. Minister Koolmees heeft al aangegeven dat de hervorming van de arbeidsmarkt hoog op de politieke agenda blijft staan. Dat is maar goed ook. Ondertussen gaan wij met zijn allen een nieuwe fase in. Het nieuwe en spannende van de ‘coronacrisis’ is er af. Nu pas begint het echte werk. Onduidelijk is hoe lang deze situatie nog gaat duren. Dat vraagt veel van ons aanpassingsvermogen, ons vermogen om samen te werken en ons vermogen om ons te verplaatsen in de situatie van de ander. Tegelijkertijd kan deze crisis ons ook waardevolle lessen voor de toekomst leren. Leven we straks echt in een ‘1,5 meter-economie’ en hoe ziet die er dan uit? We gaan het meemaken.

Het besluit over de algemene verlenging van de termijn voor het aanleveren van het informatieformulier voor het fiscaal gefaciliteerd beëindigen van pensioen in eigen beheer is geactualiseerd.

Met ingang van 1 januari 2020 is de definitie van de vaste inrichting en de vaste vertegenwoordiger in de nationale wetgeving gewijzigd als gevolg van het BEPS-project.

De ervaring leert dat de bestelauto van de zaak een geliefd onderwerp is voor de Belastingdienst tijdens looncontroles. Maar wanneer is sprake van een bestelauto? En wanneer stelt de werkgever een bestelauto ter beschikking? Verder aandacht voor de € 300-regeling aan de hand een uitspraak van Hof Den Haag.

Op 26 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Financiën het besluit over de vorming van balansvoorzieningen geactualiseerd. In dit besluit geeft hij op basis van goed koopmansgebruik handvatten voor de vorming van een fiscale voorziening op de balans voor toekomstige uitgaven. Daarbij geeft hij als voorbeeld het treffen van een voorziening voor transitievergoedingen.

Recente jurisprudentie is aanleiding om de gebruik-loonregeling weer eens onder de aandacht te brengen. Daarnaast heeft de staatssecretaris onlangs in een beleidsbesluit handvatten gegeven hoe de gebruikelijk-loonregeling moet worden toegepast tijdens de coronacrisis.

In de NOW-regeling staat dat een werkgever die gebruik mag maken van deze regeling, dit aan de gemeente waarvan hij loonkostensubsidie (LKS) ontvangt, moet melden. De staatssecretaris heeft naar aanleiding van de onrust hierover gereageerd.

Bij afkoop van een loonstamrecht in 2014 geldt een fictief genietingsmoment. Dat moment is het moment direct voordat de dga het loonstamrecht afkoopt. De hoogte van de aanspraak is gelijk aan het bedrag dat de dga bij derden zou moeten afstorten om de aanspraak te dekken. Dat is het bedrag dat belastbaar is, ongeacht of dit nog inbaar is.

Op basis van activiteiten, aard en functie in het maatschappelijk verkeer constateert het hof dat een bedrijf in een andere sector moet worden ingedeeld.

Om als kwalificerende buitenlands belastingplichtige te worden aangemerkt dient men over een inkomensverklaring van de belastingdienst van de woonstaat te beschikken.

Als gevolg van de coronacrisis doen veel werkgevers noodgedwongen een beroep op de steunmaatregelen die vanuit de overheid zijn gelanceerd. Om kosten te besparen zullen reorganisaties en ontslagen onontkoombaar zijn. Een vergaand middel is om van werknemers te verlangen akkoord te gaan met salarisverlaging. Is een dergelijk loonoffer juridisch afdwingbaar?

Dagelijks verschijnt er fiscaal en ander nieuws op de website van Loonzaken. Een greep uit het nieuws van de afgelopen weken:

Werkgeversorganisaties, gemeenten, vakbonden en de landelijke overheid hebben het platform ‘NLWerktDoor’ gelanceerd. Hiermee brengen de organisaties vraag en aanbod op de arbeidsmarkt samen. Dit maakt snelle matches in de regio mogelijk om mensen tijdens deze crisis aan het werk te houden en sectoren van voldoende personeel te voorzien.

Het is niet mogelijk cijfermatig nu al iets te zeggen over trends op de arbeidsmarkt sinds de inwerkingtreding van de Wab. Minister Koolmees antwoordt dit op Kamervragen over de gevolgen van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) voor werknemers aan wie gevraagd wordt om als zzp’er te werken.

Doordat een raadslid zijn werkzaamheden gedurende een zittingsperiode tijdelijk heeft onderbroken, is de opting-in regeling voor de periode na de onderbreking niet van toepassing. De vergoeding dient daarom te worden aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden waarop kosten in mindering kunnen worden gebracht.

Op 4 november 2016 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de verhouding tussen payrolling en uitzending. Hierbij heeft de Hoge Raad in klare taal aangegeven wie verantwoordelijk is als de toepassing van de regels van artikel 7:691 BW – het zogenoemde ‘arbeidsrecht light’ – in nieuwe driehoeksrelaties zoals payrolling leidt tot resultaten die de wetgever niet heeft bedoeld. Het is namelijk in de eerste plaats aan de wetgever om grenzen te stellen. Bij het maken van het praktische onderscheid zijn de tijdelijke hulpmaatregelen rond de coronacrisis buiten beschouwing gelaten.

Sinds het verschijnen van het vorige nummer van Loonzaken zijn onderstaande besluiten verschenen.

Een voormalig bestuurder probeert zijn rechten op levering van aandelen als aandelenoptierechten te laten aanmerken om zo onder een deel van de pseudo-eindheffing uit te komen.

De (overheids)maatregelen ten gevolge van de crisis rondom COVID-19 zijn verstrekkend en nooit eerder vertoond. Zo adviseert het ministerie van Buitenlandse Zaken alle Nederlanders om de komende periode niet meer naar het buitenland te reizen, tenzij strikt noodzakelijk. Hoe lang dit advies van kracht blijft is op dit moment onduidelijk.

Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft op 24 april 2020 aan de Tweede Kamer nieuwe, aanvullende coronamaatregelen aangekondigd, waaronder een verhoging van de vrije ruimte WKR.

Volgens de Hoge Raad is het mogelijk het verzuim, het te laat indienen van een garantieverklaring, te herstellen. Het gaat in dit geval specifiek om de overgang van eigenrisicodragerschap voor de WGA-vast naar eigenrisicodragerschap voor de WGA-vast en WGA-flex per 1 januari 2017

In 2018 schreven wij in dit blad voor het laatst over bestuurdersaansprakelijkheid in het geval dat pensioenpremies niet worden betaald aan het pensioenfonds. Inmiddels zijn er vermeldenswaardige nieuwe ontwikkelingen in de rechtspraak.

Het wettelijk minimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder bij een volledig dienstverband bedraagt per 1 juli 2020: