Aflevering 3

beschikkingsmacht, bevoegd tot statutenwijziging

De staatssecretaris heeft onderstaande beleidsbesluiten afgegeven in het kader van de invoering van de Wet IB 2001. Het betreft besluiten die van belang blijven voor de toepassing van de Wet IB 2001, maar waarvoor een redactionele aanpassing nodig was. Hierbij kunt u denken aan omzetting van verwijzingen naar bepalingen in de Wet IB 1964.

stottertherapie, winst

landbouwgrond, landbouwvrijstelling

verjaring pemienota, verzekeringsplicht

verzekeringsplicht

ambassade, dienstbetrekking, diplomatiek verkeer, nationaliteit, Oostenrijk, van 18 april 1961, verdrag van Wenen inz.

doorzending, inkomsten uit andere arbeid, ontvankelijkheid

koffiegeld, onkostenvergoeding, vertrouwensbeginsel

De staatssecretaris van Financiën heeft vragen beantwoord van het Tweede-Kamerlid De Vries inzake de mogelijkheid tot het voeren van proefprocedures over onderdelen van de inhoud van een pensioenregeling. De staatssecretaris merkt in zijn algemeenheid op dat de Wet op de loonbelasting 1964 thans de mogelijkheid biedt om over een onderdeel van een pensioenregeling te procederen. De ingangsleeftijd is echter naar zijn mening een zodanig essentieel onderdeel van de pensioenregeling, dat niet goed denkbaar is hoe uitsluitend daar over geprocedeerd zou kunnen worden. In de kwestie waarnaar wordt gevraagd was eerder door de belanghebbende een compromis verworpen. Met betrekking tot die situatie merkt de staatssecretaris op dat hij het beleidsmatig niet gewenst en overigens ook niet redelijk acht als belastingplichtigen een aangeboden compromis verwerpen en vervolgens wensen te procederen onder de voorwaarden dat zij, ingeval de rechter de beslissing van de inspecteur bevestigt, alsnog het compromis mogen aanvaarden. Uit de antwoorden blijkt voorts dat het de bedoeling is dat de Adviescommissie fiscale behandeling pensioenen in het eerste kwartaal van dit jaar wordt geïnstalleerd.

hypotheekrente

Naar aanleiding van alle commotie die is ontstaan in de media over vermeende uitspraken van staatssecretaris Bos inzake de aftrek van hypotheekrente, is door het Ministerie van Financiën het hierna opgenomen persbericht uitgegeven. Inmiddels is de staatssecretaris hierover ook door de Tweede Kamer aan de tand gevoeld.

gebruikelijk loon

afschrijvingen, onroerende zaken, proceskosten, schadevergoeding

garageboxen, onderhoudskosten

buitengewone lasten, studiekosten, terugbetaling

computercursus, studiekosten

buitengewone lasten, zeilboot

De staatssecretaris geeft via het hierna opgenomen persbericht nadere informatie over de gang van zaken bij voorlopige aanslagen inkomstenbelasting 2001.

In NTFR2000/1822 maakten we melding van het Besluit van 30 november 2000, nr. RTB2000/2708M, inzake de uitkeringen aan de Roma en de Sinti. We meldden reeds dat nog soortgelijke besluiten moesten volgen voor de joodse en Indonesische gemeenschap. Onderhavig besluit heeft betrekking op de joodse gemeenschap. In het besluit regelt de staatssecretaris van Financiën dat de uitkeringen die bepaalde groepen vervolgingsslachtoffers krijgen buiten de heffing van inkomstenbelasting blijven. De verkrijging zelf is vrijgesteld van schenkingsrecht. Nadat de betaling is gedaan valt het bezit ervan in de heffing van box 3. Ook de vererving van het geld is niet vrijgesteld. De uitkeringen worden in dit geval gedaan door de daarvoor opgerichte Stichting Maror-gelden Overheid en de Stichting individuele Maror-gelden.

De staatssecretaris van Financiën verwacht niet dat de nieuwe regeling van uitbetaling van heffingskortingen aan niet-werkende partners tot grote problemen zal leiden. Dit heeft hij geschreven in antwoord op vragen van het Tweede-Kamerlid Marijnissen. De staatssecretaris bevestigt de verwachting van de Belastingdienst dat eerder honderdduizend dan één miljoen aanvragers mogelijk pas eind januari ontdekken dat ze recht hebben op de heffingskorting voor niet-werkende partners. Om zoveel mogelijk verwerkte aanvragen voor voorlopige teruggaven nog in januari uit te betalen heeft de Belastingdienst twee extra betaaldata in januari gerealiseerd. Ook start rond 20 januari een mediacampagne om belastingplichtigen die het verzoek om een voorlopige teruggaaf nog niet hebben ingeleverd te wijzen op deze mogelijkheid. Aanvragen die als gevolg daarvan in januari worden verwerkt, zullen vanaf februari worden uitbetaald. De gedachte om de heffingskorting voor de niet-werkende partner voorlopig in mindering te brengen op de loonheffing van de werkende partner wijst de staatssecretaris om uitvoeringstechnische redenen van de hand. De Belastingdienst heeft volgens de staatssecretaris nog geen inzicht in de samenstelling van de groep die het formulier nog niet heeft teruggezonden.

liquidatie-uitkering, liquidatieverlies

aankoop vorderingen, winstgemis

De staatssecretaris heeft een besluit uitgebracht inzake de afdoening verzoeken fiscale eenheid. Ter toelichting op de wijzigingen is in de inleiding van het besluit het volgende vermeld. 'Dit besluit, dat een herdruk is van het besluit van 20 juli 1990, nr. DB90/328, is noodzakelijk omdat het aantal gevallen waarin een aanwijzing wordt gegeven met betrekking tot de toepassing van artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt uitgebreid. Deze uitbreiding betreft de afdoening van verzoeken om fiscale eenheid met energiebedrijven. Tevens worden in deze herdruk de aanvullingen op de voorwaarden 14 en 15a opgenomen, die het gevolg zijn van de uitspraak van Hof Amsterdam van 25 mei 1999, nrs. 98/3459 en 98/3461, en wordt voorwaarde 3g gewijzigd. Voorts is bijlage XI, die een overzicht geeft voor buitenlandse rechtsvormen die kwalificeren voor de fiscale eenheid uitgebreid. Tot slot zijn de meest noodzakelijke wijzigingen die samenhangen met de Wet IB 2001 en de Wet ondernemerspakket 2001 aangebracht. Er is met het oog op de herziening van de fiscale eenheid voor gekozen om alleen dit besluit aan te passen. Het Besluit van 30 september 1991, nr. DB 91/2310 (BNB 1991/329), zoals gewijzigd bij Besluit van 6 februari 1997, nr. DB 97/118M (BNB 1997/125), dat de standaardvoorwaarden en de toelichting bevat, wordt niet aangepast.'

De staatssecretaris heeft een herzien besluit uitgebracht inzake de omzetting van een fonds voor gemene rekening (beleggingsinstelling) in een NV met veranderlijk kapitaal. Ter toelichting op de wijzigingen is in de inleiding van het besluit het volgende vermeld. 'Dit besluit is een herdruk van het besluit van 18 januari 1991, nr. DB90/5403. Deze herdruk is noodzakelijk in verband met de inwerkingtreding van de Wet IB 2001 met ingang van 1 januari 2001. De wijzigingen zijn de volgende.

De staatssecretaris heeft in verband met de inwerkingtreding van de Wet IB 2001 een herzien besluit uitgebracht inzake de omzetting van een rechtspersoon ex art. 28a Wet Vpb. Dit besluit is een herdruk van het Besluit van 20 oktober 1995, nr. DB95/3066M. Ter toelichting op de wijzigingen is in de inleiding van het besluit het volgende vermeld.

De staatssecretaris heeft een herzien besluit uitgebracht inzake de toelichting en voorwaarden voor juridische afsplitsing.

De staatssecretaris heeft een herzien besluit uitgebracht inzake de algemene toestemming aan de inspecteur voor afdoening van verzoeken om juridische afsplitsing.

De staatssecretaris heeft een herzien besluit uitgebracht inzake de toelichting en voorwaarden voor juridische fusie. Ter toelichting op de wijzigingen is in de inleiding van het besluit het volgende vermeld. 'Dit besluit is een herdruk van het besluit van 8 juli 1998, nr. DB98/1507M. Deze herdruk is noodzakelijk in verband met de inwerkingtreding van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001, met ingang van 1 januari 2001. De wijzigingen zijn de volgende.

De staatssecretaris heeft een herzien besluit uitgebracht inzake de algemene toestemming aan de inspecteur voor afdoening van verzoeken om juridische fusie. Ter toelichting op de wijzigingen is in de inleiding van het besluit het volgende vermeld. 'Dit besluit is een herdruk van het besluit van 8 juli 1998, nr. DB98/1508M. Deze herdruk is noodzakelijk in verband met de inwerkingtreding van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001, met ingang van 1 januari 2001.

De staatssecretaris heeft een herzien besluit uitgebracht inzake het meegeven van verliezen van de verdwijnende rechtspersoon aan de verkrijgende rechtspersoon bij een juridische fusie. Ter toelichting op de wijzigingen is in de inleiding van het besluit het volgende vermeld. 'Dit besluit is een herdruk van het besluit van 8 juli 1998, nr. DB98/1509M. Als gevolg van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 is met ingang van 1 januari 2001 de fiscale begeleiding van fusies in de zin van artikel 14b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: juridische fusie) gewijzigd. Als gevolg van deze wijziging behoeft de regeling voor het meegeven van de aanspraak op voorwaartse verliesverrekening van de verdwijnende rechtspersoon aan de verkrijgende rechtspersoon aanpassing. Dit besluit voorziet in deze aanpassingen, die verband houden met de invulling van het fusiebegrip met ingang van 1 januari 2001.'

De staatssecretaris heeft een herzien besluit uitgebracht inzake de achterwaartse verliesverrekening van de verkrijgende rechtspersoon met vóórfusiewinst van de verdwijnende rechtspersoon bij een juridische fusie. Ter toelichting op de wijzigingen is in de inleiding van het besluit het volgende vermeld. 'Dit besluit is een herdruk van het besluit van 8 juli 1998, nr. DB98/1510M. Als gevolg van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 is met ingang van 1 januari 2001 de fiscale begeleiding van fusies in de zin van artikel 14b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: juridische fusie) gewijzigd. Als gevolg van deze wijziging behoeft de regeling voor de achterwaartse verliesverrekening van de verkrijgende rechtspersoon met vóórfusiewinst van de verdwijnende rechtspersoon aanpassing. Dit Besluit voorziet in deze aanpassingen, die verband houden met de invulling van het fusiebegrip met ingang van 1 januari 2001.'

De staatssecretaris van Financiën regelt in dit besluit welke stukken moeten worden overlegd bij het indienen van een aangifte kapitaalsbelasting. Tevens wordt geregeld hoe moet worden gehandeld bij het te laat indienen van een aangiftebiljet, waarin een verzoek om vrijstelling van kapitaalsbelasting wordt gedaan.

aftrek voorbelasting, onverwijlde spoed, voorlopige voorziening

nieuw feit, vermogensetikettering

afgewezen verzet, nalatige gemachtigde, niet-ontvankelijk

aanslagbiljet, motorrijtuigenbelasting

binnenlandse belastingplicht, centrum van bestaan, woonplaats

directeurs beloning, geen opgewekt vertrouwen

autowegen, infrastructuur, niet-nakoming, tarief, tolgelden, verlaagd tarief

golfbaan, verhuur onroerende zaken, winst beogen

certificaten, coöperatie, landbouwforfait, vergoeding

nultarief

In verband met de verhoging van het algemene tarief van 17,5% naar 19% per 1 januari 2001 wordt het forfaitaire percentage in onderdeel 10 van het Besluit van 27 juni 1980, nr. 080-1088 (Forfaitair percentage voor kantineomzet bij (amateur)sportverenigingen), met ingang van 1 januari 2001 gewijzigd in 11. In dat besluit is goedgekeurd dat bepaalde (amateur)sportverenigingen de verschuldigde omzetbelasting over de kantineomzet mogen voldoen naar een forfaitair percentage. Dat percentage bedroeg van 1 oktober 1992 tot en met 31 december 2000: 10,5. Het landbouwforfait is met ingang van 1 januari 2001 verhoogd van 4,8% naar 5,1%.

Met ingang van 1 januari 2001 is het verlaagde BTW-tarief op een aantal punten verruimd. Vanaf genoemde datum is een aantal medische hulpmiddelen (sta-opstoelen, katheters, urinezakken en allergeenvrije hoezen) naar het verlaagde tarief overgebracht. Voorts zijn alle incontinentiematerialen met ingang van 1 januari 2001 onder het verlaagde tarief ingedeeld (tot die datum vielen alleen incontinentieluiers en -onderleggers onder het verlaagde tarief). Ook is het verlenen van toegang tot lezingen onder het verlaagde tarief gerangschikt. Ten slotte is het verlaagde tarief voor bepaalde diensten jegens eigenaren van paarden verruimd.

pleziervaart

vergelijkingsmethode, verkoopprijs, waardebegrip

bewijskracht taxatierapport, externe opname pand

besluit vaststelling kosten

feitelijk gelijke gevallen, gelijkheidsbeginsel