Aflevering 35

Gepubliceerd op 1 september 2016

NTFR 2016/2139 - Over het eerlijk verdelen van $20 korting ofwel de fiscale gevolgen van de omgekeerde progressie in de inkomstenbelasting

Aflevering 35, gepubliceerd op 01-09-2016 geschreven door prof. dr. J.P. Boer
Het is volop zomertijd in Nederland! Voor een columnist is dat een lastige periode; de Tweede Kamer en de Hoge Raad zijn met reces. Toch biedt dat ook mogelijkheden, want in mijn inbox stuitte ik op een oude e-mail die nooit helemaal uit mijn gedachten is verdwenen. Het bericht is een ‘internetfolklore’– een parabel over belastingen die al geruime tijd online rond gaat. In de ‘moraal’ van het verhaal schuilt een mooi inkijkje in de wijze waarop binnen de fiscale denkwereld tegen verdelingsvraagstukken wordt aangekeken.

NTFR 2016/2154 - Hoge Raad verwijst zaak over tariefindeling looprollen, kabeltrommels, veerpluggen en consoles voor overheaddeuren

ECLI:NL:HR:2016:1897, datum uitspraak 12-08-2016, publicatiedatum 12-08-2016
Aflevering 35, gepubliceerd op 01-09-2016 met annotatie van mr. B.A. Kalshoven
Belanghebbende handelt in industrie- en garagedeuren, waaronder zogenoemde overheaddeuren. Nadat een overheaddeur is besteld, levert zij op maat alle bestanddelen af die nodig zijn om bij de klant een overheaddeur te installeren. Daartoe behoren naast de deurpanelen zelf onder meer geleiderails, looprollen, veerpluggen en veren die aan de veerpluggen worden bevestigd, kabels en kabeltrommels, alsmede zogeheten bodemconsoles die aan het onderste paneel van de deur worden bevestigd. Met het op afmetingen en gewicht van de deur afgestemde samenstel van onder meer looprollen, veren en veerpluggen, kabels en kabeltrommels, en (bodem)consoles (het samenstel hierna: het mechanisme) wordt de overheaddeur in balans gehouden zodat deze gecontroleerd kan worden geopend en gesloten. In geschil is de tariefindeling van de goederen. Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat de deurpanelen en het mechanisme voor de toepassing van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: de GN) als één goed moeten worden aangemerkt. Dat oordeel is volgens de Hoge Raad echter niet juist. De goederen moeten worden onderscheiden van de deurpanelen. Het oordeel van het hof dat de kabeltrommels, de veerpluggen en de bodemconsoles met toepassing van algemene indelingsregel 1 als ‘delen van een constructiewerk, van aluminium’ moeten worden ingedeeld onder post 7610 van de GN is ook niet juist, aldus de Hoge Raad. Gelet op deze onjuiste oordelen vernietigt de Hoge Raad de hofuitspraak en verwijst hij de zaak. Met het oog op de verwijzingsprocedure geeft de Hoge Raad nog verschillende aanwijzingen mee aan de verwijzingsrechter.

NTFR 2016/2160 - Huisarts moet parkeerbelasting betalen, ook al liep spreekuur uit

ECLI:NL:RBZWB:2016:3342, datum uitspraak 24-05-2016, publicatiedatum 15-07-2016
Aflevering 35, gepubliceerd op 01-09-2016 met annotatie van mr. R. van den Berg MRE
Belanghebbende is huisarts. Aan hem is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. Hij stelt dat hij geen tijd had om een parkeerkaartje te kopen omdat het spreekuur was uitgelopen en hij te laat was voor een afspraak op het gemeentehuis. De rechtbank ziet hierin geen uitzondering op de verplichting tot het betalen van parkeerbelasting. Het bordje in de auto dat belanghebbende visite liep kan hem niet helpen. Ten eerste was dat niet het geval en ten tweede is dit geen argument om geen parkeerbelasting te betalen.

NTFR 2016/2168 - Protocol voor contacten tussen achterblijvers van vermiste personen en de Belastingdienst (Protocol Belastingdienst vermiste personen)

Aflevering 35, gepubliceerd op 01-09-2016
De Belastingdienst publiceert de richtlijnen voor de fiscale behandeling bij vermissingszaken. Omdat bij vermissing in beginsel de wet onverkort van toepassing blijft, kunnen achterblijvers van vermiste personen in de praktijk problemen ervaren. Slachtofferhulp Nederland heeft als belangenbehartiger voor achterblijvers diverse instanties om een protocol verzocht om deze problemen te voorkomen en achterblijvers sneller een passende behandeling te kunnen geven. Door het protocol te publiceren wordt voor de achterblijvers duidelijk welke voorzieningen er voor hen bestaan. De Belastingdienst heeft hiervoor het Coördinatiepunt Vermissing van Belastingdienst/Belastingen te Den Haag opgericht, dat achterblijvers zal begeleiden en expertise over de fiscale gevolgen bij vermissingszaken zal opbouwen. Medewerkers van Slachtofferhulp Nederland en de Belastingdienst (inclusief Douane en Toeslagen) kunnen naar dit coördinatiepunt doorverwijzen. De procedure schrijft verder voor dat actief contact wordt gezocht en onderhouden met de achterblijvers, bij voorkeur door een vast aanspreekpunt. Het coördinatiepunt kan zo nodig om een verklaring van de politie vragen. Binnen het kader van wet- en regelgeving kunnen vervolgens maatwerkafspraken met de achterblijvers worden gemaakt om bijvoorbeeld lopende activiteiten tijdelijk te blokkeren of achterwege te laten. Dit kan zowel zien op de aanslagregeling als op bepaalde controle- en invorderingshandelingen. Het is de taak van het coördinatiepunt die afspraken vast te leggen, te laten accorderen, erop toe te zien dat deze voortvarend worden uitgevoerd en ten slotte periodiek contact met de achterblijver te onderhouden.

NTFR 2016/2170 - EC keurt alternatieve inkomstenbelastingregeling voor de groothandel in diamant in België goed

Aflevering 35, gepubliceerd op 01-09-2016 geschreven door A.F. Gunn
De Europese Commissie is tot de conclusie gekomen dat de Belgische regels voor de vennootschapsbelasting die van toepassing zijn op de groothandel in diamant, in overeenstemming waren met de EU-voorschriften voor staatssteun. De bepalingen leiden niet tot een selectieve begunstiging van bepaalde ondernemingen en vormen derhalve geen staatssteun in de zin van de EU-regels.

NTFR 2016/2188 - Commentaar NOB internetconsultatie Ontwerpwijzigingen renteaftrekbeperkingen VPB

Aflevering 35, gepubliceerd op 01-09-2016
Het NOB heeft commentaar gegeven op de internetconsultatie Ontwerpwijzigingen renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting. Op een aantal punten dringt de NOB aan op beleidsmatige (her)overweging of substantiële andere vormgeving. Zo maakt de NOB zich ten aanzien van de introductie van het begrip ‘samenwerkende groep’ in art. 10a Wet VPB 1969 ernstig zorgen over de rechtsbescherming. Dit begrip is namelijk niet in de wet gedefinieerd, terwijl dit begrip uitermate essentieel is voor art. 10a en 15ad Wet VPB 1969. De materiële invulling van ‘samenwerkende groep’ maakt de reikwijdte van dit begrip onbepaalbaar. De open norm levert te veel en onwenselijke onzekerheid op voor de (overname)praktijk. De NOB dringt aan op een definitie van het begrip ‘samenwerkende groep’ in de wet. Verder merkt de NOB op dat het begrip ‘samenwerkende groep’ ook gaat gelden voor bestaande structuren aangezien een overgangsregeling met een vorm van eerbiedigende werking ontbreekt. Eerbiediging voor bestaande structuren is gewenst omdat financieringsverhoudingen niet gemakkelijk zijn te wijzigen.